FMO: Biogarnalen uit mangrovebossen
Door biologische garnalen te kweken, helpt de ontwikkelingsbank FMO het mangrovebos in Vietnam te redden.
Hoe bescherm je kwetsbare mangrovebossen en bied je tegelijkertijd een beter bestaan aan duizenden kleine garnalenkwekers? Door op die plek biologische garnalen te kweken. Met een lening van 15 miljoen dollar in maart van dit jaar ondersteunt FMO het Vietnamese bedrijf Camimex dat in de Mekong Delta een uniek bedrijfsmodel uitrolt.
Aart Mulder onderschrijft het grote belang van deze aanpak. Hij is fondsmanager bij de ontwikkelingsbank. Hij vertelt over deze aanplant in de P+ Special 'Vliegwiel voor marktcreatie', dat ook tal van andere voorbeelden toont van initiatieven om nieuwe markten in opkomende landen te ontwikkelen.
Mangrovebossen zijn in de tropen de beste kustbescherming denkbaar. De ‘hoog op de poten staande bossen’ weten hoge vloedgolven te breken voordat ze het land overspoelen. “Tegelijkertijd is mangrovebos heel kwetsbaar, ook door opwarming van het klimaat. Het zijn broedplaatsen voor vele vissoorten, gebieden die rijk zijn aan biodiversiteit. De bomen zorgen bovendien voor de opslag van grote hoeveelheden CO2”, voegt Mulder eraan toe. “Wil je dus in die gebieden garnalenteelt organiseren, dan moet je de nodige voorzorgsmaatregelen treffen. Dan moeten de kwekers geen belang meer hebben om die bomen te kappen. Sterker nog: het moet juist in hun belang juist om de mangrove in stand te houden.”
Centraal in het samenwerkingsverband van dit project staat het Vietnamese bedrijf Camimex. Opgericht in 1977 was het de eerste garnalenverwerker in de Vietnamese provincie Cà Mau. Sinds 2000 is het een van de eerste gecertificeerde garnalenproducenten. Camimex wil bovendien de grootste aanbieder van biologisch geteelde garnalen ter wereld worden.
Mulder: “En die keten begint dus bij de Vietnamese boeren. Zij kweken de garnalen achter de mangrove in vijvertjes die gelinkt zijn met het zeewater. Er zit een soort sluis in, die met eb en vloed wordt geopend om de vijvers te verversen.” Om tot een optimale situatie te komen, doen de garnalenkwekers er bovendien verstandig aan extra bomen aan te planten, die voor schaduw over de vijvers zorgen."
FMO stapte in dit project via het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD). Andere partners in het fonds zijnClimate Fund Managers (CFM) en de NGOs SNV en het Wereldnatuurfonds. Belangrijke medespeler in dit project is SNV, waarvan de ontwikkelingswerkers ter plekke al vele jaren in Vietnam opereren. Dat is niet alleen belangrijk om de garnalenkwekers en Camimex te organiseren, maar ook om het project ondersteund te krijgen door landelijk beleid. In dit geval is er een Mekong Deltra Agricultural Transformation Plan dat een politiek raamwerk vormt voor het duurzaam managen van het mangrovewoud.
Mulder somt de doelen op. “We willen uiteindelijk 16.500 hectare aan mangrovebos en wetlands onder duurzaam beheer brengen, en zo 10 miljoen ton aan broeikasgassen opslaan. Dit willen we combineren met het opschalen van de garnalenkweek waardoor het inkomen van de garnalenboeren met 10 procent kan stijgen. We hopen zo een positieve impact op het leven van 12 duizend gezinnen te hebben, waarvan direct 7.200 garnalenboeren. Maar we zijn natuurlijk klein begonnen met een groep van 500 huishoudens om te zien hoe die gecertificeerd kunnen worden voor de biologische garnalenkweek. SNV heeft die rol op zich genomen.”
