Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Betuwse Krenkelaar
Betuwse Krenkelaar
01 oktober 2017

Krenkelaar verduurzaamt Betuwe

Na Flipje Tiel heeft de Betuwe een nieuw duurzaam label gekregen. De naam luidt Betuwse Krenkelaar. Deze week werd de eerste cider onder deze naam gepresenteerd op de vakbeurs Foodspecialiteiten in Houten. Het is meer dan een appeldrank: het is het tastbare product van een voedseltransitie.

Ontwikkelaars Hilde Engels en Peter van Luttervelt trokken een koel flesje uit de koelkast open. Er moest beslist even worden geproefd. Bruisend als champagne, sprankelend, fris. Met of zonder alcohol verkrijgbaar. Lekker!

Wat is het verhaal achter deze cider?

Engels, verwijzend naar het initiatief Kromkommer, dat zich richt op misvormde groenten: “De Betuwe produceert elk jaar zo’n 15 duizend ton aan appels die niet als A-kwaliteit verkocht kunnen worden. Of ze zijn niet mooi rond, of ze zijn aan elkaar vastgegroeid, of ze zijn te klein.”

Van Luttervelt: “Maar ze zijn nooit rot. Het is alleen niet de hoogwaardige kwaliteit die de supermarkt eist en het is ook niet de industriekwaliteit waar de appelmoes van wordt gemaakt.”

Engels: “Maar er is ook met deze appels niets mis. Daarom hebben we ze een naam gegeven: Krenkelaars. We vonden die term in een oud boek, opgetekend door een zoon van de schrijver Nicolaas Beets. Het is een oud-Hollands woord. Wij vonden een fruitteler, die met ons waarde wilde toevoegen aan dit product dat hem weinig opleverde. Het deed hem pijn, om al die appels af te moeten voeren.”

Van Luttervelt: “Vervolgens zochten we in eigen omgeving ook een bedrijf dat van deze appels een nieuw product zou kunnen maken. Zo kwamen we bij het Betuws Wijndomein terecht, dat bereid was mee te denken over een streekeigen cider. Ook om afstand te houden van andere producten, zoals het appelsap van De Perelaer of Flevosap. Het ging ons bovendien niet om het product zelf, maar om een systeeminnovatie, om de circulaire economie, om de transitie naar een duurzame teelt.”

Engels: “Inclusief bloeiende akkerranden, om wilde bijen te lokken, die voor een veel mooiere appel kunnen zorgen, bij het bestuiven van de bloesem. Dat is wetenschappelijk bewezen. Je moet de omgeving ook na de appelbloesem interessant houden, voor die bijen. Ze moeten een heel seizoen bloemen kunnen vinden en nestgelegenheid. Door de verkoop van de cider kunnen we de teler een eerlijke prijs geven voor zijn appels zodat hij kan investeren in een duurzame teelt.”

Van Luttervelt: “En daarom heb je niet alleen de fruittelers nodig, maar ook de bewoners in de dorpen. Je moet ze verleiden die tegels uit hun tuinen te lichten en daar bloemen aan te planten die aantrekkelijk zijn voor bijen. Zo leg je de verbinding tussen die teler en de dorpen, de regionale economie. Die relatie is nu verbroken.”

Lees alles hierover in de P+ Special van deze week.

Downloads

Meer info download je hier:

P+ Special over Voedseltransitie (500 kb)