Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Siegfried Woldhek Masterclass
Siegfried Woldhek Masterclass
12 maart 2012

Siegfried Woldhek: Hoe herken ik gezichten?

Een goed portret begint met het vastleggen van de vlekken in iemands gezicht. Zo herkennen wij mensen. Een van de eigenwijze adviezen van Siegfried Woldhek, oud-directeur van het Wereld Natuur Fonds tijdens een workshop portrettekenen.

Oeps. Tijdens het voorstelrondje blijkt zowat iedereen een kunstopleiding te hebben genoten. Behalve ik dan. Dit is niet gewoon een workshop, dit is een masterclass, ook al noemt Siegfried Woldhek dat niet zo.

Wij maken er dus maar een grapje van. “Toen ik vroeger nog niet wist wat ik wilde worden, schreef ik op vier academies tegelijkertijd in. Een fotoacademie, een uitgeversacademie, een kunstacademie en de School voor de Journalistiek. Daar werd ik de eerste de beste keer ingeloot. Die kans was in die tijd zo ontzettend klein, dat ik daarom journalist ben geworden. Maar uiteindelijk ben ik het allemaal een beetje geworden, want als maker van een tijdschrift denk ik mee over de vorm, ik fotografeer een beetje, ik ben ook een halve uitgever. Behalve dan het maken van kunst, dat is er nog niet van gekomen…”

Een van de andere deelnemers, met Kunstacademie, grapt: “En dat wil je nu in een dag inhalen?”

Ik: “… Moet kunnen.”

Het is Siegfried Woldhek zelf die even daarna bescheiden opmerkt dat ook hij geen academische opleiding heeft. Het is geen vereiste om met een satirisch portret van president George Bush in The Metropolitan in New York te komen hangen, naast David Levine nog wel, de grote portrettist van de New York Times. “Ik ben autodidact en tekende voor mijn plezier portretten toen ik directeur van het Wereld Natuur Fonds was.”

Het voordeel van het ontbreken van academische scholing is dat Woldhek het allemaal zelf heeft mogen bedenken. Zo ontwikkelde hij eigenhandig een theorie over gezichtsherkenning. Hij vraagt of we even allemaal het gezicht van premier Rutte willen overtrekken. Alle tien deelnemers krijgen een fotokopie van een RVD-achtig portret, waar geur noch smaak aan zit. Met een vulpotloodje van 0,5 millimeter sta ik naast mijn buurman tegen het raam te kriebelen. Wanneer de resultaten op tafel liggen, blijkt de oogst lelijk tegen te vallen. Het lijkt bijna nooit goed op Mark.

“Dat komt omdat we gezichten niet aan de lijnen herkennen”, zegt Woldhek, die niet verbaasd is over het resultaat. Hij ontvouwt zijn theorie. “Herkenbaar zijn is niet hetzelfde als lijken. Je herkent een gezicht niet aan de lijnen, maar aan de vlekken. Kijk maar eens terug naar je eigen oude schoolfoto’s. De gezichten daarop zijn heel klein, vaak niet zo goed meer van kwaliteit, maar je weet onmiddellijk wie wie is. Dat komt door de plekken waar de schaduwen zitten.”

Hij laat een tot zwart-witte contouren teruggebrachte foto van Alexander Pechtold zien, sterk van onderaf genomen, zodat je zou kunnen denken dat die enorme slagschaduw onder zijn hoofd een Fidel Castro achtige baard zou zijn. Weten we wie dit is? We zien het allemaal gelijk.

“Dan ga ik jullie nu uit je comfortzone halen”, belooft Woldhek. “Zoek een kwast uit, er zitten hele mooie bij van Russisch eekhoornhaar. Vraag mij niet hoe ze aan dat haar komen, dat weet ik liever niet. Verwen jezelf. Doe dat ook thuis. Koop de mooiste tubes verf, het mooiste papier. Experimenteer. Maar probeer nu iemand vast te leggen op basis van de donkere plekken in zijn gezicht.”

Over tafel gaan uit tijdschriften gescheurde portretfoto’s rond. Ik kies een Poolse schrijfster met één lui oog en één heel groot starend oog, een ideaal gezicht om te overdrijven. Met mijn veilige kraspennetje gaat het wel goed. Maar ik moest dus weg uit mijn veilige wereld van doedels, die ik vaak met mijn vulpen krabbel als ik zit te bellen, hele aantekenboeken vol. Dus: dik krijt, Koh-I-Noor. Ogen bijna dichtknijpen, door de oogharen kijken. Moeilijk. Nog een keer, ditmaal met tubes waterverf. Gebrande sienna en Frans Ultramarijn van Winsor op een schoteltje uitgeknepen.

“Gebruik net zoveel papier als je wil, het moet allemaal op vandaag”. Nu ben ik alle controle echt kwijt. De kleuren vloeien naar plekken waar ik ze niet wil hebben. De prachtige schakeringen die ik om mij heen zie verschijnen, worden bij mij een groezelige put van modderwater. Woldhek: “Laat je verrassen, de kleuren doen dit helemaal gratis voor je.”

De worsteling gaat wel met vrolijk gezang gepaard, want ineens komt die zin uit dat liedje van Toon Hermans op. “Alsof dat vlekkie groter wordt.” Hoe ging dat liedje ook weer? Oh ja, vader gaat op stap. Zit mijn jasje goed? Zit mijn dasje goed? Te Giethoorn, in het atelier van de grootste satirisch tekenaar van ons land, klinkt nu gezang, want overbuurvrouw Betty kent dat liedje ook.

