Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
09 februari 2004

Gasunie: 100.000 particuliere waterstofcentrales in 2010

Hoving zei tegen P+ People Planet Profit: "Op papier hebben polymere brandstofcellen enorme potentie. Ze kunnen hele hoge elektrische rendementen halen, kennen geen draaiende delen en boeken veel lagere emissies." Wat wordt de opvolger van de huidige generatie CV ketels? Die vraag wordt steeds interessanter nu ketelbouwers de rendementen van zelfs de beste HR ketels niet meer kunnen verbeteren. Op de vakbeurs Verwarming, Sanitair en Klimaatbeheersing - die van vandaag tot vrijdag 14 februari in de Jaarbeurs te Utrecht plaatsvindt - tonen ze een keur aan hybride verwarmingssystemen waarmee nog wél hogere rendementen en lagere CO2 emissies te bereiken zijn. Nog vóór 2007, zo verwacht men, zullen warmtepompen, gas- en stirlingmotoren of zelfs brandstofcellen enkele honderden huishoudens van energie (warmte en/of stroom) voorzien. Het lijkt erop dat de waterstofeconomie daarmee het snelste in zicht komt. Ruwweg staan fabrikanten twee mogelijkheden open: warmtepompen (die warmte deels uit de bodem of de dakzonnecollector halen) en micro warmte/kracht (WKK) via brandstofcellen en vrije zuiger stirlingmotoren. Nefit en ketelgigant Vaillant zetten in op warmtepompen en brandstofcellen, Enatec (Eneco, Atag en ECN) juist op stirlingmotoren. Warmtepompen en stirlingmotoren mikken op de korte tot middellange termijn terwijl brandstofcellen voor de periode daarna bedoeld zijn. Tot 2010 zien deskundigen veel mogelijkheden voor vrije zuiger stirlingmotoren, een andere vorm van micro WKK (ofwel simultane opwekking van warmte en stroom). Ir. Ger Beckers, groepsleider stirlingtechnologie bij ECN te Petten en technisch manager van Enatec, denkt dat hun 1kWe motor - die bij tien werknemers staat te snorren - goede kans op de Europese vervangingsmarkt maakt (500.000 woningen in 2010). "De onderhoudsvrije motor boekt 20 procent minder CO2 emissies dan een normale energiecentrale, terwijl de terugverdienprijs voor de meerkosten maximaal zeven jaar bedraagt. Het probleem is dat Nederland, in tegenstelling tot Duitsland en Frankrijk, nog niet aan een terugleververgoeding voor dergelijke huisstroom wil", zegt Beckers. Een bericht van Tseard Zoethout