Al 40 jaar helpt het agentschap CBI ondernemers in ontwikkelingslanden de Nederlandse markt te veroveren. Dat begon met exotische Indiajurken. Vandaag gaat het over duurzame Fashion.

Het CBI is een agentschap van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. De Nederlandse ambtenaren zijn in ontwikkelingslanden een stuk bekender dan hier in Nederland. Hier schuilt al veertig jaar ervaring achter. Deputy Managing Director Dick de Man maakte een groot deel van de geschiedenis van het CBI mee: “In de jaren zeventig vloog alles wat exotisch was weg uit de winkel, maar al snel veranderde de verkopersmarkt in een kopersmarkt. Sindsdien passen ondernemers uit ontwikkelingslanden zich voortdurend aan de Europese wensen aan.”

Hoe pasten producenten uit het zuiden zich aan?

1970 – 1980: Welvaart
De Indiajurk
Producenten konden alles kwijt wat ze zelf mooi vonden

1980 -1990: Economische crisis
De keukendoek
Producenten leerden producten te maken, die wij nodig hebben

1990 – 2000: Europese eenwording
Het operatieschort
Producenten  leerden aan de hoogste kwaliteitseisen te voldoen

2000- 2010: Duurzaamheid
Fashion
Producenten leerden commerciële collecties te maken, rekening houdend met duurzaamheidseisen.

Dit geeft de trend weer in de textiel, maar het is slechts een van de vele branches waarin het CBI ondernemers in het zuiden bijstaat met raad en daad. Dat was zelfs bij de start veertig jaar geleden niet zo. In die allereerste jaren was het niet zo dat de exporteurs uit verre landen hun producten afstemden op de smaak en de modes in het Westen. Ze maakten wat ze zelf mooi vonden. Het waren kleren uit hun eigen cultuur, gebruiksartikelen, gereedschappen, decoratieve voorwerpen voor in huis, zoals handgesneden olifantjes. Ze werden in de ‘Showroom’ van het CBI in het World Trade Center in Rotterdam tentoongesteld. De Man over de eerste marktveroveringen van ‘zijn’ ondernemers: “In die beginjaren hebben we ook verre vakantiebestemmingen op de Nederlandse markt geïntroduceerd. Dat is een enorme business geworden. Niemand ging in die jaren nog naar Egypte, naar de Dominicaanse Republiek, Indonesië, noem maar op. Wij hebben touroperators uit deze landen op de Vakantiebeurs een plaats geboden en aan de Nederlandse collega’s voorgesteld.”

De successen van het CBI uit latere jaren? De Man corrigeert: “Noem ze maar eens, de bloementelers die de weg naar de Hollandse bloemenveiling vonden, nadat ze leerden over kwaliteit, over versheid, over verpakking…. Frambozen uit Guatemala, kinderkleding uit Cyprus, gietwerk uit Pakistan, huishoudtextiel uit Thailand. In de CBI-showroom konden belangstellende importeurs commentaar leveren over prijs- en kwaliteitsaspecten en op het productontwerp. Het CBI zette daarnaast elke maand een sector in de schijnwerpers met “Special Promotions”, zoals bijvoorbeeld verse en ingevroren vis. Met een kort bezoek konden importeurs zo een groot aanbod in hun sector terugvinden. Soms schrokken ze echter ook. De Man: “Soms werd het aanbod door Nederlandse producenten als bedreigend ervaren. We kregen reacties uit de leer- en kledingsector. We zouden de concurrentieverstorend bezig zijn, door producenten uit lage lonenlanden hier voor te stellen. Dat kon hoog opspelen, tot aan Kamervragen in Den Haag toe.”

Vandaag is duurzaamheid in ondernemersland de grote trend van de nieuwe eeuw geworden. De eerste gespecialiseerde winkels in duurzame kleding zijn alweer jaren een feit, modewebshops tonen een keur aan ontwerpen en designs. Wie dat wil, kan vandaag volledig duurzaam gekleed gaan, van biologisch afbreekbare schoenen tot een T-shirt van ‘schoon katoen’. Grote warenhuizen en modeketens besloten om meer biologisch en meer Fairtrade in hun collecties te stoppen. Toen het aanbod van kleine producenten niet voldeed aan de vraag naar gigantische volumes, kreeg een nieuwe organisatie steun van de regering, het Initiatief Duurzame Handel (IDH). Ook hier werkt het CBI weer mee samen. Zoekt het IDH met grote concerns naar mogelijkheden om de ketens in ontwikkelingslanden te verduurzamen, het CBI ondersteunt parallel hieraan de MKB-ondernemers en hun organisaties in diezelfde landen. Het CBI werkt ook nauw samen met de brancheorganisatie in de fashionindustrie, Modint, nadat waardoor twintig Macedonische kledingproducenten werden gematcht waren met 30 Nederlandse confectie-inkopers. Hun belofte: wij kunnen mode leveren volgens Europese smaak, met verkorte levertijden.