Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
06 maart 2010

Rechters blijven druk met koffiestrijd Max Havelaar en DE

Momenteel hebben vijf gemeenten het fair trade predicaat, dat ze verdienen als er aantoonbaar veel fair trade producten worden verkocht en gebruikt. Daarnaast moeten gemeenten sowieso voldoen aan de richtlijnen van het Rijk om vanaf januari van dit jaar voor 75 procent duurzaam in te kopen (100 procent in 2015). Elk bedrijf dat aan de overheid wil leveren, moet voldoen aan minimumeisen die zijn opgesteld door SenterNovem (tegenwoordig Agentschap NL). Douwe Egberts (DE), dat geen fair trade koffie heeft, maar koffie onder het private label Utz Certified levert, probeert te voorkomen dat steeds meer gemeenten fair trade voorschrijven. Volgens DE sluit Alkmaar andere keurmerken uit, en dat is in strijd met de aanbestedingsregels. Alkmaar beweert dat van uitsluiting geen sprake is. In de aanbesteding voor koffie, thee en cacao schrijft de gemeente voor dat de leveranciers deze producten moeten leveren met het Max Havelaar (fair trade) keurmerk of een "daarmee gelijkwaardig keurmerk". In vergelijkbare rechtszaken, van aannemers tegen gemeenten die FSC-gecertificeerd hout voorschrijven, bleek die toevoeging voldoende om rechters te overtuigen. Fair trade ondersteunt kleine producenten bij hun organisatie en het veroveren van een plek op de markt, door ze een bodemprijs te garanderen. Het keurmerk is van oorsprong minder gericht op het verbeteren van de productie, al moet de bodemprijs wel een stimulans zijn om te investeren in betere, duurzame teeltwijzen. Utz richt zich vooral op de grote volumes, die worden geproduceerd op plantages. Utz garandeert geen bodemprijs: de prijs is steeds het resultaat van vrije onderhandelingen. Producenten kunnen wel een premium krijgen, mits ze voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Volgens Marjoleine Motz van ICCO is de wereldmarktprijs voor koffie momenteel hoog. "Doordat de productievolumes van Utz eveneens hoog zijn, is er voor Utz-producenten dus sprake van een win-winsituatie. Maar wat gebeurt er als de prijs een dip krijgt? Kunnen de Utz-producenten dan ook overleven? Vanuit het perspectief van een ontwikkelingsorganisatie is dit de vraag waar het om gaat. De fair trade-producenten hebben dan in ieder geval de gegarandeerde bodemprijs."Voor Motz is fair trade niet verheven boven alle kritiek. Uit recent onderzoek door het Cidin (Radboud Universiteit) blijkt dat producenten van fair trade koffie lagere opbrengsten hebben, die van slechtere kwaliteit zijn dan die van enkele concurrerende keurmerken. Motz: "Fair trade is altijd gericht geweest op capaciteitsopbouw: de kleine producenten moeten zich goed organiseren om over de prijs te kunnen onderhandelen. Ze hebben minder geïnvesteerd in de verbetering van landbouwtechnieken. Dat is een zwakke kant van fair trade. Daar moeten we over praten."Uitspraak kort geding: 16 maart.
P+ webtip: Fair Trade Gemeenten