Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Minister Lilianne Ploumen, foto Jeroen Poortvliet / PUM
Minister Lilianne Ploumen, foto Jeroen Poortvliet / PUM
16 maart 2013

Ambassades: Vragen over handel en MVO komen tegelijk

“Bedrijven komen bijna altijd met MVO-vragen in combinatie met handelsaanvragen, verzoeken om contacten, algemene informatie over zakendoen in het land, netwerken en match making.” Dat schrijft minister Liliane Ploumen aan de Tweede Kamer. P+ geeft de PDF van haar onderzoek naar MVO op de ambassades.

Haar brief is gebaseerd op een onderzoek naar MVO-dienstverlening door de Nederlandse ambassades. Het Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen (SP) vroeg daar vorig jaar om.

Ploumen stelt: “Veruit de meeste ambassades brengen MVO standaard op tijdens gesprekken en bespreken met Nederlandse bedrijven lokale MVO kwesties.”

En: “De meeste MVO-vragen komen van MKB’ers. De meeste grote Nederlandse bedrijven en multinationals hebben een eigen MVO-beleid en voldoende capaciteit om hun MVO beleid te implementeren. Deze grote bedrijven wenden zich over het algemeen niet tot de ambassade voor vragen. Wel wordt er met veel grote bedrijven intensief samengewerkt, ook op het gebied van MVO, zoals bij seminars en als praktijkvoorbeelden. Sommige ambassades hebben een structurele dialoog met een klein aantal Nederlandse bedrijven over MVO-onderwerpen, bijvoorbeeld de ambassade in India, China, Egypte. Hierbij zijn ook lokale overheden en maatschappelijke organisaties betrokken. Zo heeft de ambassade in New Delhi een intensieve dialoog met de Indiase autoriteiten, NGO’s en private sector gevoerd. Dit heeft geresulteerd in een Memorandum of Understanding over Corporate Social Responsibility and Corporate Governance tussen India en Nederland met als doel het uitwisselen van kennis, ervaringen en ideeën op dat terrein.”

De minister van Handel en Ontwikkelingssamenwerking kreeg veel positiefs van haar ambassades terug. “Veel ambassades melden dat Nederlandse bedrijven in hun land, zeker grotere spelers zoals Unilever, Heineken, Friesland Campina, maar ook het MKB, een voortrekkersrol op MVO-gebied vervullen. Nederlandse bedrijven worden internationaal vaak gezien als koploper en voorbeeld.”

In haar brief noemt ze ook concrete voorbeelden: “Zo leveren Nederlandse agrobedrijven in China een bijdrage aan de ontwikkeling van MVO in dat land door onder meer de introductie van energie- en waterzuinige technieken en minder gebruik van pesticiden. De Post in Brazilië heeft duurzaamheid als prioriteit gekozen in 2013 juist om Braziliaanse partijen te laten zien wat het Nederlandse bedrijfsleven in huis heeft op het terrein van duurzame innovatieve oplossingen. MVO speelt daarbij een rol.”

Volgens Ploumen wordt er wereldwijd door Nederlandse posten veel gedaan aan MVO-activiteiten. “Voor een aantal ambassades is MVO integraal onderdeel van het beleid van de ambassade (o.a. India, China, Bangladesh, Indonesië, Oman, Colombia, Brazilië, Egypte). Dit zijn vaak de wat grotere ambassades, maar ook kleine ambassades, zoals Ethiopie, zetten soms actief in op MVO.”

Andere concrete landen die worden genoemd: “De Ambassade Oman geeft aan: In gesprekken met het bedrijfsleven wordt altijd gewezen op het belang van MVO. In relatie tot de haven van Sohar wordt het onderwerp regelmatig doorgenomen. De voortdurende onrust in Sohar sinds 2011 heeft te maken met milieuklachten en het sentiment dat de haven onvoldoende werkgelegenheid oplevert voor de omliggende gemeenschappen.”

Ander voorbeeld: “In gesprekken met Nederlandse bedrijven vraagt de ambassade in de Verenigde Arabische Emiraten naar het MVO beleid van de organisatie. De focus ligt op het inspireren van (lokale en buitenlandse) bedrijven door MVO-successen van andere bedrijven. Tijdens evenementen worden best practices uitgewisseld en wordt besproken hoe (lokale) MVO uitdagingen zijn overwonnen.”

Of de inzet van de ambassade in Tanzania. “De ambassade ondersteunt bedrijven door in gesprekken met de overheid MVO gerelateerde onderwerpen zoals transparantie, bestrijding van corruptie, correcte uitvoering van wet- en regelgeving en het verbeteren van het ondernemingsklimaat aan te kaarten.”

Ploumen: “In Ethiopië heeft de ambassade bijgedragen aan inspanningen van de ILO, de bloemensector en de overheid voor het ontwikkelen van een Code of Practice voor de sector. In Indonesië heeft de ambassade de oprichting van een centrum voor duurzaamheidsrapportages door de Nederlandse Kamer van Koophandel in Indonesië ondersteund. Meer dan veertig van de grootste Indonesische bedrijven brengen nu een duurzaamheidsverslag uit. In Bangladesh ondersteunt de ambassades NGOs en vakbonden die opkomen voor arbeidsrechten. De ambassade is gestart met samenwerking tussen IFC, het bedrijfsleven en NGOs voor bevordering van milieu (waterzuivering) in de textielindustrie. De Ambassade in Albanië geeft aan dat zij in reguliere consultaties met Nederlandse bedrijven expliciet van gedachten wisselt over de MVO-uitdagingen in het land.”

Niet genoemd in de brief is het digitale platform CSR Portal waar ambassademedewerkers gebruik van kunnen maken. Deze ‘LinkedIn’ voor ambassadeurs kent een ‘open deel’ en een deel waar ‘stille diplomatie’ mogelijk is.

De complete brief van Ploumen is als PDF te downloaden. Zie de linkerkolom, onderaan.

P+ vestigt al langere tijd de aandacht op het werk van de ambassadeurs en dit CSR Portal. Hier de website.
 

Downloads

Meer info download je hier:

Brief Ploumen over MVO Ambassades Nederland (103 kb)