Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Boswachter Esther Rust boer Coen Wantenaar
Boswachter Esther Rust boer Coen Wantenaar
28 februari 2019

Boer en boswachter: hoe vonden ze elkaar?

Natuurmonumenten en zuivelbedrijf Campina zijn een natuuroffensief gestart om duizenden hectares Nederlands grasland om te zetten in natuur. Vanaf nu tot 2025 krijgen alle melkveehouders van Campina die melk en yoghurt leveren onder het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ ondersteuning van boswachters. Elke melkveehouder zal over zes jaar 20 procent  natuur op zijn grondgebied hebben.

Zien we daar dat traditionele weiland? Het is recht en strak, alsof de sloten met een lineaal zijn getrokken. Zo ziet het meeste Nederlandse grasland er uit, een bijna industriële benadering van landschapsbeheer.

De vinger van boswachter Esther gaat nu naar links. Op het land van dezelfde boerderij in Leusden is daar een weiland waar de slootkanten ineens niet meer stijl naar beneden duiken, maar langzaam glooien. Ook al moet de lente nog beginnen, een rij struikjes breekt het landschap. Voor zulke landschappelijke elementen bestond vroeger zelfs een naam: struweel. Esther: “Dit is een weiland waar de koeien evengoed kunnen grazen. Maar vogels kunnen er in de slootkant broeden en hebben ruimte hebben om te vluchten voor gevaar, zoals voor roofvogels. Kruiden en bloemen hebben meer ruimte en zorgen voor een gevarieerder grasland. Er zullen ook meer insecten zijn, vlinders, bijen.” Melkveemelkhouder Coen vult aan: “Ik heb op mijn land in Soest ook al een paar van zulke glooiende slootkanten. Dat worden er straks meer. Mag jij er zaadbommen komen gooien.”

Ze zijn bijna even oud en volgden dezelfde opleiding: de hogeschool Van Hall Larenstein. Toch zouden Esther Rust (1978) en Coen Wantenaar (1979) elkaar nooit gezien of gesproken hebben, want Esther werd boswachter en Coen melkveehouder. Zoals er op bijna alle bedrijventerreinen in Nederland een strikte scheiding is tussen de doodse grasperkjes en aangrenzende wilde natuurpercelen, was er tot dit jaar ook niet of nauwelijks dialoog tussen boeren en beheerders van natuurparken. Met de nieuwe samenwerking tussen Campina en Natuurmonumenten is aan deze strikte waterscheiding een einde gekomen. Esther adviseert Coen vanaf nu over bodembeheer en biodiversiteit. 

Het is een vrijwillige samenwerking, want Natuurmonumenten heeft wel weilanden in eigendom, maar te weinig om daadwerkelijk het Nederlandse boerenland te veranderen in een gevarieerd natuurlandschap. “We verpachten zo’n 20 duizend hectare weiland aan enkele honderden boeren. Dat klinkt veel, maar het is natuurlijk niks. Slechts 2 procent van het Nederlandse grondoppervlak is eigendom van Natuurmonumenten, terwijl Nederland voor ongeveer 30 procent uit landbouwgrond bestaat", zegt algemeen directeur Marc van den Tweel (1964) van Natuurmonumenten. 

“Maar er is nu momentum om tot verandering te komen”, verklaart hij de omwenteling in denken. Over het oude wantrouwen tussen natuurbeschermers en boeren wil Van den Tweel niets horen. Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in Den Haag klinkt bovendien de roep om ‘kringlooplandbouw’. De regering stelt in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) onder andere: ‘Een transitie van de landbouw is de komende decennia onvermijdelijk, waarbij landbouw weer in verbinding komt met mens, dier en omgeving’. “Hier zet ik meteen mijn handtekening onder”, zegt Van den Tweel, kordaat. “De grootste winst is dat we beseffen dat we met 17 miljoen mensen gebaat zijn bij een goede en gezonde voedselproductie. Bij boeren groeit het besef dat dit mogelijk is in combinatie met een grotere biodiversiteit, met zorg voor het landschap. Dus zijn we gaan polderen.” 

Van den Tweel maakt dan ook zonder enige terughoudendheid reclame voor Campina en roept op om in de supermarkt vooral melk en yoghurt met het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ te kopen. “Dat is melk van de melkveehouders die met ons gaan samenwerken. Wanneer hun weilanden naast onze terreinen liggen, gaan we die grenzen verzachten, meanderen. De natuur loopt straks meer in het weiland over en het weiland meer in de natuur. Campina biedt deze boeren een meerprijs voor hun melk. Consumenten kunnen hun waardering voor een beter natuurbeheer laten blijken door voor deze melk te kiezen. Het gaat om een paar centen extra, waar de boeren de kosten mee kunnen dekken. Laten we vooral beseffen dat voeding in Nederland nog nooit zo goedkoop is geweest. We besteden er niet meer dan 10 tot 14 procent van ons huishoudbudget aan. Tegelijkertijd worden de marges voor boeren steeds lager. We kunnen niet van onze melkveehouders vragen om dan ook nog eens de kosten van natuurbeheer te dragen. Als wij biodiversiteit echt belangrijk vinden, koop dan deze melk van Campina.”

Het is een mijlpaal, om de directeur van Natuurmonumenten zo te horen praten. De grootste ‘zuivelaar’ die partnert met de grootste natuurbeschermer. Je zou eerder verwachten dat Van den Tweel met biologische melkveehouders zulke stappen zou zetten. “Dat doen we ook hoor”, corrigeert hij. “Maar hier hebben we het over gangbare boerenbedrijven, over groot volume, over meer impact op het landschap. Campina gaat 10 procent van de melkveehouders begeleiden naar ‘Planet Proof’ melk. Om tot zulke enorme volumes te komen stellen wij onze kennis ter beschikking.” 

Boswachter Esther en melkveehouder Coen poseren voor de zwarte schuurdeur van de Ooievaarshorst in Leusden, eigendom van collega-veehouder Niels, en uiteraard ook hofleverancier van Campina. Hij biedt er 85 melkkoeien in zijn schuren onderdak. Een koe staat zich heerlijk te schuren aan de borstel, die PlanetProof verplicht stelt. Coen over zijn eigen koeien: “Ik heb er een dame bij die zich wel twintig minuten per dag staat op te maken. Andere koeien kijken niet naar de borstel om. Het zijn net mensen.” 

Hoe gaan ze de samenwerking vorm geven? Stapt Esther regelmatig in Apeldoorn in de auto om Coen in Soest van raad te voorzien? Coen geeft zijn behoefte aan: “Ik wil elk jaar iets doen, om uiteindelijk op 20 procent natuur in 2025 uit te komen. Dit jaar wil ik 18 hectare omringd door slootranden aanpassen, door ze meer glooiend te maken. Het jaar daarop de akkerranden breder maken en onbemest laten. Het jaar daarop beginnen met het aanpassen van de maaiperiodes…” 

Esther: “Ik kan me voorstellen dat ik jou dan eerst bel. We kunnen kennis en ervaringen van anderen uitwisselen.” Plan is ook om een ‘koellegetour’ voor de boswachters en boeren te gaan organiseren, gesprekken aan de keukentafel. De vorderingen zullen bijgehouden worden in een biodiversiteitsmotor. 

Esther en Coen bedachten een mooie omschrijving van hun samenwerking: “Dit is de natuurlijke loop van omstandigheden.”

Websites:

Campina over samenwerking met Natuurmonumenten

De biodiversiteitsmonitor

Website van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)