Mijn laatste wandeling met Lambert Pater (1950-2012)
Als ik aan Lambert Pater denk, dan zie ik ons weer wandelen over de bemodderde kade die dwars door de Ankeveense Plassen loopt. Onze wandelschoenen zakken diep weg. Een grijze dag, zelfs wat motregen, maar het gesprek is bijna Zuid-Amerikaans van passie.
Als ik denk aan de dingen die Lambert zei, dan hoor ik ook die andere pioniers van het duurzaam ondernemen weer praten, die soms ook over hun woorden struikelden. Opgetogen. Dat relaas betrof in het geval van Lambert de ontdekking van het sociaal ondernemen, de integratie in de samenleving van mensen met een beperking.
Ik was bij hem in Utrecht op het kantoor van Mediamaal en werd getroffen door zijn ondernemersmoed. Een communicatiebureau dat alleen mensen op de loonlijst had staan met ernstige handicaps. Pater was daar heel erg vroeg mee. In de tijd waren er alleen nog maar wat sociaal voelende restaurants die voorzichtig mensen met een geestelijke beperking in de keuken werk aanboden. Toen dat goed ging ook in de bediening. Maar in het communicatievak? Als je doof bent, blind, of je je niet kunt bewegen? Lambert koos niet de makkelijkste weg. Zo’n opmerking wilde hij niet horen, want wat was nou dit ondernemersrisico in vergelijking met het probleem van de mensen die geen schijn van kans maken op de reguliere arbeidsmarkt? Lambert geloofde heilig dat alles altijd goed zou komen.
Als ik bedenk wat Pater allemaal deed, dan zie ik al de doorgestreepte afspraken in mijn agenda staan voor nog een wandeling, iets waar we allebei erg naar uitkeken. Maar de ene keer was er een deal in Den Haag, de andere keer een adviesgesprek in Zeist. We hadden plannen die groot genoeg waren om het hele Pieterpad samen af te lopen, maar agenda’s die hier een wensdroom van maakten.
Ik zet het nummer van Bob Marley op dat mij aan Lambert doet denken.
Yeah, yeah yeah, yeah yeah yey
Why, why, why, why, why, why, why, eh
They've got so much things to say right now
They've got so much things to say
Afgelopen zondag heb ik voor het eerst weer precies dezelfde wandeling gemaakt die Lambert en ik toen maakten. Het gekke is dat deze tocht in mijn herinnering een half uur duurde, zo snel was alles voorbij. Deze keer heb ik op de tijd gelet en zag dat we meer dan twee uur onderweg moeten zijn geweest, een ochtend die voorbij is gevlogen.
Een leven dat voorbij is gevlogen. Lambert zou over veertien dagen pas 62 worden.
Bij de afscheidsdienst in de Bergkerk in Amersfoort kon dit akelige feit maar moeilijk geaccepteerd worden. Ik zag vele tranen. Zelfs de dominee, toch de professional in ons midden, kon niet voorkomen dat zijn stem brak. Een kerk zo vol dat er stoelen bij moesten. Onder de vele goede vrienden trof ik ook Willem Brethouwer van Marketresponse aan. Willem beschouwde Lambert als zijn leermeester en in formele zin was hij dat ook.
Op een mooi blog beschrijft Brethouwer zijn kennismaking met Pater. “Ik ontmoette hem voor het eerst in augustus 1976. Hij was 26 jaar en werd onze docent commerciële economie op de HEAO in Zwolle. Vanaf de eerste week al 12 uur per week les van hem, en dat zou mij vormen voor de rest van mijn (zakelijk) leven. Een wat smalle tengere man, brilletje, trui-dragend, die tamelijk relaxed les wilde geven. Dat was zijn plan. En zo gebeurde het ook.”
Brethouwer vervolgt: “Omdat hij na zijn Nyenrode-studie ook nog sociologische economie (of economische sociologie?) in Groningen wilde afronden, moest er regelmatig geschoven worden in de lesroosters. En omdat hij ook in het huwelijk zou treden, waren de eerste paar maanden op z’n minst prettig chaotisch. Dat had het bijkomend voordeel dat de studenten veel zelfwerkzaamheid aan de dag moesten leggen, en dat de studie en workload behoorlijk volgepropt werd. Weinig studentensocieteit voor mij herinner ik me nog.
