HIVOS: Duurzaam inkopen richten op oplossen misstanden
"Belangrijke steen des aanstoots van het bestaande duurzame inkoopbeleid van de Nederlandse overheid zit hem in de wijze waarop het begrip duurzaamheid wordt ingevuld. De overheid hanteert een statische lijst van vaste criteria waaraan een product moet voldoen voordat het stempel "duurzaam" erop kan worden gezet. Duurzaamheid is echter niet statisch, veeleer is het een proces waarbij zowel milieu- als sociale- en economische aspecten een rol spelen en voortdurend in ontwikkeling zijn. Het gaat om de balans tussen bijvoorbeeld veilige arbeidsomstandigheden en het recht op organisatie van personeel in vakbonden enerzijds, en anderzijds milieuaspecten zoals het toepassen van ecologisch verantwoorde landbouwpraktijken, het reduceren van CO2 uitstoot en bevorderen van de biodiversiteit. Dat daarnaast ook economische aspecten zoals transparantie in prijsopbouw in de productieketen aan de orde zijn, spreekt vanzelf. Er is op dit moment geen enkele "gulden standaard", zeker niet de bestaande richtlijnen, die alle aspecten van duurzaamheid omvat. Daarnaast veranderen inzichten in de loop van de tijd, daar moet je op bedacht zijn. Als ondernemer kun je onmogelijk alle aspecten van duurzaamheid in je bedrijfsvoering tegelijkertijd aanpakken. Neem de catering, waar een veelheid aan producten wordt geleverd. Een lijst opstellen van 20 punten die van negatieve invloed zijn op duurzame ontwikkeling is zo gedaan. Echter, niet alle 20 problemen zullen een even grote negatieve invloed hebben. Het gaat erom de grote misstanden per productieketen vast te stellen. Zo weten we bijvoorbeeld dat bij hazelnootpasta kinderarbeid een belangrijk knelpunt is, bij thee zijn het inkomenszekerheid en arbeidsomstandigheden. Bij cacao en suiker zijn schadelijke landbouwpraktijken een groot probleem en bij zalm degradatie van natuurlijke ecosystemen. Per product verschillen dus de aandachtspunten. Daarnaast zal niet in elk herkomstland een probleem even groot zijn. We weten dat kinderarbeid in de hazelnootsector plaatsvindt in Turkije maar in andere herkomst landen speelt dit minder. Bij appels uit Nederland verwacht je vanwege het transport dat de CO2 uitstoot minder is dan bij appels uit Nieuw Zeeland. Wanneer je thee aankoopt in een land met een goede wetgeving op het gebied van arbeidsrecht en waar wetten ook worden gehandhaafd, zullen inkomenszekerheid en arbeidsomstandigheden in het betreffende herkomstland een minder groot probleem zijn. Een zinvol overheidsbeleid betekent dan ook relevante ketens (productgroep) samen met de verschillende belanghebbenden in kaart brengen met het oog op de belangrijkste knelpunten voor duurzame ontwikkeling. Een specificatie voor de belangrijkste herkomstlanden is zinvol, gekoppeld aan lange termijn doelen en een inspanningverplichting ten aanzien van het tempo waarin zaken ten goede moeten zijn gekeerd. Dit is een continu proces, waarin in iedere keten jaarlijks bijgesteld moet worden wat realistische doelen zijn. Bedrijven dienen vervolgens aan te geven in hoeverre er verbeteringen zijn gerealiseerd. Is kinderarbeid uitgebannen, zijn arbeidsomstandigheden wezenlijk verbeterd, de milieueisen gehaald? Het verschaffen van helderheid van doelen op lange termijn en focus op de belangrijkste problemen biedt meer ruimte voor innovatie en kan veel kosteneffectiever zijn dan de statische waslijst van voorwaarden die thans voor "duurzaam inkoopbeleid" moet doorgaan. Duurzaam inkopen mag geen obligate papieroefening zijn en hoeft dus zeker niet slechts "duur" te zijn. Het is een dynamisch proces met als doel tevreden klanten én leveranciers?" Manuela Monteiro, algemeen directeur ontwikkelingsorganisatie Hivos
Peter Knorringa, hoogleraar ontwikkeling private sector, Erasmus Universiteit
Coen van Beuningen, senior adviseur ontwikkelingsorganisatie HivosP+ webtip: HIVOS