Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Marleen Janssen Groesbeek, foto Mischa Keijser
Marleen Janssen Groesbeek, foto Mischa Keijser
11 april 2022

Activistisch wetenschapper Marleen Janssen Groesbeek

“Eigenlijk gaan al mijn onderzoeken over de vraag hoe we onzichtbare waarden zichtbaar kunnen maken. En dan in die ouderwetse context waarin financials werken.” 

Zo vat Marleen Janssen Groesbeek (1963) haar missie als activistisch wetenschapper bondig samen. Maar het gaat haar niet alleen om het vergaren van die kennis. Wat er vervolgens mee gebeurt, dat vindt Janssen Groesbeek minstens zo belangrijk.

Wat doet een activistische wetenschapper die als lector bij Avans Hogeschool jonge financials duurzame waarden wil bijbrengen, voordat ze de praktijk in gaan? Die vraag beantwoordt Marleen Janssen Groesbeek in deze derde aflevering over ‘Activistische wetenschappers’, in samenwerking met Het Groene Brein.


"It's the humankind, stupid"

“Er zijn wel verschillende soorten activistische wetenschappers", stelt Janssen Groesbeek. "En de wetenschap is ook nog eens in de discussie terecht gekomen van: wat is waarheid? Dat is ook de vraag die Bruno Latour nu centraal stelt, de Franse wetenschapssocioloog en filosoof die al in 1987 het boek ‘Science in action’ schreef. Wetenschappers zijn niet meer de autoriteit die ze waren. En dat is best wel moeilijk, wanneer een ervaren medisch specialist die tien jaar studeerde en dertig jaar praktijkervaring heeft door een hittepetitje op Twitter in twijfel wordt getrokken, omdat ze gelooft in homeopathie. Dat is al helemaal lastig voor wetenschappers die erg geloven in hoe het is zoals het is: het positivisme. Daar staan andere wetenschappers tegenover die met een andere wetenschappelijke bril kijken, het relativisme. Die zeggen: als wetenschapper neem je altijd jezelf mee. Alles wat je doet als onderzoeker is gekleurd: mijn praktijkonderzoek is niet meer dat wat ik meemaak en observeer. Elke casestudy telt als 1. Niet meer. Maar… Hoe meer casestudies je hebt, hoe algemener het beeld wordt. Op zeker moment kun je gelijke resultaten gaan zien als een wetmatigheid of als een theorie. Dan zijn er ook nog pragmatici onder ons die zeggen: we roeien met de riemen die we hebben. Als we denken dat we een waarheid uit een enquête of uit interviews kunnen halen, dan is dat mooi meegenomen. Maar alles is relatief. In elk van deze drie groepen vind je activistische wetenschappers."


"Positivisten en pragmatici"

Janssen Groesbeek schaart de wetenschappers van het IPCC onder de groep 'positivisten'. "Zij observeren de stijgende temperatuur, het slinkende ijs op de Noordpool en de zeespiegel die stijgt. Harde cijfers die kloppen. Dit zijn voornamelijk natuurwetenschapper. Zij baseren zich op natuurkundige wetten. Toch zijn ze net zo activistisch als hun collega die zegt: ik neem mezelf mee om erachter te komen of we ons gedrag kunnen veranderen, om de opwarming van de aarde tegen te gaan.Daarom ga ik bestuurders en consumenten interviewen om tot inzichten te komen hoe wij ons gedrag kunnen veranderen door een bepaald handelingsperspectief te bieden. Zulk praktijkonderzoek, zoals ik dat zelf ook doe, was op de universiteit eerst een vies woord. De wetenschap werkte liever met abstracte modellen. Maar jonge wetenschappers laten geabstraheerde modellen nu steeds meer los. Door de massale digitalisering hebben we nu steeds meer data over het echte gedrag van mensen. Wat is hun gedrag op mobiele telefoons, hoe gebruiken we internet, zelfs in de fysieke winkel wordt je gedrag veel beter in de gaten gehouden. De activistische wetenschapper put uit die steeds grotere bron van informatie over de werkelijkheid.”

