Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
03 november 2005

Shell helpt professionalisering biologische katoenmarkt India

Decennia op decennia hebben westerse landen leningen opgedreven terwijl het aantal mensen onder de armoedegrens in dezelfde periode toenam. Wat hapert, is contact tussen professionele hulpverleners hier en arme mensen daar. "Arme zijn klanten van de 'hulpindustrie' maar missen de mogelijkheid op die hulp te reageren. We moeten ons richten op de behoeften van de armen. De Shell Foundation schept daarvoor een markt", zegt William Easterly in reactie op het recente rapport van de organisatie. Nee, de woorden zijn niet afkomstig van een idealistische hulpverlener. Easterly werkte zestien jaar als onderzoeker bij de Wereldbank, schreef de bestseller 'The Elusive Quest for Growth' en heeft zich als één van de meest scherzinnige critici van de 'hulpindustrie' ontwikkeld. En tsja, dan klinken ze toch anders. Easterly's lof voor de Shell Foundation is begrijpelijk. Na de Brent Spar affaire en dito schadelijke oliewinning in Nigeria maakte de oliemaatschappij 250 miljoen euro vrij voor een bedrijfsgerichte aanpak van de armoede. Sindsdien heeft de charitatieve poot van Shell allerlei activiteiten ontplooid om voor kleine bedrijven een markt te scheppen. "Want in de oorlog tegen armoede komen dezelfde vragen over levering, markttoegang en verkrijgbaarbaarheid aan de orde die het bedrijfsleven zich ook elke dag stelt", zo verwoordde vice-directeur Chris West het recent in de Britse kwaliteitskrant 'The Guardian'. Die aanpak werpt nu z'n vruchten af. Bijvoorbeeld in de West-Indiase deelstaat Gujarat waar honderden boeren, dankzij steun van de Shell Foundation, in 2001 op biologische katoenteelt zijn overgeschakeld. Dat spaart dure pesticiden uit, vervuilt bodem en water niet en levert een aardig premium op. Hobbels zijn er ook. Nog afgezien van de dure omschakelperiode - hoge kosten, minder opbrengsten - is de keten een toonbeeld van ondoorzichtigheid. Zo weten typische katoengrootverbruikers als Nike alleen via spinners en plaatselijke handelaren wie 'hun' biologische boeren zijn. Andersom hebben boeren geen weet van de vraag naar biologische katoen zodat ze hun productie daarop moeilijk kunnen afstemmen. Vanuit het pilot-project 'Straight from the cotton fields' heeft de Shell Foundation daarom opdracht gegeven hoe de biologische katoenketen te verbeteren valt. De organisatie verwacht dat de richtlijnen waarmee de NGO 'Organic Exchange' straks komt, een enorme sprong voorwaarts zullen zijn.