“Wel direct veel praktijkwerk en stapels leerboeken en readers. Basic marketing van McCarthy, Kuhlmeijer, Kotler en Dalrymple, de boeken sieren nog steeds mijn boekenkast. Maar marketing en marktonderzoek bleken slechts de basics te zijn voor Lambert. Het bleek helemaal geen doel op zich, die kennis te verwerven. te ontwikkelen of te onderhouden. Het ging hem veel meer om de manier waarop en het waarom van de toepassing ervan. Ethiek, waarden, principes en social en societal marketing. Dat was veel meer zijn drive. De lessen van professor van Zuthem bijvoorbeeld over bedrijfsethiek en integriteit, die gingen pas ergens over. ‘Uiteindelijk krijgt Marx toch gelijk’ zei Lambert gekscherend, om hem vervolgens aan te halen: “De kapitalistische productie ontwikkelt dus slechts de techniek en de combinatie van het maatschappelijk productieproces terwijl ze tegelijkertijd de bron van alle rijkdom ondergraaft: de grond en de arbeider."
Hier begrijpt lezer dezes, waar Lamberts’ drive voor duurzaamheid vandaan kwam, toen al, in 1976. De kracht moet liggen bij de werknemer, de burger, de klant, de huurder, de patiënt. Dat was zijn werkelijke drive en die heeft hij ‘geleefd’ in de jaren 80, 90 en 00. Empoweren van onderaf, bewegen van binnenuit, implementeren vanuit de kern, raken door reiken, netwerken door verbinden en imagoloze identiteit door te ‘zijn’.
Op zijn visitekaartje prijkten vaak prachtige functie titels: webmaker (Pentascope), of ‘richting en relatie’ (Mediamaal). Een unieke combinatie van wijsheid, warmte, wendbaarheid en weerklank is van ons heengegaan.”
Tot zo ver Brethouwer.
De oude compaan van Pater bij Pentascope sprak ook tijdens de dienst: Engbert Breuker. Bij deze organisatieveranderaars zorgde Lambert voor het spektakel. Alles moest anders. Daarom was Pentascope eenmaal het allereerste bedrijf dat na de jaarwisseling een jaarverslag publiceerde, op 2 januari al. Ik geloof niet dat dit record daarna ooit nog eens gebroken is. Een ander jaarverslag stond volledig in het teken van wat er allemaal in het verslagjaar niet goed was gegaan. Want op je fouten kun je het beste bouwen, vond Lambert. Ik geloof dat dit toppunt van transparantie ook daarna nooit meer geëvenaard is. Er is heel wat moed en vertrouwen voor nodig om welbewust je eigen vuile was buiten te hangen.
Ik denk aan de laatste keer dat ik Lambert zag, in de parkeergarage van het World Forum in Den Haag, bij de Nieuwjaarsreceptie van MVO Nederland. Zijn haar heel kort. Hij had me geschreven dat hij kuren had moeten ondergaan, bestralingen, maar het stond eigenlijk heel terloops in zijn mail, alsof het van geen enkel belang was. Weer zouden we gaan lopen, zeiden we, toen we in onze auto’s stapten, die toevallig naast elkaar stonden, pal voor de ingang. We waren blijkbaar allebei vroeg gekomen en gingen ook allebei weer vroeg weg. Want: nog zoveel meer te doen.
Bob Marley begint aan het mooiste couplet van ‘So Much Things To Say’
Oh, when the rain fall, fall, fall now,
It don't fall on one man's housetop. Remember that:
When the rain fall,
It don't fall on one man's housetop.
Ik moet steeds denken aan wat de dominee zei, over zijn laatste bezoek aan Lambert. Zijn einde zou toen snel komen en dat wist Lambert, want wat hij toen zei, had nog nooit iemand hem eerder horen zeggen: "Hier zijn geen woorden voor."
Jan Bom