Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
04 maart 2004

Ook biobrandstoffen over de grens goedkoper

De Richtlijn, in juli 2003 aangenomen door het Europees parlement, schrijft in 2010 voor dat 5,75 procent van alle vervoersbrandstof van plantaardige oorsprong behoort te zijn. Met name Duitsland is er al ver mee: pakweg 250 oliemolens verwerken daar 1,1 ton koolzaad tot biobrandstof dat, dankzij de Duitse accijnsvrijstelling, tien tot twintig eurocent goedkoper is dan diesel. "Nu schieten auto's in onze provincie en in Oost-Groningen snel over de grens om daar goedkoop te tanken. Met biodiesel wordt dat straks net zo", zeg de Limburger Joep Hermans, voorzitter van telercoöperatie Carnola waarvan de aangesloten boeren dit seizoen 90 hectare koolzaad hebben ingezaaid. Hij schat dat Limburg voldoende afzet heeft voor de teelt van 1500 hectare als gemeentediensten hun wagenpark, voor aanzienlijk hogere rendementen, op puur plantaardige olie inrichten (Venlo doet dat al). "Dat zou niet alleen een welkome aanvulling op ons bouwplan betekenen maar bovendien erosie bestrijden." Zaak is dan wel dat het Rijk de regelgeving generiek maakt en accijnsvrijstelling op deze biobrandstoffen verleent. Ronald-Eric en Hein Aberson van Solar Oil Systems weten er alles van. Zij zijn de initiatiefnemers van de eerste Nederlandse oliemolen in Delfzijl. Volgend jaar gaat die de opbrengst van 1100 hectare koolzaad uit Groningen verwerken tot puur plantaardige olie en eiwitrijke koek voor de food en non-food industrie. Maar daarvoor hebben ze wél hemel en aarde moeten bewegen. En de accijnsvrijstelling geldt slechts tot 2010. Het ministerie van Financiën, en in mindere mate VROM, stelt dat koolzaad voor biobrandstof teveel ruimte in beslag neemt.