Diane Zandee: financiële infrastructuur voor circulair
Voor accountants en controllers staat de circulaire economie gelijk met het ’Wilde Westen’, waar geen recht en orde heerste. In een wereld waar geen regels zijn, durven financiële controleurs niet snel de straat over te steken. Ze zijn bang zomaar overhoop te worden geschoten.
Het is een beeld dat Diane Zandee zelf niet op deze manier zou oproepen. Ze formuleert het anders. Over haar vakgenoten zegt ze: “Accountants zijn niet actief betrokken bij de ontwikkelingen die gaande zijn in de circulaire economie. Ze kijken toch wat meer de kat uit de boom. Accountants zijn erg regelgeving-gedreven. Dat is de aard van ons werk. Accountants zijn in het leven geroepen om te checken of de regels worden nageleefd. Dus als die regels er nog niet zijn, gaan ze zitten wachten.”
En is dat een probleem? Wel wanneer circulaire bedrijven financiering zoeken en bij banken aankloppen. Die ook weer zekerheden zoeken, die vooral accountants kunnen geven. Die niet zouden weten hoe ze dat zouden moeten doen. En zo blijven veelbelovende pilots zonder kapitaal om op te kunnen schalen.
Diane Zandee (1977) is een duurzame financial die studeert, daarna graag een tijdje de praktijk in duikt, een nieuwe studie begint, vervolgens weer praktijkervaring opdoet, om voor de derde keer opnieuw bij een universiteit aan te kloppen.
Na een studie bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit leerde ze de e-business kennen toen het internet nog maar net was opgestart. De businessmodellen van toen hadden al de kenmerken van transitie die nu in de circulaire economie nodig zijn. Na een vervolgstudie aan ‘de Erasmus’ mocht ze zich ‘register controller’ noemen. Alweer vond Zandee een plek waar een pioniersgeest waaide: het energiebedrijf Eneco. Met CEO Jeroen de Haas als duurzame fakkeldrager dacht ze als Chief Procurement Officer mee over de energietransitie: hoe koopt zo’n koploperbedrijf duurzaam in? Later jobhoppend bij onder andere de NS en Schiphol en tal van kleinere organisaties groeide de behoefte tot verdere verdieping. Tijdens de cursus ‘Changing the Game’ van hoogleraar André Nijhof en Lucas Simons van NewForesight vielen al haar ervaringen op hun plek. Hoe verschillende spelers als bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten in vier fases duurzame ontwikkelingen tot volwassenheid kunnen brengen. Elk bedrijf en sector weer op een eigen manier, maar toch allemaal volgens vaste patronen.
Haar inzichten verwerkt ze nu in een promotieonderzoek op Nyenrode, een zoektocht waarvan ze zegt geen haast mee te hebben. De cursus sloeg zo aan dat ze haar krachten bundelde met NewForesight. Samen met deze consultancy brengt ze nu duurzame adviezen uit, met de nadruk op de financiële aspecten van transformatie in de circulaire economie. Hoe kan de toekomstige schaarste aan grondstoffen nu al tot een businessdriver omgezet worden? Hoe vinden bedrijven kapitaal om zo’n lange termijnhorizon te financieren? Zandee maakt deel uit van verschillende gremia waarin ook banken, beleggers en accountants nadenken over de financiering van de circulaire economie.
“Gaat die weg dan weg?”
Zandee ziet het als taak van de activistische wetenschapper om dez huidige patstelling te doorbreken, door de praktijk in te duiken, op zoek naar oplossingen. “Samen met Dura Vermeer en de provincie Overijssel heb ik onderzocht wat het betekent om een circulaire weg aan te leggen. Een stuk weg van 10 kilometer. Een pilot. Normaal schrijft de overheid een aanbesteding uit. Een aanbieder wint die, zeg voor een miljoen euro. Bijvoorbeeld. De provincie zegt: kom maar bouwen en ik stort in fases van opleveringen delen van dit bedrag op je rekening. En uiteindelijk is de overheid eigenaar van die weg. In de circulaire economie blijft de aannemer zelf eigenaar van de weg en biedt deze aan de provincie aan als ‘road as a service’ met een jaarlijkse vergoeding voor het gebruik. Deze aanpak moet Dura Vermeer prikkelen om dit stuk asfaltweg zo te ontwerpen dat het onderhoud minimaal is vanwege de arbeidskosten en maximaal voor wat betreft de restwaarde aan grondstoffen. Je wilt dus zo min mogelijk slijtage. De waarde van de weg is groter wanneer je alle lagen weer uit elkaar kunt halen. Dat nodigt uit om op een andere manier over het ontwerp na te denken.Maar dan komen de juridische mensen eraan. Hoe vat je deze aanpak in een contract? Hoe lang ga je die afspraak aan? Een weg gaat 15, 20, 30 jaar mee. Wil je hem langer handhaven? Moet je dan een contract voor langere tijd aangaan? Ergens houdt zo’n contract op, maar wanneer dan? Gaat die weg dan weg? Een weg is geen mobiele telefoon die je na gebruik inlevert, om de materialen te kunnen recyclen. Bovendien: wat is de grondstofwaarde over 30 jaar? Die bepaal je toch pas op termijn. Kun je de weg dan alsnog verkopen aan de provincie? Nee, want dan geldt in accountantstermen dat het eigenlijk een koop is. Daarmee vervallen alle prikkels van de eigenaar om die weg goed te houden.”
