Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
sierra leone
sierra leone
21 maart 2015

FMO durft in crisislanden te investeren

Het lijkt een meer dan onverantwoorde gok: investeren in kleine bedrijven in fragiele staten, landen waar gewapende conflicten woeden of die anderszins in crisis zijn.

Toch probeert Wereldbank-dochter IFC het. De eerste aandeelhouders komen uit ons land: FMO en Cordaid zien meer kansen dan risico’s.

In september vorig jaar bereikte de ebolacrisis in Sierra Leone een dramatisch hoogtepunt. Juist op dat moment kondigde ontwikkelingsorganisatie Cordaid aan in te stappen in het West Africa Venture Fund, dat risicokapitaal investeert in het midden- en kleinbedrijf in dat land.

“Een bewust statement”, zegt Laure Wessemius-Chibrac, directeur investeringen bij Cordaid. “We hadden al besloten deel te nemen in dit fonds omdat we overtuigd zijn van de potentie. Maar de aankondiging op dat moment was ook een oproep aan andere partijen: laat dit land niet in de steek.”

Tracy Washington, programmamanager van IFC’s SME Ventures fonds, is enthousiast over Cordaid’s besluit om 4 miljoen euro in het fonds te investeren. “IFC is goed voor 22 miljard dollar aan investeringen, maar we hebben niet de expertise om met zo’n ebolacrisis om te gaan. Dan is de kennis en ervaring van een civil society organisatie als Cordaid, al lang werkzaam in de regio, goud waard. Het is een unieke samenwerking die we ook in andere fragiele staten willen toepassen.”

Zowel IFC als Cordaid waren de afgelopen week aanwezig bij een driedaagse bijeenkomst bij FMO. De ontwikkelingsbank besloot al eerder deel te nemen in het IFC-fonds, en richt zich daarbij vooral op de Centraal-Afrikaanse Republiek en DR Congo.

Tijdens de bijeenkomst wisselden fondsmanagers en klanten van het fonds ervaringen uit. Maar een minstens zo belangrijk doel, vertelt Frederik Jan van den Bosch, manager micro & small enterprise finance bij FMO, was om nieuwe investeerders te verleiden tot deelname aan het fonds. “IFC heeft de grootste moeite om partijen te interesseren. Ze zijn echt voor gek verklaard dat ze in dit soort landen investeren.”
Dat eerst FMO, en nu ook Cordaid, wel instapten is volgens hem een belangrijk signaal. En misschien is de tijd er ook wel meer rijp voor dan een paar jaar terug. Feit is dat in Den Haag een flink aantal banken en investeringsfondsen hun licht kwam opsteken. Onder hen de Triodosbank, Triple Jump en Anthos, het fonds van de Brenninkmeijers, het Noorse Norfund en het Afrikaanse Savannah Fund.

“Bankiers denken in risico’s, en dan ga je natuurlijk niet in een land in crisis investeren”, zegt FMO’s Van den Bosch. “Wij zeggen: voor een goede investeerder is een risico ook een kans. Hoe onrustig een land ook is, als jij beter bent dan de rest dan overleef je het. En natuurlijk is het slim om risico’s te spreiden, zoals IFC met dit fonds doet.”

“Investeerders denken veelal rigide”, vult Wessemius-Chibrac van Cordaid aan. “Zij werken met investment frames. Wie daar niet in past maakt geen kans. Terwijl deze markten vragen om flexibiliteit. En dan moet je ook nog eens een langetermijnvisie hebben, je voor een periode van een jaar of tien willen verbinden.”

Dat er ondanks al deze bezwaren wel degelijk kansen liggen, daarvan zijn beiden overtuigd. Het SME Venture fonds faciliteert het opzetten van kapitaalfondsen in de crisislanden. Die selecteren vervolgens per land zo’n 20 bedrijven met groeipotentieel. Omdat ze zo innovatief zijn, of kwaliteitsdiensten bieden die er eerst niet waren. In die bedrijven wordt geïnvesteerd. Met succes, zegt IFC’s Tracy Washington. “We hebben echt business gevonden. Bedrijven laten groeipercentages zien van 25 procent op jaarbasis. In Liberia en Sierra Leone ging het mis door de ebolacrisis. Er vielen harde klappen, in sectoren als het toerisme en de retail. Maar ook daar zijn bedrijven die het goed bleven doen. Dat laat de potentie zien.”

Website FMO

Een bericht van Hans van de Veen