Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Claudia Kruse van APG
Claudia Kruse van APG
14 juni 2012

Waarom pensioenfondsen niet in Nederland investeren

Waarom investeren grote Nederlandse pensioenfondsen zelden of nooit in duurzame projecten in eigen land? Dat komt door het wisselende overheidsbeleid, volgens vermogensbeheerder APG.

APG belegt onder andere voor het ambtenarenpensioenfonds ABP.

Hoofd Sustainability & Governance Claudia Kruse zei dit bij een toelichting op het nieuwe verslag Verantwoord Beleggen over 2011, bij het onderwerp investeren in zonne-energie. “Er is in Nederland geen zekerheid over de duur van regelingen en ook niet over de details van subsidies. Wij hebben zekerheid over beide factoren nodig, willen wij gaan beleggen.”

Kruse wilde echter niet aangeven welk ‘timeframe’ dan wel geschikt zou zijn, op de vraag of ze dacht aan een periode van 10, 20 of 30 jaar. Met dat laatste wordt zeer succesvol in Duitsland gewerkt, haar moederland. Voor een pensioenfonds begint een belegging pas bij bedragen van 100 miljoen euro, dus projecten moeten voor een reus als het ABP wel substantieel zijn. Kruse vertelde ook dat ze de overheid duidelijk probeert te maken onder welke voorwaarden pensioenfondsen wel of niet instappen.

De discussie over het uitblijven van maatschappelijke beleggingen door Nederlandse pensioenfondsen geldt ook voor de zorg, voor het onderwijs en voor de infrastructuur. Ook hiervoor geldt: de Nederlandse overheid wordt door institutionele beleggers als te onbetrouwbaar ervaren. De discussie hierover vindt echter zelden buiten de muren van de fondsen plaats.

8,5 miljard euro van het totale beheerde vermogen van APG zit in beleggingen met een hoog duurzaamheidsgehalte. 41 Procent van dat bedrag komt op rekening van vastgoedbeleggingen. Kruse: “We beleggen echter niet direct zelf in gebouwen, maar in de beheermaatschappijen van vastgoed.”

Op de website wordt uitgelegd op welke wijze APG de vastgoedportefeuille steeds groener maakt: “In 2009 heeft APG het initiatief genomen tot het ontwikkelen van de Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB). Dit wordt gesteund door meer dan 15 mondiale institutionele beleggers. Doel van deze benchmark is het verbeteren van de openheid over duurzaamheidsprestaties van vastgoedbeleggingen en het aanreiken van een kader voor de beoordeling daarvan. Jaarlijks worden de bestaande vastgoedbeleggingen van APG met behulp van deze deze benchmark gescreend op milieuprestaties (energieverbruik, waterverbruik, afvalniveaus en CO2-uitstoot). Vervolgens gaan we met betrokkenen in overleg om de duurzaamheidsprestaties van de portefeuille te verbeteren. Op het gebied van duurzaamheid, uitgedrukt in een GRESB-score, presteert onze vastgoedportefeuille (van ruim 100 vastgoedbeleggingen) beter dan de benchmark (van 340 vastgoedbeleggingen). Kortom, onze vastgoedportefeuille is duurzamer dan de gehele portefeuille die in GRESB is vertegenwoordigd.” Nieuwe beleggingen in vastgoed moeten aan hoge standaarden voldoen.

APG reist ook af naar de milieutop in Rio, waar afspraken worden gemaakt over de transparantie van hedgefunds. “Overeenkomstig de algemene corporate governance principes van het International Corporate Governance Network (ICGN) en ons stembeleid beleggen wij niet in hedgefondsen die uitsluitend aandelen lenen om te kunnen stemmen. De ontkoppeling van economische belangen en stemrechten ondermijnt de doelmatigheid van het moderne systeem van corporate governance en ondergraaft de basis daarvan.”

Claudia Kruse werkt ook hard aan de eenwording van het duurzaamheidsrapport en het financiele verslag. Vanuit APG wordt zwaar ingezet op het International Integrated Reporting Committee (IIRC). Het is volgens het jaarverslag “een krachtig interdisciplinair initiatief van leiders vanuit bedrijfsleven, financiële sector, wet- en regelgevers, accountants, academici en maatschappelijke organisaties. Doelstelling van dit initiatief is om te komen tot een breed gedragen rapportage raamwerk voor bedrijven dat zowel financiële, sociale, milieu- en governance informatie bundelt, in een werkbare vorm. APG zit in de stuurgroep en werkgroepen.”

In 2012 verwacht Kruse dat een eerste concept van het raamwerk zal worden gepubliceerd. Ook het meer bekende GRI van de Verenigde Naties werkt aan een nieuwe framework, waarbij de duurzaamheidswinst ook in het gewone verplichte jaarverslag wordt weergegeven.

In het verlengde hiervan bekritiseerde Kruse de bedrijven waar de Raad van Bestuur de eigen beloning afhankelijk maakt van de plaats op de Dow Jones Sustainable Index (DJSI). Dat is volgens haar geen goede graadmeter waar serieuze institutionele beleggers op kunnen varen. Er klonk al eerder heftige kritiek op de ondoorzichtige wijze waarop de rangschikking van deze lijst tot stand kwam. Vragen blijven onbeantwoord, zoals het verdwijnen van Shell uit de index, terwijl Amerikaanse oliemaatschappijen er nog wel in staan. Kruse: “Als belegger willen wij meer specifieke indicatoren zien, wanneer Raden van Bestuur hun beloning deels afhankelijk maken van het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Dat kan gaan over verbeteringen op gebied van gezondheid, veiligheid, afhankelijk van de sector waarin het bedrijf werkzaam is.”

Het verslag Verantwoord Beleggen 2011 van APG