Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
P+ Special 'Provincies en circulaire industrie'
P+ Special 'Provincies en circulaire industrie'
22 oktober 2024

Hoe chocolade circulair kan worden

Chocolade kan een circulair consumentenproduct worden. Dan moeten inspanningen wel gericht worden op de ‘cacaolanden’ in West-Afrika, die grootleveranciers voor de grondstof zijn. Daar kan vruchtensap en biologische kunstmest van de restanten van de cacaovrucht worden gemaakt.

In de P+ Special ‘Provincies en circulaire industrie’ worden de Best Practices beschreven. Vanuit Nederland is het vruchtensap Kumasi gelanceerd. In de landen zelf worden al hulzen van de cacaovrucht omgezet in ‘biochar’, een soort van houtskool dat de grond bemest, verbetert en bovendien CO2 opslaat.

De P+ Special is gemaakt in samenwerking met de provincie Noord-Holland en wetenschappers van Het Groene Brein.


Amsterdam grootste cacaohaven ter wereld

Circulaire cacao bestaat al honderd jaar in Noord-Holland, met Amsterdam als grootste cacaohaven ter wereld. Alle ‘laaghangende cacao’ is in Nederland al geplukt. Voor alle delen die niet geschikt zijn om er hier cacaopoeder of -boter van te maken is al een bestemming gevonden -hoewel die niet altijd even hoogwaardig is.

Een hoogwaardig voorbeeld wordt geleverd door De Noord-Hollandse linoleumfabrikant Forbo Flooring. Deze koopt een deel van de cacaodoppen op om ze te verwerken in de collectie vloeren onder de naam ‘Marmoleum Cocoa’. De collectie met 20 kleuren is ‘ontzettend populair’, stelt Forbo Flooring zelf: “We kopen momenteel op jaarbasis 50 ton cacaodoppen in. Die hoeveelheid groeit.” 

Het is niet het enige al bestaande circulaire voorbeeld. Een andere toepassing is de verkoop van cacaodoppen als bodembedekker in doe-het-zelf ketens zoals de Gamma. ‘Cacaodoppen hebben een vochtregulerende werking en functioneren als bodemvoedende laag voor uw planten’. 

Sinds 2009 heeft Cargill, een van de grootste handelsbedrijven in cacao en andere landbouwgrondstoffen, in Amsterdam een biomassacentrale in gebruik genomen. Daarin worden onder andere ook cacaoresten omgezet in warmte en elektriciteit voor de eigen productiefaciliteiten. Dagelijks kan er zo 13,2 ton aan reststromen worden omgezet in stoom. Maar ook verbranden van biomassa is niet de meest circulaire strategie.


Al 101 jaar circulair

De meest hoogwaardige circulaire verwerking van de cacaostroom in de Zaanstreek is al 101 jaar oud. Pal naast de Zaanse Schans vierde JS Cocoa als naamopvolger van het bedrijf Jan (en Piet) Schoemaker in 2023 het bijzondere jubileum. De oprichters wisten restanten cacaobonen in de jutezakken te redden van de vuilnishoop. Zij wisten de bonen nog zo uit te persen, dat zij de achtergebleven cacaoboter konden winnen en verkopen. Ook in de schilfers van de industrie, de cacaokoek, bleef nog zo’n 22 tot 25 procent kostbare cacaoboter achter. 

Na de Tweede Wereldoorlog begon Jan Schoemaker ook zelf cacaobonen in West-Afrika in te kopen. Hij concentreerde zich ook ditmaal op de restanten van de oogst; bonen van B-kwaliteit die grote verwerkers niet wilden hebben. Ze zijn te klein, aan elkaar vastgeplakt of gebroken. Ook deze restpartijen zouden anders weggegooid worden. Nog steeds worden deze ‘buitenboontjes’ vooral in Ghana gekocht, maar nu door de nieuwe bedrijfsleiding.
 
Niet alleen bij JS Cocoa verschuift de aandacht steeds meer naar het begin van de keten, naar de landen waar de cacao vandaan komt. De bonen maken maar een klein deel uit van de totale cacaovrucht. Het omhulsel waar de cacaobonen in zitten bepaalt voor meer dan 75 procent het gewicht. En die massa blijft achter bij de miljoenen kleine cacaoboeren in Ivoorkust, Ghana en Kameroen.


Van cacaopeul tot biochar

Lange tijd gooiden de boeren deze ‘cacaopeulen’ (of ‘pods’, het buitenste deel) en ‘cacaopulp’ (het witte zoete omhulsel van de bonen) terug op hun land, als bemesting. Ideaal is dat zeker niet. Nieuwe ziekten en schimmels onder de cacaobomen verspreiden zich zo extra snel. 

Frank Joosten, director Cocoa Program van IDH, kent de eerste initiatieven om ook deze onderdelen waarde te geven: “De pods van de cacaovrucht worden nu gebruikt om er een soort houtskoolachtig product van te maken: zogenaamde ‘biochar’. Dan ontstaat iets dat vergelijkbaar is met de landbouwmethoden van de Inca’s van vroeger: de zwarte aarde. De ‘biochar’ geeft langzaam voedingsstoffen af, maar houdt ook langer water vast. Het vangt bovendien ook CO2 uit de atmosfeer op en legt dit vast.” Nu kunstmest mede door de uitbraak van de oorlog in Oekraïne zo duur is geworden voor de cacaoboeren, is die oude landbouwtechniek economisch interessant geworden. 


Van vruchtvlees tot vruchtensap

TV-programmamaker Lars Gierveld (van Rambam, onder andere) kwam op het idee om van het witte vruchtvlees limonade te maken, toen hij tv-opnames maakte bij cacaoboeren. Gierveld is inmiddels fulltime ondernemer, en houdt kantoor in Amsterdam. Hij meldt trots in P+: “We zijn nu een eigen faciliteit aan het opzetten in Ivoorkust, om het sap op te vangen voordat de bonen gefermenteerd worden. Mooie serendipiteit is dat cacaobonen na het persen veel beter en gecontroleerder fermenteren dan ongeperste.”

Verder lezen en download P+ Special ‘Provincies en circulaire industrie’.

Tekst Jan Bom (dit is het eerste artikel afkomstig uit deze dubbeldikke P+ Special)