Het is een van de vele verhalen in de P+ die volgende week uitkomt. In de 'Classic Case' komt de vraag aan de orde waarom Koninklijke Tichelaar uit Makkum nog steeds kan bestaan. Het oudste bedrijf in Nederland startte in 1572 en kende toch de nodige probleempjes. Rond 1880 bijvoorbeeld kwam er te Maastricht ineens een concurrent, die op grote schaal gebruik maakte van goedkope kinderarbeid. En dus veel voordeliger aardewerk kon maken. Een situatie die ook vandaag heel actueel is, nu China de fabriek van de wereld aan het worden is. De Groningse geografe Aleid Brouwer ziet overeenkomsten met de duurzame ondernemers van nu. Tegen P+: "De oudste bedrijven houden vaak vast aan hun authentieke fabrikaat. Als ze met iets nieuws komen, dan is het een variatie op het originele product. Vernieuwend zijn ze meer in het productieproces, bijvoorbeeld met de modernisering van machines." Brouwer heeft het gevoel dat de oudjes zakelijk gezien geen topondernemingen zijn. Ze zijn financieel behoudend, nemen weinig risico en winstmaken is niet zo belangrijk. Volgens de geografe zijn het 'de volhouders van de middenmoot'. Maar wat is de reden voor hun lange levensduur? "Hun grootste geheim is het vasthouden aan hun eigen identiteit. De kern van hun bestaan is traditie en niet winstmaken." Veel oude ondernemingen zijn familiebedrijven, die veel waarde hechten aan een informele sfeer, de overdracht van familiewaarden en continuïteit. Hoe groter de betrokkenheid van de familie en medewerkers, hoe groter de overlevingskansen van de onderneming. Het oudste bedrijf ter wereld is Kongo Gumi uit Japan, opgericht in 593. In dat jaar werkte timmerman Shigemitsu Kongo mee aan de bouw van Shitennoji, een boeddhistische tempel in Osaka. Volgens de directeur is het geheim van heel oud worden 'bij de basis blijven' en het leveren van duurzame producten met een extreem lange garantietermijn. Zo onderhoudt Kongo Gumi nog steeds dezelfde tempel Shitennoji. P+ Webtip: Abonnement op P+