Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Didi Hoezen
Didi Hoezen
27 februari 2021

Indicatoren topconcerns WBCSD ongeschikt voor bouw

Waarom zijn de circulaire indicatoren van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) niet geschikt voor de bouw? Ze zijn opgesteld voor bedrijven, wereldwijd opererende concerns nog wel. Een bouwproject wordt georganiseerd door vele verschillende partijen. Daarom moet er naar een eigen online tool worden toegewerkt, stelt consultant Didi Hoezen in de P+ Special ‘Circulair calculeren’.

Het rapport ‘Circular Transition Indicators’ maakt indruk. Persoonlijke statements van grote CEO’s en de logo’s van hun wereldwijde concerns staan erin. Microsoft, Dow, maar ook Nederlandse multinationals als Philips, AkzoNobel, DSM en Rabobank verleenden er hun naam aan. Niet minder dan 26 bedrijven die zijn aangesloten bij de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) zetten in de eerste versie van dit rapport de schouders onder een instrument, waarmee de vraag beantwoord wordt: hoe circulair is mijn bedrijf? Dat is hard nodig, want wereldwijd is de economie nu nog maar voor 9 procent circulair. Dat moet in Nederland in 2050 naar de 100 procent. Dus: hoe meet je dat?

Een online tool of dashboard helpt bedrijven om tot een opzet te komen, door grondstoffenstromen in kaart te brengen om de kringloop te sluiten. Wat is het percentage nieuwe en al gebruikte grondstoffen? Hoe groot is die instroom? En hoe groot is de uitstroom? Hoeveel water wordt er gebruikt en daarna geherbruikt? Hoe hoog is het percentage groene energie? Het model voorziet de gebruiker van formules en rekenmodellen. 

Goed werk van de WBCSD, onder directie van ‘onze’ Peter Bakker. Maar een Nederlandse bouwmaatschappij die een circulair gebouw wil realiseren kan er toch niet veel mee. Er gaapt een kloof tussen deze circulaire indicatoren en de keuzes waar een installateur voor komt te staan die de toiletpotten moet ophangen. Of zijn collega die verantwoordelijk is voor de warmte-installatie. Of de collega die de wanden plaatst. Wanneer zijn werkzaamheden circulair of niet?

“Iedereen die aan rapporten als deze schrijft, zou in de praktijk moeten meelopen”, stelt consultant Didi Hoezen (1982) dan ook. Diplomatiek: “Zo’n model als van WBCSD of van Ellen MacArthur zijn goede theoretische modellen die je als vertrekpunt kunt gebruiken om tot een integrale aanpak te komen.” 

Haar consultancy 2BHonest helpt ondernemingen die worstelen met de honderden verschillende definities van circulariteit en de al meer dan 14 verschillende modellen om circulariteit te berekenen. “Zo kunnen de indicators van de WBCSD behulpzaam zijn voor een bedrijf, maar bouwers hebben te maken met projecten, met opdrachten. Aan een groot gebouw werken bovendien ook nog eens verschillende opdrachtnemers, zelfs uit verschillende branches, waar de prestatie-indicatoren (KPI’s) verschillen. In de techniek zijn die anders dan voor infrabedrijven, bijvoorbeeld. De complexiteit van de aanvoerketen in de bouw is ook een belangrijke uitdaging.”

Meer over Didi Hoezen in de P+ Special ‘Circulair calculeren’.