Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
03 november 2011

Aardgasboer omzeilt dure mestheffingen

Aardgasboer Gert Bouwhuis in Witteveen (Drenthe) heeft geen last van extra belastingen, omdat hij bij het maken van gas geen dierlijke uitwerpselen gebruikt. Hij hoeft dus geen mineralenheffing te betalen voor zijn digistaat. "Dat haalt alle winst weg."

De familie Bouwhuis gebruikt het biogas ook zelf. In de productie, maar ook voor de leukere dingen van het leven. Een mooi zwembad op de boerderij is hierdoor constant op een temperatuur van 34 graden, door middel van een warmtekrachtkoppeling. Een schilderij van de vergistingsinstallaties aan de rand van de pool herinnert aan de herkomst van deze luxe.

Nederlandse boeren die zelf biogas produceren, vergisten vaak ook stalmest van hun koeien, varkens of de kippen. De familie Bouwhuis heeft zelf ook een forse kippenschuur, maar ze waken er voor om de mest daarvan mee te vergisten. Door zich te beperken tot gehakselde maïs, uien, witlofresten en andere plantaardige biomassa, hebben ze geen last van de zogenaamde mineralenheffing. Die is bedoeld om de hoeveelheid fosfaten in de landbouw te beperken. Het restproduct (digistaat) van hun gasproductie is ook heel bruikbaar om de grond te verbeteren en te bemesten, maar het mag zonder extra kosten op het land worden uitgereden. “Dat scheelt een heel stuk”, vertelt boerin Jannie Bouwhuis.

De familie in Witteveen heeft een heuse berg aan maīshaksel naast de schuren opgebouwd, nu de oogsten van dit jaar net binnen zijn gehaald. De voorraad is voldoende om een jaar vooruit te kunnen, vertelt Jannie Witteveen. Ze wijst ook op een stevige stapel uien. “Het schijnt dat die dit jaar zo weinig waard zijn, dat de boeren ze liever aan ons leveren.” Bouwhuis levert sinds dit jaar 1,6 miljoen kubieke meter (op jaarbasis) aan het openbare gasnet, voldoende om 800 huishoudens te verwarmen. Het was een extra investering van 1,3 miljoen euro.

Een bijkomend voordeel van de louter plantaardige voeding van hun vier enorme groene vergisters: “We werken altijd met 80 tot 90 procent maïs en we hebben daardoor een constante kwaliteit. Er zijn ook boeren die met de seizoenen meegaan en steeds weer een andere mix hebben. Dan weer pas gemaaid gras, dan weer stalmest. Maar het is een chemisch proces en niet alles gaat even goed. Dat hebben wij ook wel meegemaakt. Wij werken hier ons biogas zelf op tot aardgaskwaliteit. Daar zit dan een bepaald luchtje aan, om mensen te waarschuwen dat ze hun gas aan hebben staan, zonder dat het brandt. Aan ons gas zat nog een ander luchtje, waardoor het werd afgekeurd. Het heeft heel wat onderzoek gekost om er achter te komen hoe dat nou precies zat. Uiteindelijk ontdekten we dat deze stof afkomstig was uit sinaasappelschillen. Die stopten we ook in de vergisters. Daar zijn we toen meteen mee gestopt. Maar we gooien er nog wel vloeibaar plantaardig vet bij. Dat kan geen kwaad.”

Het gebruik van voedingsgewassen voor het opwekken van energie is onderhevig aan kritiek. Dat geldt vooral voor biomassa afkomstig uit ontwikkelingslanden. Mevrouw Bouwhuis is het niet eens met deze bezwaren. Ze wijst op de Nederlandse situatie. “Gaat het echt om het behouden van landbouwgrond om zoveel mogelijk mensen te kunnen voeden? Dan moeten we niet steeds van goede landbouwgrond voor ons plezier natuurgebied maken. Of ophouden om als hobby bloembollen te telen. Energie is iets dat we harder nodig hebben dan een bloemetje op tafel. En mocht er hier echt een voedseltekort ontstaan, dan gaan meteen aardappelen de grond in, om te helpen. Dat kan van de ene op de andere dag, geen enkel probleem. Door de prima meststof die wij als eindproduct produceren, hebben we hele vruchtbare grond. Wij kopen geen zak kunstmest meer in. Niet nodig. Ook andere boeren zijn erg tevreden met ons digistaat.” Het restmateriaal komt kurkdroog uit de machines en doet aan houtige takjes denken, geurloos en bruin.