Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Marion Braks WE Parijs
Marion Braks WE Parijs
14 december 2017

Nederlandse Greendeals voorbeeld voor Macron

President Emmanuel Macron heeft Nederlandse Greendeals als voorbeeld voor het verduurzamen van Frankrijk genomen. Dat bleek op de duurzaamheidconferentie WE World Efficiency Solutions in Parijs, deze week. Interessant is hoe de centrale aanpak in Frankrijk deze aanpak weer een flinke stap verder brengt.

Nederland presenteerde in Parijs met trots een filmpje waarin wordt getoond hoe het ministerie van Defensie oude uniformen inzamelt om daar –deels- weer nieuwe bedrijfskleding voor het leger van te maken. De veel meer centralistisch gestuurde Franse economie brengt deze aanpak verder, door niet alleen het leger, maar ook de posterijen, de metro, de politie, de spoorwegen en de dienstkleding van medewerkers van de stad Parijs in een-en-dezelfde Greendeal te stoppen. In Frankrijk is dit een ECV komen te heten, ‘Engagements pour la Croissance Verte’. Naast de bedrijfskleding zijn er inmiddels zo’n zes andere overeenkomsten van start gegaan, waarbij bedrijven en overheden gezamenlijk barrières weghalen die vergroening van de economie in de weg staan. Frankrijk nam al in 2016 het Nederlandse voorbeeld over.

Ook president Macron blijkt een warm pleitbezorger voor deze vernieuwende aanpak. Frankrijk telt in de persoon van Nicolas Hulot een wereldwijde primeur, een minister voor Transitie. De naam van zijn ministerie “Transition Ecologique et Solidaire’ dook in vele sessies op tijdens de sessies op de duurzaamheidsbeurs World Efficiency Solutions.

Ook op de bijeenkomst die geopend werd door de Nederlandse vice-ambassadeur Dirk Jan Nieuwenhuis, die zijn economische staf had meegenomen, waaronder Marion Braks. Zij adviseert vanuit de ambassade over de circulaire economie. “Ja, het is echt zo. Frankrijk heeft onze Greendeals als uitgangspunt genomen”, bevestigt ze. “Wij hebben de Nederlandse Greendeals zelfs in het Frans vertaald.”

Naast een meer centrale aanpak werd in deze sessie ook duidelijk dat de Fransen kiezen voor het inzetten van ‘flexibele regels’, daar waar huidige wetgeving de transitie in de weg staat.

Ook Nathalie Simenauer, directeur duurzaamheid bij Air France, erkende dat de KLM pionierswerk binnen het concern verrichte. Economischer vliegen, sneller nieuwe en zuiniger toestellen kopen, het zijn maatregelen die de milieudruk van AirFrance/KLM moeten verlagen. De aandacht ging vooral uit naar de toevoeging van biobrandstoffen, die de voedselproductie niet in de weg mogen staan. Het is dus vooral een kwestie van het verwerken van oud frituurvet.  De Franse afvalverwerker Suez toonde dat er in Frankrijk ook voor particulieren afleverpunten zijn ingericht, om hun oude patatolie in te leveren. Andere landen zijn weer verder dan Schiphol, door op luchthavens een vaste infrastructuur in te richten voor het bijvullen van biofuels. Oslo in Noorwegen is de koploper, sinds 2016. Los Angeles gaat volgen. In Amsterdam worden de vliegtuigen van KLM nog met mobiele tankwagens bijgevuld met biofuel.

Is Nederland daarmee de voorsprong als pionier nu alweer volledig kwijtgeraakt? Zeker niet, vindt Braks, die voor haar overstap naar Parijs onder meer voor MVO Nederland werkte. “Er is een nieuwe Nederlandse toeleverancier van biofuels voor vliegtuigen in de nieuwe markt gestapt: SkyNRG. De KLM is partner hierin. Dat bedrijf groeit goed en levert nu al aan 25 lichtvaartmaatschappijen, wereldwijd.” Naast KLM zijn dat onder andere Finnair, Quantas, Air Canada, en LAN Chile.

De Franse taal en cultuur is voor –sommige- Nederlandse bedrijven een barrière om in het land te ondernemen, erkent Braks. Maar ze somt ook met gemak MKB-ers op die zich hierdoor niet lieten afschrikken. “Je moet wel een beetje van het land houden. Je moet ook weten dat de landbouw hier groot is. Ook doe je er verstandig aan een lokale agent te zoeken, al is het alleen maar voor het doorlopen van de vergunningen. Als je het zo aanpakt, werken de Fransen graag mee en zien je graag komen. Dan doe je het goed hier. Ik zie een bedrijf als Bakker Hydraulic Products het hier heel goed doen, een fabrikant van grijparmen. Daly Plastics uit Zutphen is in staat gebleken om oud Frans landbouwfolie in te zamelen om dit tot nieuw recyclaat om te kunnen werken.”

Het laatste is een voorbeeld uit de opkomende circulaire economie, waar Braks ook in Frankrijk hoge verwachtingen van heeft. “Frankrijk is een land dat bijna zelfvoorzienend is. De Fransen kunnen zowat alles wat ze nodig hebben zelf maken. Als je die houding doortrekt naar hergebruik van grondstoffen, kan het hard gaan.”

Braks is overduidelijk Frankrijk-fan, getrouwd ook met een Fransman. Ze sluit haar werk aan op de duurzame agenda van Macron en zijn Transitie-minister Hulot, een oud-milieuactivist. Niet alles dringt daarover in Nederland door. Aan de andere kant: op de sessies op WE klinken verhalen die ook in de Nederlandse duurzaamheidswereld overbekend zijn. Het zijn in Frankrijk de grote gebaren die opvallen. De autoloze zondag in Parijs haalde de wereldpers, maar ook het autovrij maken van de oevers van de Seine in de binnenstad. “Als Hulot het niet kan veranderen, dan kan niemand het”, stelt Braks.

Een laatste tip? Braks: “Frankrijk blijft een voedselland, ook de stad Parijs. Het is heel interessant hoe ze met stadslandbouw in oude, vervallen gebouwen zijn gestart. Eerst zaten die nog vol met junkies en daklozen. Het was er smerig.  Na een grondige schoonmaakbeurt wordt er nu groente geleverd aan restaurants in de stad. Verser kan niet. Minder vervoerskilometers maken ook niet. Het zijn bovendien sociale ondernemingen, die werkt bieden aan mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt.”

Nederlandse ambassade over Greendeals / CVE’s.

Over de World Efficiency WE Parijs 2017