Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
26 oktober 2005

In informele sector in Nederland gaat al tientallen miljoenen om

In arme landen is de informele economie vaak de enige economie. Instanties als de Wereldbank en het IMF moeten maar schatten hoeveel geld of handel er werkelijk omgaat. Die situatie is inmiddels in Nederland ook een feit. Elk jaar gaat er vanuit Nederland naar families in de thuislanden een bedrag van 600 tot 800 miljoen euro. Een deel daarvan is volkomen onzichtbaar voor instanties. Wie kent hier het systeem Hawala? Het is een eeuwenoud ondergrond banksysteem dat zich vooral in Zuid-Azië en het Midden-Oosten sterk heeft ontwikkeld. Transacties zijn gebaseerd op vertrouwen. Ze vinden plaats via winkeltjes, belhuizen, reisbureaus, videotheken, juwelierszaken of eethuisjes in immigrantenbuurten in grote steden. De klant brengt contant geld en ontvangt hiervoor een bewijsstuk. Dat kan een doormidden gescheurd foto of speelkaart zijn, of de helft van een paar oorbellen. De 'bankier' zorgt ervoor dat de som geld in het land van bestemming komt via koeriers, via overboekingen of via onder- en overfacturering bij in- en uitvoer van goederen. Volgens het onderzoek van de Consumentenbond (en Foquz) zou 13 procent van al het geld dat wordt overgemaakt via dit systeem verlopen, dus al gauw zo'n 70 miljoen euro. Een van de redenen waarom migranten uit Suriname, Turkije, Marokko, Ghana maar vooral die uit Somalië hiervoor kiezen: de transactiekosten van een regulier overboekingskantoor zoals MoneyGram of Western Union zijn behoorlijk. De Nederlandse Bank liet tijdens het seminar hardop weten dat Hawala echter 'illegaal en verboden' is. Vooral in de strijd tegen het internationale terrorisme houden overheden scherp alle geldstromen in de gaten, ook de allerkleinsten. Medewerkers Floris Demenint en Juliëtte van Doorn gaan het onderzoek dan ook uitvoerig bestuderen. Deminent tegen P+: "We grijpen in met de middelen die we hebben, wanneer we zo'n Hawala-bemiddelaar tegen komen. Ik ben zelf al eens bij een kapper geweest, die nogal wat klanten had waar hij geld voor verstuurde." De andere kant van de medaille: door het zenden van zulke grote hoeveelheden geld naar arme landen, ontstaat er economische impulsen waar zelfs alle geldstromen van alle ontwikkelings organisaties niet tegen op kunnen. Deminent: "Je kunt laagdunkend doen over het feit dat dit geld vooral wordt aangewend voor consumptieve bestedingen. Maar het is wel een aanjager voor de lokale economie. En die vijftig euro van hier is in Ghana heel veel geld." Tijdens het seminar bleek dat alle cijfers, ook zelfs de nieuwste van de Consumentenbond, met een grote slag om de arm bekeken moeten worden. Het werkelijke bedrag dat vanuit het rijke westen naar arme landen gaat, zou nog wel eens veel hoger kunnen zijn. Klaas Molenaar van IntEnt, die immigranten helpt bij een oprichten van een onderneming in het land van herkomst: "Wat van die Afghanistaan die met zijn hier gekochte vrachtwagen naar huis rijdt, om daar een transportbedrijf te beginnen? Wat van die ondernemers die hun bedrijf in het thuisland deels financieren met in Nederland uitstaande schulden, van bank- en girorekeningen en geldleners tot en met schulden bij de Wehkamp en op een Bijenkorf-pasje toe? Langzaam afgelost, ook door familieleden hier? Wij weten dat allemaal niet en mensen zijn ook niet snel bereid om je over die schuldsituatie te vertellen. Maar ze hebben ook vaak 30 duizend euro eigen geld gespaard. Verwondering, dat is het woord dat hier past." P+ Webtip: Onderzoek Consumentenbond