Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
14 mei 2010

Van Gansewinkel kan plastic soep niet opruimen

Drie weken lang voeren zij mee. Met medewerking van onderzoekers van de Algalita Foundation, de Amerikaanse "ontdekkers" van de plastic soep, zijn in de Indische Oceaan tussen Australië en Mauritius monsters van het plastic afval opgevist en geanalyseerd. De bevindingen zijn gerapporteerd en besproken met onder meer Plastics Europe, de branchevereniging van de Europese kunststofproducenten en studenten van de Universiteit Wageningen. Uit het persbericht van Van Gansewinkel: "Bij het nemen van monsters werd naast plastic als bijvangst ook zeeleven, zoals visjes, kwallen en algen opgevist. In feite in veel grotere hoeveelheid dan het plastic. De maximaal aangetroffen hoeveelheid plastic was op deze route ongeveer 200 gram per vierkante kilometer, een fractie van de elders op de wereld aangetroffen concentraties. De plastic deeltjes waren vaak zo klein, dat het erg lastig wordt om deze op te ruimen. De hoeveelheid geld en energie die hiermee gemoeid zou zijn, staat in geen verhouding tot de ecologische verbeteringen. Door de ongewilde bijvangst van zeeorganismen, zou meer schade dan verbetering worden veroorzaakt." De onderzoekers dringen aan op regelmatige herhaling van monstername en analyse, om meer betrouwbare informatie over de omvang en gevolgen van de vervuiling te verkrijgen. De monstername zou bij voorkeur moeten worden uitgevoerd door de bestaande internationale koopvaardij, tijdens hun reguliere reizen. Mocht uit nader onderzoek blijken dat de concentraties en ecologische schade van het plastic veel groter is (geworden) dan nu wordt aangenomen, dan zou dat een complexe schoonmaak alsnog kunnen rechtvaardigen.Naast de "vuilnisbelt" in de Indische Oceaan zijn er vier vuilnisbelten in de Stille Oceaan en drie in de Atlantische Oceaan. Samen naar schatting een gebied dat ruim twee keer zo groot is als de Verenigde Staten.Boskalis en Van Gansewinkel Groep zijn ervan overtuigd dat de oplossingen ter voorkoming van de schadelijke effecten van de plastic soep dienen te worden gezocht aan de ontwerptafel van producten. Door slimmere ontwerpen en samenstellingen van materialen, zouden de negatieve effecten op het ecosysteem van materialen die in de zee terechtkomen drastisch kunnen worden gereduceerd. Dit past binnen het Cradle to Cradle-principe. Ondertussen zou volgens de betrokken onderzoekers absolute prioriteit moeten worden gegeven aan het voorkomen dat er nog meer niet-afbreekbaar afval in de zeeën en oceanen terechtkomt. Zo moet onder andere voorlichting worden gegeven in landen waar het plastic afval nu nog onbelemmerd in de natuur terechtkomt. Naar schatting is 80 tot 90 procent van het plasticafval in de oceanen afkomstig van het vaste land, en 10 tot 20 procent van schepen.P+ webtip: Bericht Van Gansewinkel