Gemini telt straks 600 MW aan capaciteit. Het park wordt bijna even groot als het park London Array met 630 MW en dat is het grootste ter wereld.

Dit blijkt uit een onderzoekje in de nieuwe P+. Tot nu toe is niet bekend geworden hoe groot Gemini in feite gaat worden, het zeewindpark dat 85 kilometer boven Groningen gebouwd gaat worden. Nederlandse mede-investeerders zijn het afval/energiebedrijf HVC en Van Oord, die de fundamenten in zee zal slaan.

Gemini telt bij de definitieve oplevering in 2017 niet minder dan 150 windmolens met een capaciteit per molen van 4 MW per stuk.

Ter vergelijking: De capaciteit van het windpark Q8 bij Egmond aan Zee valt bij Gemini bij in het niet, met 36 windmolens die elk 3 MW opleveren: samen 108 MW. Het Prinses Amaliapark buiten IJmuiden is iets groter, met 60 windturbines van elk 2 MW: samen 120 MW. Een ander nog te realiseren park, ZeeEnergie ten noorden van Schiermonnikoog, moet 300 MW leveren.

De strijd tussen HVC en Eneco in de top 3 van de meest duurzame energiebedrijven in Nederland is ook nog niet gestreden, want Eneco heeft plannen met het windmolenpark Luchterduinen, dat ook een behoorlijk stukje op zee komt te liggen: 23 kilometer uit de kust bij Noordwijk aan Zee: 43 molens met een totaal vermogen van 129 MW. Dat tikt flink aan, want HVC is slechts voor 10 procent eigenaar van Gemini.

Nederland past grote bescheidenheid als er een internationale vergelijking wordt gemaakt van reeds gerealiseerde offshore parken. Als windpark op zee met de grootste capaciteit staat op dit moment de London Array in Groot-Brittannië te boek, goed voor 630 MW. Daar komt Gemini dus wel heel dicht bij in de buurt.

Op nummer twee staat op dit moment nog de Greater Gabbard Wind Farm van 504 MW, eveneens in Groot-Brittannië. Dat is opmerkelijk, want we denken heel vaak dat de grootste parken in Denemarken te vinden zijn. Horns Rev produceerde in 2012 echter net geen 1 MW, maar wel bijna: 956 GWh. Omdat de Denen vroeg begonnen, kunnen ze er wel op bogen de meeste windenergie door de jaren heen te hebben opgewekt. Horns Rev 1 leverde de Deense huishoudens en industrie al 5.877 GWh, sinds de voltooiing van het park in 2002. Ook deze molens van de Deense producent Vestas staan in de Noordzee, een stevige tien kilometer uit de kust.

Opmerkelijk is dat de bedenker van Gemini, het Duitse bedrijf Bard, met het Offshorepark 1 op de internationale lijst van grootste windmolenparken op zee op vierde plaats staat, met een capaciteit van 400 MW.

Komen er in de toekomst andere windparken in andere landen die nog groter zullen zijn dan Gemini? Voorlopig niet. In aanbouw is weer een hele grote in Groot-Brittannië, Gwybnt y Môr, maar die blijft met 576 MW net onder de 600 MW van Gemini.

Tel je echter alle op komst zijnde Duitse windparken op zee bij elkaar op, dan moet je naar de rekenmachine grijpen: 400 MW plus 400 MW plus 312 MW plus 295 MW plus 288 MW plus 288 MW plus 288 MW plus 288 MW is… 2.559 MW bij elkaar. Dat kan dan in de toekomst alleen nog weer door de Britten overtroffen worden, waar plannen bestaan voor maar liefst acht parken van 1.200 MW elk: 9.600 MW bij elkaar.

Maar papier is geduldig, niet alleen in Nederland.

Het artikel in P+ over Gemini onder de kop ‘Windkracht 5’ is gratis als PDF beschikbaar. Zie de linkerkolom onderaan.

Daarin ook een interview met directeur Wim van Lieshout van HVC, die met deze investeringen gemeentebesturen helpt gekozen klimaatdoelstellingen te realiseren. De aandeelhouders van HVC zijn gemeenten en andere overheidsorganen als waterschappen.

Website HVC