Kroonprins Willem-Alexander kan Nederland aan biogas helpen
Wat gooien wij over een paar jaar in onze auto? Biobrandstoffen gemaakt uit landbouwgewassen die wij eigenlijk voor onze voedselvoorziening nodig hebben? Waardoor de prijzen van oliezaden nog eens een keer verdriedubbelt? Of biofuels gemaakt uit gewassen die niet concurreren met de voedselketen? En soms zelfs geen extra ruimtebeslag vergen? In de nieuwe P+ staan vier voorbeelden van de zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen.
Een belangrijke speler in Nederland is Nedalco. Directeur Gert Bemer van Nedalco bouwt in Sas van Gent een nieuwe fabriek, die vanaf 2008 niet minder dan 200 miljoen liter biobrandstof gaat produceren. Genoeg om aan 2/5 van de hele Nederlandse vraag te voldoen, wanneer er in 2010 volgens Europese afspraak 5,75 procent biofuel bijgemengd moet worden. Hij maakt daarbij gebruik van "houtachtige gewassen" zoals tarweresten. Bemer in P+: "Spul dat geen mens kan eten. Zelfs dieren meestal niet. Overigens vind ik dat we onze suikerbiet niet moeten vergeten, ook al hoort dat gewas tot de eerste generatie biobrandstoffen. De Nederlandse boeren krijgen daar in de toekomst van Europa steeds minder geld voor. Door de dalende quota gaan prijs en hoeveelheid omlaag. Het is een uitstekend en eenvoudig gewas om biofuels van te maken, zonder dat je daar eerst een tropisch regenwoud voor omkapt. Suikerbieten zijn als grondstof ook veel rendabeler dan koolzaad, waar je enorme hoeveelheden grondoppervlak voor nodig hebt, om tot de gewenste hoeveelheid bijmenging te komen." Deze redenering wordt in P+ onderschreven door hoogleraar Rudy Rabbinge van de Universiteit Wageningen. Volgens hem moet alle Nederlandse landbouwgrond onder de lijn Katwijk-Enschede met koolzaad worden ingezaaid om aan de beoogde doelstelling aan biobrandstoffen te voldoen.
Ook de andere biobrandstoffen zijn niet voldoende voorradig. Het maken van brandstof uit riet is nog experimenteel. Het importeren van brandstoffen als olie uit jatropa-zaden uit de Derde Wereld gaat ook niet voor voldoende vervanging zorgen. Het enige pompstation van deze biodiesel in Amsterdam kampt nu al regelmatig met tekort.
Daarom is het verstandig ook de blik te richten op het produceren van biogas uit menselijk afval. Klaas de Jong ziet kansen om het Zweedse model te imiteren. In Apeldoorn werkt hij aan een project waarbij de waterzuivering de nieuwe woonwijk Zuidbroek van 3100 woningen met gebruik van biogas van warm water van 80 graden gaat voorzien. Ook Essent is bij dit project betrokken, waar een CO2-reductie van 50 procent wordt gerealiseerd.
De Jong in P+: "Er is hier in Nederland geen stimuleringsbeleid voor rijden op biogas. De waterschappen houden het gas meestal voor eigen gebruik. Energie leveren is nog nieuw voor deze sector. Terwijl het toch zo eenvoudig zou kunnen zijn. Begin met een busbedrijf, met een taxibedrijf. Dan kun je met beperkte voorzieningen al een hele vloot wagens van biogas voorzien. MAN,IVECO, Volvo en Mercedes maken al stadsbussen en vrachtwagens die op biogas rijden."
P+ webtip: P+ over biofuels
Een belangrijke speler in Nederland is Nedalco. Directeur Gert Bemer van Nedalco bouwt in Sas van Gent een nieuwe fabriek, die vanaf 2008 niet minder dan 200 miljoen liter biobrandstof gaat produceren. Genoeg om aan 2/5 van de hele Nederlandse vraag te voldoen, wanneer er in 2010 volgens Europese afspraak 5,75 procent biofuel bijgemengd moet worden. Hij maakt daarbij gebruik van "houtachtige gewassen" zoals tarweresten. Bemer in P+: "Spul dat geen mens kan eten. Zelfs dieren meestal niet. Overigens vind ik dat we onze suikerbiet niet moeten vergeten, ook al hoort dat gewas tot de eerste generatie biobrandstoffen. De Nederlandse boeren krijgen daar in de toekomst van Europa steeds minder geld voor. Door de dalende quota gaan prijs en hoeveelheid omlaag. Het is een uitstekend en eenvoudig gewas om biofuels van te maken, zonder dat je daar eerst een tropisch regenwoud voor omkapt. Suikerbieten zijn als grondstof ook veel rendabeler dan koolzaad, waar je enorme hoeveelheden grondoppervlak voor nodig hebt, om tot de gewenste hoeveelheid bijmenging te komen." Deze redenering wordt in P+ onderschreven door hoogleraar Rudy Rabbinge van de Universiteit Wageningen. Volgens hem moet alle Nederlandse landbouwgrond onder de lijn Katwijk-Enschede met koolzaad worden ingezaaid om aan de beoogde doelstelling aan biobrandstoffen te voldoen.
Ook de andere biobrandstoffen zijn niet voldoende voorradig. Het maken van brandstof uit riet is nog experimenteel. Het importeren van brandstoffen als olie uit jatropa-zaden uit de Derde Wereld gaat ook niet voor voldoende vervanging zorgen. Het enige pompstation van deze biodiesel in Amsterdam kampt nu al regelmatig met tekort.
Daarom is het verstandig ook de blik te richten op het produceren van biogas uit menselijk afval. Klaas de Jong ziet kansen om het Zweedse model te imiteren. In Apeldoorn werkt hij aan een project waarbij de waterzuivering de nieuwe woonwijk Zuidbroek van 3100 woningen met gebruik van biogas van warm water van 80 graden gaat voorzien. Ook Essent is bij dit project betrokken, waar een CO2-reductie van 50 procent wordt gerealiseerd.
De Jong in P+: "Er is hier in Nederland geen stimuleringsbeleid voor rijden op biogas. De waterschappen houden het gas meestal voor eigen gebruik. Energie leveren is nog nieuw voor deze sector. Terwijl het toch zo eenvoudig zou kunnen zijn. Begin met een busbedrijf, met een taxibedrijf. Dan kun je met beperkte voorzieningen al een hele vloot wagens van biogas voorzien. MAN,IVECO, Volvo en Mercedes maken al stadsbussen en vrachtwagens die op biogas rijden."
P+ webtip: P+ over biofuels