Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Stientje van Veldhoven, foto Chris de Bode
Stientje van Veldhoven, foto Chris de Bode
04 september 2014

D66 huiverig voor kartelvorming supermarkten

Als supermarkten onderling afspraken maken over statiegeld wijst dat op kartelvorming. Die vrees sprak Stientje van Veldhoven van D66 uit.

Het Tweede Kamerlid van D66 is geen voorstander voor het afschaffen van statiegeld. “Sommige partijen zoals de VVD wilden het per direct uit de wet schrappen.  Over die motie heb ik gezegd: daar moeten we absoluut niet mee beginnen. Als je een zorgvuldige keuze maakt, dan heb je een stok achter de deur nodigt in de vorm van wetgeving. Maar zelfs als die verplichting vervalt, is er nog geen verbod voor supermarkten op het hebben van een statiegeldsysteem.”

Van Veldhoven liet bij de presentatie weten ‘vrij ontspannen’ in dit debat te staan.  “Onze visie is dat het in Nederland schoner en slimmer moet. Alle twee. Dat creëert banen voor Nederland en is goed voor de toekomst van de Nederlandse economie. Gebruik maken van innovatie. Prikkels verleggen. Statiegeld afschaffen moet je alleen doen als er een beter systeem is. Dat betekent: beter voor het milieu en een oplossing voor het zwerfafval. En dat er nu een beloning voor is,  daar moeten we niet naïef over zijn. Die helpt natuurlijk. Voor oud papier is er ook altijd een beloning geweest, per kilo kreeg je een bepaald bedrag. Maar er zijn verschillende manieren om prikkels te geven. Ik sta er open voor. Ik kijk naar wat het onder de streep oplevert, qua banen, en qua milieuwinst.”

Het Kamerlif over de onthulling in P+: “Ik ben heel erg benieuwd: waar komt dat geld vandaan? Het kan niet zo zijn dat het uit een publieke pot wordt gehaald, zonder dat er eerst een politieke beslissing is genomen over de vraag: wat gaan we doen met statiegeld?  Als er sprake is van die manier van werken, van afspraken tussen supermarkten onderling, dan wijst dat op een kartelvorming. Ik vraag me af of dat wel geoorloofd is. De overheid maakt ook deel uit van die afspraken. Ik denk dat we onze positie moeten heroverwegen.”

Vervolgend met: “Concurrentiebeperkende afspraken, daar zijn  regels voor. Als bepaalde bedrijven een bepaalde concurrentiepositie dachten te kunnen innemen, door het wel in standhouden van het statiegeld, en zij worden uitgekocht daarvoor, kan  ik me voorstellen dat Europa daar met een kritisch oog naar gaat te kijken.”