De nieuwe Rainbow Warrior III van Greenpeace mocht 23 miljoen euro kosten, maar voor dat geld hebben de actievoerders dan ook wat. Voortaan gaan ze zeilend op hun doelen af.

Het nieuwe vlaggenschip van Greenpeace, de Rainbow Warrior III, is op 14 oktober op een werf nabij Bremen officieel gedoopt en in de vaart genomen. Binnen enkele dagen vertrekt het schip, dat qua duurzaamheid in de scheepvaart tot de wereldtop behoort, voor een promotietournee langs een aantal Europese hoofdsteden. Op 29 oktober meert het aan in het Amsterdamse Oostelijk havengebied, waar een week lang een Rainbow Warrior festival zal plaatsvinden.

"Godmother" Melinda Laboucan Massimo, een jonge Cree-activiste die in Canada strijdt tegen de verwoestende winning van teerzandolie, verrichte de champagnedoop. Eerder had ze het schip al ingezegend met een traditionele indiaanse rookceremonie. De naam Rainbow Warrior is afkomstig uit de Cree-mythologie.

De Rainbow Warrior III is in de eerste plaats een zeilschip. Met een zeiloppervlak van 1.300 meter, verdeeld over vijf elektrisch oprolbare zeilen, haalde het tijdens de proefvaarten al een snelheid van 14 knopen. Voor als het toch nodig is om op de motor te varen beschikt het over een elektromotor (en een dieselmotor voor noodgevallen). Het schip is verder ondermeer uitgerust met een helikopterplatform, een conferentiezaal en satellietverbindingen met de buitenwereld. Er is een biologisch afwateringssysteem. De hitte van de motoren zorgt voor warm water en verwarming aan boord.

Het is voor het eerst dat Greenpeace zelf een zeevarend schip heeft laten bouwen; voorheen werden bestaande schepen door de milieuorganisatie omgebouwd tot actieschip. De 23 miljoen euro die de Rainbow Warrior III kostte, is door 100.000 donateurs bijeen gebracht.