Wat ze zelf als activistisch wetenschapper wil? “Ik wil ermee bereiken dat mensen die zich met duurzaamheid bezighouden meer harde data hebben. Weten aan welke knoppen je moet draaien om de wereld echt duurzamer te maken. Aan financials wil ik laten zien dat een heleboel dingen die van waarde zijn met ons gevoel, ook van waarde kunnen zijn in de dagelijkse transacties. Als je een T-shirt bij de Primark koopt, dat je dan weet dat deze gemaakt is op een manier die niet zo goed is voor andere mensen. Dat jij je welvaart vergroot over de rug van mensen heen die het voor een hongerloon moeten maken, Dat je je realiseert dat jij door jouw kwaliteit van leven te bevorderen andere mensen kwaliteit van leven te ontzegt.”


“Baby’s zorgen voor omslag”

Haar speurtocht naar het omzetten van waarden als gezondheid naar harde waarden is nog lang niet afgelopen. “We beginnen nu eindelijk een beetje te beseffen: eten raakt je in je gezondheid. Na corona beseffen mensen hoe ongelooflijk belangrijk gezond zijn is. Dat kun je niet uitdrukken in getallen. Niet in een miljard euro, niet in een prijskaartje. Voor de duurzaamheidswereld is het een belangrijk inzicht, dat mensen vanuit zichzelf redeneren. Daarom gaat de eiwittransitie van vlees naar meer groenten sneller. Dat raakt ons eigen lijf en leden."

In de textieltransitie moet deze invalshoek meer in discussie komen, vindt Janssen Groesbeek. "Blijkbaar is het niet genoeg om te weten dat jij door jouw koopgedrag een meisje van twaalf jaar achter een naaimachine hier ver vandaan een slechter leven geeft. Andere mensen een beter leven geven door iets extra’s te betalen vinden we erg lastig. Maar ook hier kan de invalshoek van gezondheid gevonden worden. Vooral wanneer kinderen in een huishouden kunnen voor een omslag zorgen. Bij DSM ontdekten we dat verf op waterbasis als eerste werd gebruikt om kinderkamers mee te schilderen. Die mochten toch niet in die vieze terpentinelucht slapen? Hetzelfde zie je met rompertjes voor de baby. Ook daar is een omslagpunt, door voor biologische katoen te kiezen. Die materiaalwaarde van gezonde stoffen moet worden doorgetrokken naar de ouders zelf. Want waarom zou jijzelf nog wel een verkeerd katoentje kopen, terwijl je dat je kind niet wil aandoen??


“Veel te slapjanerig”

Over een ding heeft Jansen Groesbeek geen enkele vraag meer. Met stellige zekerheid zegt ze: “We hebben van economie, van de economische wetenschap, een karikatuur gemaakt. We zijn gaan denken dat we alleen een markt hebben en dat alles door de markt bepaald wordt. Dat daarom alle economen slecht zijn. En dat economen moeten met pek en veren de wereld uitgewerkt worden. Zij zijn schuldig aan het marktdenken en het ontstaan van het hyperkapitalisme.”

En dat is niet zo?
“Met al die onderzoeken naar onzichtbare waarden kunnen we laten zien dat het niet aan de economische wetenschap zelf ligt. Het ligt aan onszelf, als burgers maken wij zelf die keuzes. Het is niet de schuld van de econoom dat we flitsbezorgers hebben. Dat we kinderarbeid hebben. Dat is de schuld van de burger die comfort en welvaart wil hebben voor de laagste prijs. Eigenlijk al sinds de VOC naar Indonesië is afgereisd trekken we er ons niets van aan wanneer andere mensen slechter af zijn.”

Concluderend?
“Met mijn onderzoek probeer ik te laten zien dat die oude uitdrukking ‘It’s the economy, stupid’ niet klopt. Daar maak ik van: ‘It’s the humankind, stupid’. Het zijn onze eigen keuzes. Wij moeten gaan stemmen met onze voeten. Zeg je bankrekening op als je niet wil dat de ING in de kolen zit en je bang bent dat de wereld ten onder gaat aan de opwarming van het klimaat. We zijn veel te slapjanerig. Het is heel goed dat een activistische wetenschapper laat zien dat het anders kan, maar tegelijkertijd moet je als burger wel zelf die keuzes gaan maken.” 

En jij schetst de financiële consequenties.
“Ik laat mensen zien dat ze per week niet slechter af zijn als we rekening gaan houden met die andere waarden. Sterker nog: de kwaliteit van ons leven wordt beter als we die andere waarden mee laten wegen in de keuzes die we maken. Dat is goed voor onze fysieke gezondheid en voor de rust in ons hoofd.”