Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
01 juli 2007

Goede Waar en Co waarschuwt voor antizonnebrand met nanodeeltjes

Er zijn twee soorten UV-filters, legt Goede Waar in de nieuwe P+ uit. "Over het algemeen gebruiken de producten op plantaardige basis minerale filters: kleine deeltjes van een metaalerts, meestal titaniumdioxide of zinkoxide. De metaaloxides werken als spiegeltjes: ze reflecteren de UV-straling en ze zijn direct na het opsmeren werkzaam. Om te voorkomen dat na het insmeren een wit laagje op de huid komt, gebruiken fabrikanten extreem kleine deeltjes (nanodeeltjes). Door de ertsdeeltjes zo klein te maken, krijgen ze speciale eigenschappen (nanotechnologie)."
Het vervelende is dat deze eigenschappen nog niet precies bekend zijn. Volgens een rapport over de risico's van bio-nanotechnologie van COGEM is het mogelijk dat de afweermechanismen waarmee het lichaam zich normaal beschermt tegen kleine deeltjes niet werken bij nanodeeltjes, en dat ze daardoor ongestoord diep in het lichaam of zelfs in de cellen kunnen binnendringen. Ook is het mogelijk dat ze, door hun relatief grote oppervlak en hun elektrische lading, zogenaamd 'vrije radicalen' kunnen aantrekken, die het erfelijk materiaal van huidcellen kunnen beschadigen. Volgens onderzoek, uitgevoerd door Stichting Natuur en Milieu is de industrie, om dit schadelijke effect te verminderen, ertoe overgegaan de mineralen te coaten met siliconen. Testresultaten wijzen echter uit dat de coating bij alle merken onvoldoende is. Zinkoxide als minerale UV-filter heeft wel een 100 procent coating. Ook worden aan veel zonneproducten vitamines A, C en E toegevoegd, waarmee het lichaam mogelijk afweerstoffen kan aanmaken tegen vrije radicalen. Het fijne over zowel risico als bescherming wat betreft nanodeeltjes is niet bekend. In 2005 begonnen Stichting Natuur en Milieu en Milieudefensie een grote campagne met de actie 'Zon jij Gifvrij'? De organisaties lieten een onderzoek van 28 zonnebrandproducten uitvoeren door TNO en TU Delft, waarin behalve de schadelijke chemische UV-filters ook parabenen, ftalaten en synthetische musken werden gevonden (respectievelijk antibacteriële middelen, weekmakers en geurstoffen). Ook deze stoffen zijn hormoonverstorend en kunnen volgens de onderzoekers leiden tot verminderde vruchtbaarheid, ontwikkelingsstoornissen in de puberteit, astma, schade aan de lever en schildklier en enkele vormen van kanker. Uit eerder onderzoek bleek dat chemische filters na een uur al terug te vinden zijn in de urine. In 2001 kwam aan het licht dat de filters benzophenone-3 (BP-3), octyl methoxycinnamate (OMC) en 4-methylbenzylidene camphor (4-MBC) hormoonverstorend zijn; ze hebben de eigenschappen van het menselijk hormoon oestrogeen."
In het nieuwe nummer van P+ doet Goede Waar en Co ook een smaaktest naar vanilleijs. Het meest ecologisch geproduceerde ijs blijkt niet het lekkerste te zijn.
P+ webtip: Goede Waar in de nieuwe P+