Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Framework met Pasen
Framework met Pasen
29 maart 2013

Duurzaamheidsdeal pensioenfondsen en private equityfondsen

“Het gaat om biljoenen euro’s”, zegt Tim van der Weide van pensioenbelegger PGGM. Deze week committeerden niet minder dan 40 grote institutionele beleggers (waaronder pensioenfondsen uit elf landen), 20 branche-organisaties en 10 private equity fondsen zich aan een framework voor duurzame beleggingen.

Van der Weide was vanaf het begin bij de besprekingen betrokken,  als adviseur verantwoord beleggen bij PGGM. De pensioenfondsen maken veelvuldig gebruik van private equity-fondsen, die beleggingen op maat presenteren. Niet te klein, niet te groot, als het kan interessant voor meerdere pensioenfondsen tegelijk. Nu toonaangevende fondsen op deze wereld, zoals ook het Amerikaanse CalPERS, duidelijke richtlijnen hebben op het gebied van Environmental, Social and Corporate Governance (ESG)-factoren voor rechtstreekse beleggingen in bedrijven, begonnen de private equity-partijen achterop te lopen.

“Het is redelijk efficiënt gegaan”, vindt Van der Weide: “Zestien maanden. Ook van de kant van de private equity-partijen was er bereidheid om tot een Framework te komen.”

Private equitypartijen worden door het grote publiek soms verward met hedgefondsen, die een slechte naam hebben gekregen.
“Klopt. Ook een van de redenen waarom dit overleg tot resultaten kwam.”

Was het ook een machtsspel, met zo’n enorme overmacht aan pensioenfondsen?
“Het aantal pensioenfondsen dat deelnam zegt meer over het draagvlak om tot duurzaamheidsafspraken te komen. Tussen pensioenfondsen en private equity partijen bestaat ook een wederzijds belang. Duurzaamheid kan tot hogere rendementen leiden en verbetert ook hun reputatie.”

En wat is dan de toekomstige duurzaamheidscomponent?
“Een heel simpel voorbeeldje. Stel dat het om de financiering van een grote winkelketen gaat. Dan kun je nu vooraf stellen dat er met led-verlichting gewerkt moet worden. En het Framework voorziet er óók in, dat we na verloop van tijd te horen krijgen of het management dit uitgangspunt ook in praktijk heeft gebracht. Zo zijn er heel veel componenten, die als voorwaarde voor de financiering vooraf worden gesteld, maar ook daarna door private equity-fondsen gemonitord zullen  worden. Hoeveel geld is er door duurzaam ondernemen bespaard? Heeft die winkelketen inderdaad een productaanbod bereikt van 20 procent biologisch? Dat is een voorbeeld van een stip op de horizon. PGGM noemt dat de ‘sustainability stairway’. Het helpt om de private equitypartijen te doen begrijpen wat pensioenfondsen nu werkelijk bedoelen wanneer ze het over ESG-factoren hebben.”

Lang niet alle private equityfondsen zaten aan tafel.
“Maar wel de overkoepelende organisaties waar ze in zitten en die het framework zullen voorleggen. Daarnaast waren ook de Board van de International Private Equity Valuations (IPEV), de Institutional Limited Partners Associations (ILPA) en de Principles for Responsible Investment (PRI) van de VN bij het overleg vertegenwoordigd.”


Het Framework werd ondertekend door de volgende partijen, in alfabetische volgorde:

AlpInvest, AP1, AP2, AP3, AP4, APG Asset Management, Aviva Investors, Axa Private Equity, Blue Sky Group, Caisse de dépôt et placement du Québec, Caisse des Dépôts, CalPERS, Capital Dynamics, CBUS, CDC Group, Hermes GPE, HESTA, IFC, Local Government Super, Lothian Pension Fund, Merseyside Pension Fund, MN, Ontario Teachers' Pension Plan, OPTrust Private Markets Group, Pension Protection Fund, PREVI, Public Sector Pension Investment Board, Pantheon, PGGM, PKA, Robeco Private Equity, RPMI Railpen Investments, SEIU Master Trust, South African Government Employee Pension Fund, SPF Beheer, Storebrand, Syntrus Achmea, Unipension, USS en VFMC.

Meer over ESG-criteria op de website van PGGM