De aanloop vergt dus nogal wat tijd aan voorbereidende werkzaamheden. Het is juist in deze fase waarin het vliegwiel van market creation volop draait. Mulder: “Het project is deze fase nog niet financierbaar. Ook voor Camimex zelf niet. Dat komt wel, later, maar eerst is het onze rol om door te duwen naar het moment dat dit project door andere investeerders ook aantrekkelijk wordt, over zeven jaar. Dat is echt uniek in dit concept, waar we overigens ook blue carbon credits (CO2 opgeslagen in kust- en maritieme systemen, red.) als aanvullende inkomstenbron mee hopen te verkrijgen.”
Hoe bescherm je kwetsbare mangrovebossen en bied je tegelijkertijd een beter bestaan aan duizenden kleine garnalenkwekers? Door op die plek biologische garnalen te kweken. Met een lening van 15 miljoen dollar in maart van dit jaar ondersteunt FMO het Vietnamese bedrijf Camimex dat in de Mekong Delta een uniek bedrijfsmodel uitrolt.
Aart Mulder onderschrijft het grote belang van deze aanpak. Hij is fondsmanager bij de ontwikkelingsbank. Hij vertelt over deze aanplant in de P+ Special 'Vliegwiel voor marktcreatie', dat ook tal van andere voorbeelden toont van initiatieven om nieuwe markten in opkomende landen te ontwikkelen.
Mangrovebossen zijn in de tropen de beste kustbescherming denkbaar. De ‘hoog op de poten staande bossen’ weten hoge vloedgolven te breken voordat ze het land overspoelen. “Tegelijkertijd is mangrovebos heel kwetsbaar, ook door opwarming van het klimaat. Het zijn broedplaatsen voor vele vissoorten, gebieden die rijk zijn aan biodiversiteit. De bomen zorgen bovendien voor de opslag van grote hoeveelheden CO2”, voegt Mulder eraan toe. “Wil je dus in die gebieden garnalenteelt organiseren, dan moet je de nodige voorzorgsmaatregelen treffen. Dan moeten de kwekers geen belang meer hebben om die bomen te kappen. Sterker nog: het moet juist in hun belang juist om de mangrove in stand te houden.”
Camimex wil grootste aanbieder ter wereld worden
Centraal in het samenwerkingsverband van dit project staat het Vietnamese bedrijf Camimex. Opgericht in 1977 was het de eerste garnalenverwerker in de Vietnamese provincie Cà Mau. Sinds 2000 is het een van de eerste gecertificeerde garnalenproducenten. Camimex wil bovendien de grootste aanbieder van biologisch geteelde garnalen ter wereld worden. Mulder: “En die keten begint dus bij de Vietnamese boeren. Zij kweken de garnalen achter de mangrove in vijvertjes die gelinkt zijn met het zeewater. Er zit een soort sluis in, die met eb en vloed wordt geopend om de vijvers te verversen.” Om tot een optimale situatie te komen, doen de garnalenkwekers er bovendien verstandig aan extra bomen aan te planten, die voor schaduw over de vijvers zorgen."
SNV bereidde project voor
FMO stapte in dit project via het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD). Andere partners in het fonds zijnClimate Fund Managers (CFM) en de NGOs SNV en het Wereldnatuurfonds.Mulder somt de doelen op. “We willen uiteindelijk 16.500 hectare aan mangrovebos en wetlands onder duurzaam beheer brengen, en zo 10 miljoen ton aan broeikasgassen opslaan. Dit willen we combineren met het opschalen van de garnalenkweek waardoor het inkomen van de garnalenboeren met 10 procent kan stijgen. We hopen zo een positieve impact op het leven van 12 duizend gezinnen te hebben, waarvan direct 7.200 garnalenboeren. Maar we zijn natuurlijk klein begonnen met een groep van 500 huishoudens om te zien hoe die gecertificeerd kunnen worden voor de biologische garnalenkweek. SNV heeft die rol op zich genomen.”