Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Alexander Rinnooy Kan over IMVO
Alexander Rinnooy Kan over IMVO
10 juni 2012

Brief van Rinnooy Kan: toekomst Internationaal MVO

De helft van de Nederlandse bedrijven die duurzaam inkopen kent de OESO-Richtlijnen. Dat aantal wil de SER omhoog brengen, schrijft voorzitter Alexander Rinnooy Kan. Dat is de toekomst van internationaal MVO (IMVO).


Rinnooy Kan stuurde P+ een schrijven, waarin hij het belang van de internationale richtlijnen iMVO onderstreept. We geven deze brief graag door. De Sociaal Economische Raad zal op 15 juni de eindrapportage Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vaststellen. Ook dit eindrapport bieden we als PDF aan.

“Voor de SER betekenen de vorig jaar herziene OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen een belangrijke doorbraak. Zij vormen nu het overkoepelende normenkader voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De overheid hanteert de richtlijnen als voorwaarde voor overheidssubsidies aan bedrijven en handelsbevordering. Vandaar het belang om de bekendheid van de richtlijnen te vergroten en te zorgen dat gehanteerde IMVO-instrumenten ‘OESO-proof’ zijn.

De SER besteedt in zijn ontwerprapport Eindevaluatie van het IMVO-initatief uitvoerig aandacht aan de herziene richtlijnen en heeft ook een aparte publicatie uitgebracht met de officiële Nederlandse vertaling van de richtlijnen. In de eindevaluatie is ook aangekondigd dat de SER de komende jaren een verdere bijdrage wil leveren aan de verdere bekendheid van de richtlijnen en het ontwikkelen van instrumenten waarmee bedrijven de richtlijnen kunnen implementeren.

Wat maakt de OESO-richtlijnen tot een overkoepelend kader voor IMVO? Ten eerste hun breedte: ze bevatten op alle relevante terreinen (mensenrechten, kinderarbeid, werkgelegenheid, milieu, bestrijding van corruptie, technologie, belastingen, consumenten) aanbevelingen aan bedrijven hoe ze ongunstige effecten van hun handelen kunnen voorkomen en positieve effecten kunnen versterken. De herziening van de richtlijnen heeft tot een versterking van het mensenrechtenhoofdstuk geleid, geheel in lijn met het ‘protect, respect, remedy’- kader van VN-mensenrechtenraad (het ‘Ruggie-famework’).

Ten tweede hun internationale en breed gedragen karakter. De OESO-richtlijnen worden door 42 landen onderschreven. Belangrijke elementen van de richtlijnen zoals het mensenrechtenhoofdstuk en de aanbevelingen ten aanzien van werkgelegenheid en sociaal beleid sporen met internationale normenkaders die nog breder worden onderschreven. De richtlijnen zijn daarmee onderdeel van een breed gedragen internationaal kader voor internationaal maatschappelijk ondernemen. Van belang daarbij is ook dat bij de herziening van de OESO-richtlijnen sociale partners en ngo’s nauw betrokken zijn geweest.

Ten derde zijn de richtlijnen het enige internationale kader met een geschillenbeslechtigingsmechanisme, de zogeheten Nationale Contacten Punten (NCP). Dit wordt ook beklemtoond door John Ruggie. De NCP’s staan open voor alle stakeholders, ook die in productielanden die geen lid zijn van de OESO, en zijn gericht op onafhankelijke bemiddeling. Het doel van een NCP-procedure is niet gericht op het bestraffen van bedrijven of het bieden van schadevergoeding aan slachtoffers. In de praktijk kan dit overigens wel een resultaat zijn als er een juridische procedure volgt.

De OESO-normen gaven als onderdeel van het nu ontwikkelde internationale normenkader voor IMVO een belangrijke invulling van de maatschappelijke betamelijkheidsnorm in het civielrecht. Uitspraken van het NCP kunnen ook consequenties hebben voor het terugvorderen van overheidssubsidies. De overheid hanteert de naleving van de OESO-richtlijnen als een strikte voorwaarde voor het toekennen van subsidies.
 
De OESO-richtlijnen hebben de juridische vorm van niet-bindende aanbevelingen van de OESO-regeringen aan hun multinationale ondernemingen. Maar zoals bovenstaande duidelijk maakt kunnen de richtlijnen wel enige juridische werking hebben; ze zijn daarom te beschouwen als ‘soft law’. De overheid beschouwt de richtlijnen ook als maatgevend voor het handelen van bedrijven in het buitenland. Om deze redenen is het van belang de bekendheid van de OESO-richtlijnen te vergroten en er voor te zorgen dat de door bedrijven gehanteerde normen bij b.v. duurzaam inkopen in overeenstemming zijn met de OESO-richtlijnen. Bedrijven hoeven de verschillende richtlijnen waar ze mee werken uiteraard niet te vervangen door de OESO-richtlijnen. Wel moeten ze nagaan in hoeverre de richtlijnen die ze al hanteren in overeenstemming zijn en kunnen worden gebracht met de OESO-richtlijnen. MVO Nederland kan hen daarbij helpen. Overigens is ISO 26000 consistent met de herziene OESO-richtlijnen.   

Uit onderzoek dat de SER verleden jaar heeft laten uitvoeren blijkt dat  de helft van bedrijven die duurzaam inkopen op de hoogte is van de OESO-richtlijnen. Er is dus werk aan de winkel. De SER wil hier de komende drie jaren een bijdrage leveren door het uitbrengen van themarapportages op basis van de verschillende zwaartepunten in de OESO-richtlijnen.

Dit biedt de mogelijkheid om na te gaan welke voortgang er op een bepaald deelgebied wordt geboekt, welke dilemma’s hierbij spelen en hoe bedrijven en stakeholders hier mee om kunnen gaan, o.a. door de beschrijving van best practices. De organisaties van werkgevers en werknemers gaan door met het krachtig uitdragen van de herziene OESO Richtlijnen door middel van voorlichting en samenwerking met nationale en internationale partners om IMVO te bevorderen.”

Alexander Rinnooy Kan
Voorzitter SER

Apart van de eindrapportage verschijnt de Nederlandse vertaling van de in 2011 herziene OESO-richtlijnen. Deze richtlijnen vormen het normatieve kader voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. In die richtlijnen wordt ook uitgebreid verwezen naar de relevante ILO-verdragen alsmede de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (het ‘Ruggie framework’). De SER zal in het vervolg deze herziene richtlijnen hanteren als het nieuwe kader voor zijn IMVO-activiteiten. In het bijgaande artikel wordt het belang van de OESO-richtlijnen als overkoepelend kader voor IMVO toegelicht.

Link naar herziene OESO-Richtlijnen 2011
 

Downloads

Meer info download je hier:

Internationaal MVO (2200 kb)