Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
groene breinbreker
groene breinbreker
30 januari 2016

Rotterdamse haven moet opschieten met biobased chemie

Het is mogelijk de petrochemische industrie in de Rotterdamse haven grotendeels om te bouwen naar een biobased chemie. Als deze omzetting niet binnen dertig jaar gemaakt wordt, is het zeer de vraag wat er nog over is van de huidige wereldhaven.

Dat zegt ir. Christiaan Bolck (1972) programma manager biobased materials bij Wageningen UR. Hij was betrokken bij de Groene Brein bijeenkomst met de haven van Rotterdam over mogelijkheden van biobased chemie. Het Groene Brein is een netwerk van meer dan 80 groene wetenschappers. Bolck en zijn team doet toegepast onderzoek naar materialen: hoe maak je vanuit plantaardige grondstoffen plastics, karton, bouwmaterialen, asfalt en verven?

Groene Breinbreker: Wanneer kunnen de havens op zijn vroegst zijn overgeschakeld op een biobased economy?

Dat is voor Bolck een hele lastige vraag, want er zijn nogal wat variabelen. “Het is niet een 0-1 situatie, ineens van niets naar biobased. In de haven van Rotterdam worden ook nu al biobased materialen verwerkt, er wordt nu al biodiesel gemaakt en er is nu al houtoverslag om bij te stoken in de energiecentrales. Toch verwerkt het merendeel van de petrochemie nog steeds fossiele grondstoffen.  Daar zitten bedrijven achter met een verdienmodel dat is gebaseerd op de aanvoer hiervan. Is het economisch mogelijk om diezelfde producten van biobased materialen te maken? Wij leven niet alleen in een wereld waarin de techniek er toe doet, maar ook wat het kost om die omzetting te maken.

Ik kijk er vooral naar met een technisch oog. Ik weet dat je met biobased grondstoffen, bomen en ander plantaardig materiaal, net zo goed benzine, verf, schoonmaakmiddelen, diesel en smeervet kunt maken. En ook plastics, niet te vergeten. Dat is geen onbelangrijke, want 95 procent van alle chemicaliën worden uiteindelijk verwerkt tot polymeer materiaal, alle soorten kunststoffen bij elkaar genomen. En dan rangschik ik diesel en benzine  even niet onder chemicaliën.

Bij het tempo dat je wilt maken, doet ook de prijs er toe. Wat kost het om van aardolie producten te maken, of van biomassa? Dat kun je berekenen en daarna de vraag stellen: willen wij dat als burgers, als maatschappij betalen? Uiteindelijk moet er ook een markt voor zijn. Daarbij kan de overheid wel stimuleren, door het sponsoren van fossiele grondstoffen af te schaffen en de biogrondstoffen in eerste instantie financieel wat te stimuleren.

De markt zal daar zelf ook aan meewerken, want het oppompen van olie wordt steeds duurder. De vraag is nu al aan het afnemen. Daardoor dalen de olieprijzen, want de putten zijn geslagen en het oppompen is begonnen en dat levert een te groot aanbod. Benzine lijkt nu goedkoop, maar het is de maatschappij die uiteindelijk de hoge kosten van de CO2-uitstoot betaalt, door effecten zoals de stijging van de zeespiegel en extreme weerssituaties. Maar wat er ook gebeurt, de olie- en gasvoorraden zijn uiteindelijk eindig, dus zal er tijdig een alternatief gereed moeten zijn.

Je kunt de vraag ook omdraaien. Als Rotterdam nu niet snel overgaat op biochemie, is er dan over dertig jaar nog wel business? Of kies je puur voor het doorvoeren van biomassa, naar verwerking tot eindproducten elders in Europa? Dat biedt niet veel toegevoegde waarde, dat zie je nu al aan de containeroverslag.

Ook is dan de vraag: is Rotterdam zelfs daarvoor nog wel een logische plek? Die biomaterialen komen straks uit Oost-Europa en de Oekraïne, uit Afrikaanse landen rondom de Sahara als Ghana.  Daar zijn onmetelijke landbouwgronden. Waarom zouden die landen niet zelf ter plekke tot eindverwerking overgaan? Daar verdien je meer aan, dan met het uitvoeren van grondstoffen. Alleen als Rotterdam veel eerder klaar is voor verwerking, kan zo’n voorsprong het verschil maken.

Het wordt belangrijk voor de haven om te beslissen welke faciliteiten ter beschikking worden gesteld. Kan een Havenbedrijf meefinancieren, door bijvoorbeeld een bedrijf als Avantium een plek te geven, een producent van biobottles voor Coca-Cola? Zou Rotterdam zo’n onderneming gunstige voorwaarden moeten bieden? De directie is al tijden op zoek naar een vestigingsplaats voor een productiefaciliteit. Moet je niet nu al samen met de petrochemische industrie gaan onderzoeken of je in plaats van aardolie ook andere grondstoffen in je krakers kunt stoppen?

Ik vraag me af hoe lang de polsstok van het Havenbedrijf is om zulk onderzoek op gang te krijgen. Ik denk dat je niet meer moet wachten, want van deze vraag hangen tal van andere beslissingen af. Als je aan de omzetting van petrochemie naar biobased gaat beginnen, kun je ook gaan investeren in hubs in die landen die de biomassa gaan leveren. Dat is dan niet meer Saoedi-Arabië, maar een haven in Afrika, bijvoorbeeld.”

Stel gratis uw eigen vraag!

Dit is aflevering 18 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week zal op de website van P+ een praktijkvraag worden gesteld aan een van de 80 wetenschappers die aan het netwerk Het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl