Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Agnes Jongerius in Bangladesh
Agnes Jongerius in Bangladesh
06 april 2017

Europa dreigt Bangladesh met stopzetten textielimport

De EU dwingt de regering van Bangladesh voor 18 mei de arbeidswetgeving eindelijk te verbeteren.  Anders wordt de toegang van textiel uit dit Aziatische land naar Europa gestopt. Europarlementariër Agnes Jongerius, oud-voorzitter van de FNV, reisde af naar de hoofdstad Dhaka. P+ publiceert haar reisverslag. Beëindiging van samenwerking zou ten koste gaan van vier miljoen vrouwen die werkzaam zijn in de textiel.

Agnes Jongerius, nu Europarlementariër, schrijft in haar reisverslag: “In het vliegtuig terug uit Bangladesh loopt mijn hoofd over van alle indrukken en problemen waar het land mee te maken heeft. Samen met mijn collega’s van de sociaal-democratische fractie in het Europees Parlement bezocht ik het land om de situatie op het gebied van mensenrechten, arbeidsrecht, en democratie te onderzoeken.

Het was mijn tweede bezoek en opnieuw vond ik het ontzettend ongemakkelijk om met een dikke auto escorte  door de overvolle straten van Dhaka te ploegen. Ontelbare riksja's, brommers, fietsers en voetgangers worden voor je aan de kant gezet. Want in een land als Bangladesh worden buitenlandse gasten met te veel ceremonieel gekletter ontvangen. En dat maakt het ook zo schrijnend; want 99 procent van de bevolking leeft in een heel andere wereld. Een straatarme wereld, een wereld van keihard werken voor een schijntje, van leven van dag tot dag en van omgaan met een alles verstikkende corruptie.

Ondanks alle zichtbare armoede en ellende is het verhaal van Bangladesh heel dubbel. Het land telt ruim 6 procent economische groei per jaar. Dat is fantastisch nieuws. De regering van Bangladesh verwacht dat de groei in de komende jaren zelfs dusdanig is dat het land met de Europese Unie zal moeten onderhandelen over een nieuw handelsakkoord. Nu maakt het land namelijk nog gebruik van de zogenaamde ''Everything but Arms'' (EBA) overeenkomst; volledige markttoegang gereserveerd voor de armste landen van de wereld. Dat laatste is Bangladesh straks (gelukkig) niet meer. Maar ook EBA is niet geheel onvoorwaardelijk en dat heeft de Bengaalse overheid inmiddels ook door.

In een unieke brief hebben drie directeuren van de Europese Commissie de Bengaalse regering laten weten dat ze totaal niet te spreken zijn over de arbeidsrechtelijke situatie in het land. De hoogste ambtenaren van de EU dreigen zelfs met het intrekken van bepaalde markttoegang als de situatie niet verbeterd.

De brief is ingeslagen als een bom. Politici en hoge ambtenaren zijn bloednerveus en werkgevers zijn aan het lobbyen geslagen voor herziening van de arbeidswetgeving. Vakbonden zitten met hernieuwd zelfvertrouwen aan tafel.  Dat laatste is mooi om te zien.

Want de vakbonden hebben het de afgelopen tijd absoluut niet makkelijk gehad in Bangladesh. Na alle aandacht rond het drama van Rana Plaza is hun situatie kort verbeterd. Maar inmiddels is ontslag, intimidatie en zelfs fysieke mishandeling van vakbondsleiders en –leden weer een groeiend probleem.

In december vorige jaar liep een vakbondsactie om loonsverhoging in Ashulia (een industriegebied bij de hoofdstad Dhaka) totaal uit de hand. Vele honderden werknemers werden ontslagen. Er werden invallen gedaan in vakbondskantoren, die vervolgens ook gesloten werden. Honderden vakbondsmensen werden aangeklaagd en meer dan 20 vakbondsleiders verdwenen in de gevangenis.

Er waren regerings- en werkgeversvertegenwoordigers die durfden te beweren dat de acties in Ashulia georganiseerd waren door buitenstaanders, die niets te zoeken hadden in de kledingfabrieken.  Maar ik geloof dat wij ze wel duidelijk hebben kunnen maken dat wij met deze ´verklaring´ geen genoegen namen. Ook de wetgeving, dezelfde waar de Commissie (en de International Labour Organisation) tegen ageren, werkt de vakbeweging behoorlijk tegen. Zo is het erg moeilijk officieel voet aan de grond te krijgen. In een nieuwe fabriek of sector, worden klachten eigenlijk nooit opgevolgd en is collectieve organisatie in de speciale exportzones (EPZ's) überhaupt niet toegestaan.

De Commissie heeft in haar brief aangegeven nog tot 18 mei geduld te hebben. Dan komen de verschillende partijen weer bijeen om te praten over het verlengen van het Compact (overeenkomst tussen verschillende nationale en internationale partijen om de veiligheid in fabrieken te verbeteren).

Niet geheel toevallig is dat ook vlak voor de jaarlijkse conferentie van de ILO, waar Bangladesh vorig jaar al een (zeldzame) officiële waarschuwing aan de broek kreeg. Als de Commissie tegen die tijd niet het gevoel krijgt dat de Bengaalse overheid de klachten serieus neemt wordt er een officiële onderzoekscommissie in het leven geroepen. En op basis van hun uitkomst kunnen verregaande maatregelen genomen worden; zoals het intrekken van markttoegang.

Zelf hoop ik dat het niet zover hoeft te komen. De export van kleding zorgt voor veel economische groei en trekt miljoenen mensen uit de uitzichtloze armoede. Ruim 4 miljoen jonge vrouwen kunnen in de fabrieken ruim twee maal zoveel verdienen als bij de andere banen die er zijn (huishouding en landarbeid).

Export naar Europa, ruim 60 procent van het totaal, is onmisbaar voor het verbeteren van de situatie van zoveel gezinnen. Tegelijkertijd moet er iets gebeuren om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De lonen in kledingsector zijn nog steeds heel laag. Vrije vakbondsvorming zal leiden tot hogere lonen, hogere productiviteit en dus een hogere levensstandaard voor de bevolking van Bangladesh. En daar is iedereen bij gebaat.

De grootste uitdaging voor de komende tijd is hoe we de regering van Bangladesh dwingen de situatie te verbeteren zonder dat de bevolking hier de prijs voor moet betalen."

Meer over Agnes Jongerius en Bangladesh