Zandee ontdekte bij deze exercitie extra knelpunten voor de controller: “De belastingwetgeving werkt niet mee. Onderhoud is duur, menselijke arbeid wordt fiscaal zwaar belast. Op grondstoffen hoef je niet af te schrijven, want die blijven behouden. Maar de hoge arbeidskosten dus wel. Het afschrijvingsvoordeel voor een circulair bedrijf is dus maar heel beperkt.”
“Goud in handen”
Alle reden dus voor accountants en controllers om uit hun passieve rol te komen?“We hebben goud in handen”, stelt Zandee, namens deze beroepsgroep. “Wij kunnen het totale financiële plaatje inzichtelijk maken. Een complete performance meting op duurzaamheidsgebied presenteren. Dat wordt nu vaak gezien als de taak van de duurzame afdeling, die zich beperkt tot de CO2-rapportage. Dat is een separaat onderwerp. De kunst is de hele transitie te integreren, waarbij de organisatie als een geheel wordt gezien. Hoe ziet het bedrijf er straks financieel uit, wat is de maatschappelijk impact, op welke drivers zit dat?”
Zo ver is het dus nog niet?
“De meeste controllers en accountants, zeker in het mkb, zitten nog niet in deze adviesrol, maar in hun oorspronkelijke taak: het leveren van financiële cijfers. Het is ook onwetendheid, niet weten hoe je anders zou kunnen doen.
Het zou helpen als we nieuwe sturingskaders hebben, weten met welke meetindicatoren we moeten werken zodat je elkaar begrijpt. We moeten de circulaire economie in paar ratio’s vatten om de gezondheid van een organisatie te kunnen begrijpen.”
Kun je vooruitlopen op kaders van wet- en regelgeving?
“Als je op verkeerde manier de werkelijkheid presenteert, kunnen de maatregelen als fout worden beoordeeld. Daar kunnen boetes aan vasthangen. Je wilt niet vooroplopen en in een schandaal verzeilt raken omdat anderen niet snappen waar je mee bezig bent. Maar misschien kunnen we toch een heel eind komen met de huidige regels, ook al zijn ze niet volledig en niet perfect. We missen alleen de toegevoegde waarde: de belasting van de planeet, de CO2-footprint, de grondstofstromen die circulair zijn. Dat zit er nog niet in. Dat zouden we kunnen toevoegen aan accountantskaderkader. Ook met de banken, wat ze daarmee moeten. Welke risicomodellen toegang tot geld hebben.”
Wat weten we inmiddels?
“We zien dat het in de circulaire economie langer duurt voordat je hetzelfde bedrijfsresultaat behaalt. Door de levensduur van materialen te verlengen moet je een langere tijdshorizon inbouwen. Met een doorsnee businessplan moet je in 2 tot 3 jaar winstgevend kunnen zijn. In de circulaire economie heb je een langere ontwerpfase, je moet je netwerk inrichten. Ook al kom je dus later op gang, daarna heb je wel een langere gebruiksfase. En je hebt grondstoffen die je in theorie in de ‘loop’ kunt houden. Dat is voldoende voor een bestendig businessmodel. Dat inzicht is belangrijk voor financiers. Weten: ik ga er voor langere tijd in. Daar moeten we dus nieuwe financieringsconstructies op loslaten. Daar is marktransitie voor nodig. Je moet dan wel een beetje activistisch zijn. Banken moeten uit hun stramien van honderd jaar oud durven te komen, van altijd dezelfde eisen aan solvabiliteit stellen. Toezichthouders moeten daar dus ook in meegaan, om cijfers anders te gaan zien. Dat is nodig, nu de praktijk aantoont dat we er met de lineaire toolset niet komen. Het is net als met elektrische auto’s. Er moet eerst infrastructuur zijn, zoals laadpalen, voordat die auto’s gekocht worden door de consument. De circulaire economie heeft een infrastructuur van financiering nodig om schaalbaarheid te krijgen.”