Rijken houden energierekening minima betaalbaar
Rijke Nederlanders die nu investeren in duurzame energie maken het mogelijk dat minima straks ook nog hun energierekening kunnen betalen. Dat stelt Jurgen van der Heijden, senior consultant van AT Osborne en medeoprichter van de energiecoöperatie CALorie in Castricum.
Dr. Jurgen Van der Heijden verkent in zijn studies al ruim vijf jaar de drempels op de weg naar een betaalbare duurzame energiehuishouding. Hij doet dit als consultant in opdracht van overheden. Van der Heijden maakt deel uit van Het Groene Brein, het netwerk van duurzame wetenschappers in Nederland. Hij ondersteunde al meer dan vijftien energiecoöperaties bij de oprichting.
Groene Breinbreker: Is het zelf opwekken van energie alleen weggelegd voor rijke Nederlanders?
Antwoord Jurgen van der Heijden (1964): “Dat is de grote opgave van nu: hoe bereik je iedereen? Dat zal moeten, want de kosten van fossiele energie gaan in de toekomst onherroepelijk stijgen. Wat ik zeg klinkt misschien draconisch, maar elk gezinshuishouden zal de komende twintig jaar gemiddeld duizend euro per jaar moeten investeren om de energierekening op termijn beheersbaar te houden. Dat is 20 duizend euro bij elkaar. Maar het is het geld waard. Bedenk dat alleen al een pakket aan isolatiemaatregelen om huizen energiezuinig te maken een verschil van soms wel 50 procent op de rekening kan gaan maken. Dan hebben we het voor sommige huishoudens over een besparing van zeker een half maandsalaris per jaar.
Zulke bedragen roepen natuurlijk vragen op. De belangrijkste is de vraag wat dit voor minima gaat betekenen. Fossiele brandstof is nu nog goedkoop, zeker met die lage olieprijs van vandaag, maar over 25 jaar echt niet meer. Niets doen is geen optie, je moet investeren om te kunnen profiteren van alle nieuwe producten om te isoleren en zelf duurzaam op te wekken. Wat als dat niet lukt, eenvoudig omdat je het geld niet hebt? Ben je dan heel duur uit, of slagen anderen erin de prijs voor isolatie en voor duurzame energie te laten dalen?
Daarom heb je een kopgroep nodig die de relatief hoge investeringen van nu in zonnepanelen, in windmolens en in het energiezuinig maken van woningen financieel kan dragen. Als dat een kopgroep van hoogopgeleide welvarende mensen is, heb ik daar geen bezwaar tegen. Zij pakken de hoge innovatiekosten en doen dit voor de rest van de samenleving. Zij zorgen er voor dat producten kunnen doorbreken, waardoor de prijs zal gaan zakken. Bij zonnepanelen zie je dat nu al heel duidelijk.
Zo’n kopgroep deelt ook de opgedane kennis. Alle energie-coöperaties doen dat. Er zit er niet één bij die tegen de samenleving zegt: barst maar.
De financiële en technische informatie op dit gebied die burgers met elkaar uitwisselen wordt eerder als betrouwbaar ervaren dan de informatie die een overheid of bedrijf aanreikt. Je gaat je eigen reputatie niet op het spel zetten. Je deelt als eigenaar van zonnepanelen je ervaringen met je eigen buren. Daar kun je niet tegen liegen, want als je verhaal achteraf niet blijkt te kloppen, kom je steeds iemand tegen die jou ineens een stuk minder aardig vindt.
Een volgende prikkelende vraag is op wie overheden zich dan moeten richten. Een natuurlijke reactie is: je moet voor alle burgers gelijk zorgen, voor arm en rijk. Ik stel: het is beter de rijkere 50 procent van de bevolking te stimuleren tot die investering van zo’n 1000 euro per jaar, zodat zij het pad van de energietransitie effenen voor de minder rijke 50 procent.Je kunt dat bijvoorbeeld doen door als overheid de lokale energiecoöperaties te steunen. Daarin bevindt zich de kopgroep, maar die werkt uiteindelijk voor iedereen.”
Stel gratis uw eigen vraag
Dit is aflevering 13 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week zal op de website van P+ een praktijkvraag worden gesteld aan een van de 80 wetenschappers die aan het netwerk Het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl