Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
15 februari 2005

Kofi Annan onderzoekt of duurzaam lobbyen kan bestaan

Het woord lobby heeft vooral in kringen van activisten een zeer negatieve klank. Het doet nog steeds aan alsof er in achterkamertjes met politici zaken besproken worden, die zeker niet in de krant mogen komen. Vooral in de Verenigde Staten bestaat het beeld dat hoe meer geld de lobbybureau's bezitten, hoe groter hun invloed zou zijn. Vooral de wapenlobby heeft aan dit gevoel bijgedragen, met een voortdurend pleidooi voor wapenbezit door burgers. Maar ook de voedingsindustrie laadt de schijn op zich vooral de belangen van de fast foodsector te dienen, in plaats die van de volksgezondheid. En dat op een moment waarop in de Verenigde Staten te dik zijn de vorm van een epidemie heeft aangenomen. Tegelijkertijd groeit bij ondernemingen de behoefte om op het hoogste politieke niveau van gedachten te wisselen over gewenste duurzame ontwikkelingen. In Nederland spraken de ondernemingen van Samenleving & Bedrijf vorig jaar bijvoorbeeld voor het eerst met minister-president Balkenende en staatssecretaris Van Gennip over dit thema. Het onderwerp was toen vooral de vraag in hoeverre MVO een bijdrage kan leveren aan de kenniseconomie van Nederland, aan innovatie. Voorzitter Tom Rodrigues van Samenleving & Bedrijf tegen P+: "Ik denk dat de tijd voor duurzaam lobby voeren al lang rijp is. Maar het moet wel anders. Het moet niet gaan om het neerzetten van een imago, maar gericht zijn op concrete resultaten. Dan bedoel ik resultaten die een win-win karakter hebben. Een win voor de samenleving, maar ook een win voor bedrijven. Ik zou graag van een imago-lobby naar een business-case lobby willen." In de studie wordt inderdaad gekeken naar de vraag of het mogelijk is om met duurzaam lobbyen anders te werk te gaan dan nu het geval is. Kan er meer openheid, oftewel transparantie zijn, bijvoorbeeld door publiekelijk goede praktijkvoorbeelden naar voren te brengen? Is het mogelijk om duurzaam lobbyen te beperken tot de tien hoofdprincipes van de Global Compact, waaronder mensenrechten, milieu, vrijheid van onderhandelen en het bestrijden van corruptie? Ook zal gekeken worden naar international erkende standaarden als die van het Global Reporting Initiative (GRI) in Amsterdam, dat indicatoren opstelt voor het maken van duurzaamheidsverslagen. P+ Webtip: Start lobbystudie