Oh jee, nieuwe bedreiging. Mijn overbuurman Jan, die op beurzen hele dagen karikaturen tekent, besluit mij als slachtoffer te kiezen. Hij wil verder met zijn werk, daarom spreekt de aanpak van Woldhek hem aan, om zo zijn grenzen te verleggen. Het wordt inderdaad een experimenteel weergegeven hoofdredacteur, die ik na afloop gelukkig mee naar huis mag nemen. Mooie aanvulling op het zelfportret dat we moesten maken, door strak naar jezelf in de spiegel te kijken, maar niet op het papier te spieken. Blind tekenen dus, volledig op de tast. Laat dat nou uitgerekend de oefening worden waarin de schrijver dezes tot de uitblinkers behoort... “Mooie penvoering heb je”, zegt mijn buurvrouw Irene, professioneel illustratrice.

Napraten bij een glaasje wijn. Woldhek vertelt over de evolutie van zijn werk, dat volledig op de fotosite Flickr terug te vinden is. Daar zie je het vroege zwart-wit werk, dat nog een beetje aan Peter Vos doet denken, die schitterend vogels tekende en beroemd werd met zijn ‘Schijtlijster’ uit het Beestenkwartet. Woldhek kende hem, zoals hij ook Peter van Straaten kent: “Het tekenaarswereldje is ontzettend leuk, we komen bij elkaar over de vloer, iedereen woont ook bijzonder. Heel anders dan de wereld van natuurbeschermers.”

Op Flickr zie ik de schrijversportretten terug die Woldhek tientallen jaren geleden maakte voor Vrij Nederland –wat hij tot op de dag van vandaag nog steeds doet. Je ziet Jan Wolkers ouder worden. Hier staan ook de tekeningen van politici en ‘de man van de week’ die elke week in het NRC verschijnen. Er is op de wereld geen andere tekenaar die zoveel eigen karikaturen op internet heeft gepubliceerd. Het zouden er nog veel meer kunnen zijn als Woldhek zich zou interesseren voor de Bekende-Nederlanders-van-TV, die bij voorkeur in elkaars programma elkaars beroemdheid in stand houden. Dus geen portretten van Nick & Simon, van André van Duin, van Joop van den Ende, van John en Linda de Mol, zelfs niet eens van Matthijs van Nieuwkerk. Woldhek zou niet misstaan als nieuwe wekelijkse act, door tijdens de uitzending een gast onder handen te nemen. Dat hij dat binnen 10 minuten kan, bewees hij op TED-bijeenkomsten, waar hij de sprekers vereeuwigde op zijn iPad, waar een tekenprogramma op staat. Onder grote belangstelling van de deelnemers laat hij het Japanse pennetje zien, waarmee hij op het glasvlak tekent. Elk nieuw digitaal portret lijkt weer met een nieuwe techniek te zijn gemaakt. 

Maar de bekroonde karikatuur die hij van de staatssecretaris van Landbouw maakte, Henk Bleeker, is er toch een die met verf en kwast ontstond. Het werd een landbouwer die op een pas omgeploegde akker onder zijn klompen het laatste wilde bloemetje plet. Een blik van een verongelijkte boer die al die stadse lui voor geen meter vertrouwt. Met het portret won Woldhek de Inktspotprijs 2011, de erkenning voor de beste politieke tekening van het jaar.

Op Flickr kom ik ook weer de tekening van Steve Jobs tegen, gemaakt direct na zijn overlijden en in mijn herinnering bijna paginagroot in het NRC afgebeeld. Hier heeft hij gele ogen gekregen. Het ronde montuurloze brilletje heeft de vorm van het Apple-logo, de appel waar een hap uit is genomen. Het is zo’n tekening die zich voegt bij het beeld dat je al van iemand had, maar het doet kantelen. Steve Jobs was een kat, die zich niet aan onze cultuur aanpaste, maar aan wie wij ons hebben aangepast. En hoe.

Ideevorming, ook dat is essentieel op deze Masterclass. Ik kies een foto van een oudere vrouw met bontkraag, vul haar ogen niet in, zodat ze hol en doods lijken. Ik probeer de bontkraag om te vormen tot de twee ogen van een dier. Ook met dezelfde lege blik van een coma-patiënt. Leuk idee, maar de gelijkenis is niet goed. Dat hoeft geen ramp te zijn, zeker niet als je niet aan een krant levert. Woldhek: “Het gaat erom hoe het is gemaakt. Over vijftig jaar kent niemand deze persoon meer, maar zie je nog wel of de tekening mooi is.”

Maar toch. Woldhek komt langs en ik duw hem mijn tekenkrijt in handen. “Je maakt schaduwen waar ze niet zijn en je vergeet deze vlekken”, zegt hij, en arceert bij de mond en neus, plaatsen waar ik nooit had durven komen. Maar inderdaad, ze lijkt ineens wel meer op de vrouw op de foto die voor me ligt.

De geschilderde portretten van Putin, de Paus, Berlusconi en Sarkozy kijken op mij neer, mannen van een kleine lengte (niet een is langer dan 1,68 meter) en met een grote lach. Ik besluit om een serie onscherpe portretfoto’s te gaan maken, de vlekken te gaan naschilderen en dan te vragen of ik nog eens terug mag komen.

De workshop portrettekenen bij Siegfried Woldhek in zijn boerderij te Giethoorn kost 175 euro. Volledig verzorgd, van 10.00 tot 17.00 uur. Volg de aankondigingen op zijn website en op Twitter: @swoldhek Informatie: info@woldhek.nl.

Website Siegfried Woldhek
 

Het oevre van Woldhek op Flickr