Malawi verliest elk jaar ongeveer 50.000 hectare aan bos. Naast de houtskoolindustrie is ook de tabaksindustrie een grote boosdoener. De bomen zijn nodig om de tabaksbladeren te drogen maar ook gezond te houden. De tabaksindustrie is het belangrijkste exportproduct van dit arme land.
Er is nog een andere reden om het leger in te schakelen. De minister van Defensie Davies Katsonga zou hebben gezegd: "Wij voelen ons als leger beter toegerust om de de bossen te beschermen, want in de gebieden die wij gebruiken voor legeroefeningen staan alle bomen nog overeind." Een leuke uitspraak, want ook waar in Nederland. Kijk maar eens over het hek op de Veluwe, of op de Waddeneilanden. Een van de fraaiste natuurgebieden ter wereld is zelfs de zone tussen Noord- en Zuid-Korea, waar geen levende ziel zich waagt. De kans om doodgeschoten te worden is daar vrijwel 100 procent.
Kent Malawi dan geen bloomplant-programma? Dat is er zeker. Er gaan elk jaar niet minder dan 30 miljoen jonge bomen de grond in. Helaas weten de meeste planten het niet tot boom te brengen, als gevolg van slecht management. Bosbouwers weten dat stekken zorg nodig hebben, willen ze niet overwoekerd worden door sneller groeiend gewas. Als het leger erg succesvol is, wordt het nog moeilijker voor de bevolking om voor voeding te zorgen. Het hoofdvoedsel in Malawi is mais, als er geen hongersnood heerst. In 2002 was er voor een-derde van bevolking helemaal geen voedsel. Hongersnoden zijn niet de enige plaag van dit dichtbevolkte land. Het land telt een miljoen wezen, waarvan er 700.000 hun ouders verloren door aids.
P+ webtip: Houtskoolindustrie Malawi