Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
kerkhoven en minnesma
kerkhoven en minnesma
15 maart 2014

Urgenda: 100% Duurzame energie in 2030 kost 1,3% BNP

De transitie naar volledige duurzame energie kost volgens Urgenda tot 2030 jaarlijks 1,3 procent van het BNP. De berekening werd  gemaakt met dezelfde software als waarmee de SER tot een Energieakkoord kwam.

Het is het Energietransitiemodel van John Kerkhoven. Bezoekers van een conferentie van P+ People Planet Profit mochten enkele jaren geleden al spelen met dit Transitiemodel, dat het bedrijf Quintel Intelligence van Kerkhoven ontwikkelde. De energiemaatschappij Essent was een van de partijen die het model hielp financieren, Gasterra was de hoofdsponsor.

Makkelijk is het niet, om zomaar aan de knoppen te draaien. Je kunt wel keuzes maken, maar zijn ze realistisch? Zijn ze te betaalbaar? Op het Energietransitiemodel kun je met de druk op een knop alle kolencentrales lam leggen, voor altijd. Maar Kerkhoven presenteert je wel een prijskaartje. Die centrales zijn nog lang niet allemaal afgeschreven. Waar haal je de kosten van de afschrijvingen vandaan, terwijl je nog wilt gaan investeren in enorme windmolenparken op zee?

Om die reden komt elke partij die met Kerkhoven achter de knoppen kruipt met een andere uitslag. Welke belangen laat je meewegen? Hoe zwaar? Hoe duur zullen kolen en gas zijn over 25 jaar? Duurder of goedkoper? Op welk tijdstip wil je welk resultaat bereiken?

De 40 partijen in de Sociaal-Economische Raad kozen voor een horizon die doorloopt tot het jaar 2050. Dat moet veel korter, vond Marjan Minnesma, toen ze met Kerkhoven achter het systeem ging zitten.

Voor Urgenda is de opwarming van de aarde het allerbelangrijkste uitgangspunt, het aantal deeltjes CO2 in de atmosfeer, dat de grens van 400 deeltjes koolstofdioxide per miljoen (PPM) inmiddels is gepasseerd.

Minnesma: “Als je die stijging nog wat langer laat doorgaan, dan is het daarna weer moeilijker om de daling in te zetten, die sowieso nog honderden jaren gaat duren voordat we weer op een oud niveau zijn. Wij zeggen daarom: die extra kosten moeten we nu pakken, om te voorkomen dat de kosten later niet meer op te brengen zijn. Nu kan het nog.”

In het rapport komt het door Urgenda gekozen Energietransitiemodel uit op 58,5 miljard euro aan kosten. “Dat is betaalbaar”, stelt Minnesma. “Sterker nog: in 2030 kunnen de jaarlijkse energiekosten zelfs lager uitvallen, dan wanneer we niet drastisch het roer omgooien en zoals nu blijven vertrouwen op olie, kolen en gas als onze voornaamste bron van energie.  Op dit moment geven we aan energiekosten in Nederland al bijna 42 miljard per jaar uit.  De totale kosten van het 100% duurzame energiescenario met de meest conservatieve aannamen zullen met zo’n 41 procent stijgen van circa 41,6 miljard euro in 2010 tot 58,5 miljard in 2030. Maar het Business as usual scenario zal uitkomen op 61,4 miljard euro, door de stijging van de brandstofkosten. Dit scenario toont ook een hoge afhankelijkheid van import van energie (81 procent) omdat ons aardgas opraakt.”

Urgenda constateert in het rapport, na uitleg over investeringen: “Dus er is een extra investering van 2 miljard per jaar in elektriciteitsnetten en een investering van 7 miljard per jaar in duurzame elektriciteits- en warmteproductie. In percentage van ons BNP praat je dan over 0,3 procent voor de netten en ruim 1 procent voor de duurzame productie. Samen nog geen 1,5 procent per jaar voor een volledige omschakeling naar een duurzame energievoorziening. Dat is minder dan we nu per jaar uitgeven aan olie, dat is namelijk 2,5 procent.”

Urgenda concludeert: “Het uiteindelijke scenario is een verrassend en realiseerbaar scenario.” John Kerkhoven was er bij de presentatie van deze berekening persoonlijk bij, dus de cijfers kloppen ongetwijfeld.

Wie zelf eens achter de knoppen wil gaan zitten, kan het beste met de lichte versie beginnen. Dat heeft zelfs de vorm van een spel gekregen.

Speel het Energy Transition Model Light