We zien het steeds meer: bedrijven en NGO’s die de samenwerking opzoeken. Is het alleen goed voor beider reputatie, of stijgt de verkoop er ook daadwerkelijk door? En naar wie gaat de winst dan toe? We vroegen het deze week aan het Wereld Natuur Fonds en Albert Heijn.

Zij tekenden vorig jaar een overeenkomst met als doel samen te werken aan de verduurzaming van het visassortiment van het Albert Heijn-huismerk. Die verduurzaming moet 31 december 2015 gerealiseerd zijn.

Het is voor het WNF niet de eerste keer dat de organisatie een samenwerking aangaat met een bedrijf. Al eerder tekende het overeenkomsten met KLM, Eneco, Rabobank, IKEA, KPN en Kimberly-Clark. Volgens Dylan de Gruijl van het WNF zijn de beweegredenen daarvoor simpel: “Om de natuur effectief te beschermen is samenwerking met bedrijven noodzakelijk. We roepen mensen op om duurzame keuzes te maken in hun dagelijkse leven. Maar bedrijven spelen ook een sleutelrol bij natuurbescherming. Zij hebben direct invloed op hele productieketens.”

De Gruijl vertelt over de vuistregel die WNF hanteert: “Als je 40 tot 50 procent van een grondstoffenmarkt kunt veranderen, dan kantelt de hele markt. En dus werken we samen met grote spelers. De AH kan de hele keten veranderen. Daar kunnen we echt resultaten op boeken.” De overeenkomst met AH droeg bij aan de missie van WNF om wereldwijd oceanen en kusten beter te beschermen door verantwoorde visserijmethodes te stimuleren. Een van de afspraken met AH, vertelt De Gruijl, is dat de AH zijn bestaande visleveranciers aanzet tot verduurzaming: “Zo stimuleer je hen ook om te verduurzamen. Daardoor zal het aanbod duurzame vis op de markt uiteindelijk ook toenemen.”

De samenwerking met AH dateert al van 2007 toen de natuurbeschermingsorganisatie een overeenkomst sloot met de supermarkt om meer duurzame vis in het schap te krijgen. In de nieuwe overeenkomst zijn er afspraken gemaakt over het hele visassortiment van het huismerk van Albert Heijn: dus niet alleen de verse en diepvriesvis, maar ook alle producten waar vis in zit.

De reden voor AH om de overeenkomst te tekenen had alles te maken met de doelstelling van de supermarkt om eind 2015 alle eigen merk producten duurzamer te produceren en te verpakken. AH heeft een verantwoordelijkheid op duurzaam gebied, zegt Anoesjka Aspeslagh van AH: “Als bedrijf dat midden in de samenleving staat, vinden wij het onze verantwoordelijkheid om hierin het voortouw te nemen. In die verduurzamingslag willen we zeker weten dat we het goed doen en praten we met partners die hierin experts zijn, zoals het WNF.”

Een hogere verkoop is volgens Aspeslagh nooit een doel geweest in de overeenkomst, wel gaat het over het tegemoet komen aan bepaalde verwachtingen: “Klanten verwachten van ons dat we duurzame producten verkopen.  Klanten gaan steeds bewuster boodschappen doen. De groep klanten die onze duurzame AH puur&eerlijk-producten kopen wordt steeds groter.”

Dat de consument in de winkel niet kan zien dat achter de onafhankelijke keurmerken MSC (voor wilde vis) en ASC (voor kweekvis) het WNF zit, heeft een reden zegt De Gruijl: “Wij hebben als wereldwijde groene organisatie aan hun wieg gestaan, maar het zijn nu onafhankelijke keurmerken. Dat is belangrijk. Wij zijn als WNF geen certificeringsinstantie.” Het gaat het WNF meer om de bewustwording: “Via de AH kunnen we een groot publiek aanspreken en laten nadenken over duurzame vis.” En natuurlijk spreken overeenkomsten als met AH ook de donateurs van WNF aan: “Door de samenwerking met bedrijven kunnen wij ze concrete resultaten laten zien.”
 

Tekst Marianne Lamers