Steeds meer leasebakken worden deelauto
Gratis in een lease auto rijden? Of er zelfs geld aan overhouden? Tot voor kort was het onvoorstelbaar. Maar nu kan het, omdat verschillende aanbieders toestaan dat leaserijders hun auto’s ook verhuren of delen met derden. Het is een van de redenen voor de huidige explosieve groei van het aantal automobilisten dat privé een auto in lease neemt, volgens Karla Münzel, PhD-kandidaat bij de Universiteit Utrecht. Ze is verbonden aan het project ‘Het Opschalen van Autodelen in Nederland’.
Het is interessant onderzoek, gezien de dichtslibbende steden en overvolle snelwegen. Minder auto’s in Nederland lijkt een voorwaarde voor een duurzaam mobiliteitssysteem. Autodelen is een steeds belangrijker alternatief. De verschillende aanbieders van deelauto’s groeien toe naar één hybride businessmodel, stelt Münzel, die het onderzoek doet in opdracht van NWO.
De credits voor de doorbraak van de deel-leaseauto komen deelplatform SnappCar toe, dat deals afsloot met een groot aantal leasemaatschappijen. Die schrapten het verbod op verhuur van leaseauto’s, wat private lease voor velen een stuk aantrekkelijker maakt. Het grootste platform voor privéautodelen biedt ook zelf leasewagens aan, voorzien van SnappCar-reclame.
Münzel is enthousiast over deze jongste ontwikkeling. “De verschillende businessmodellen voor autodelen groeien naar elkaar toe. Zoals je vaak ziet bij innovaties: diverse modellen zijn in competitie met elkaar, tot er één dominant systeem ontstaat.”
Het huidige autodelen kent nu nog tal van aanbieders en modellen. De grootste groep bestaat uit particulieren die hun auto aan anderen aanbieden (P2P, peer-to-peer in het businessjargon). SnappCar is hier het grootste en bekendste platform. Het andere dominante model is B2C (business to consumer): autodeelbedrijven die hun wagenpark aan particulieren aanbieden. Die markt kent twee varianten: bij de ‘roundtrip’ staan de auto’s op vaste plekken waar ze na de huur teruggebracht moeten worden. GreenWheels is de grootste aanbieder van deze vorm van autodelen in Nederland. Bij ‘one-way’-autodelen (of: ‘freefloating carsharing’) kan de gebruiker de auto na gebruik op een andere plek achterlaten. Car2Go in Amsterdam (eigendom van autofabrikant Daimler) is hier een voorbeeld van.
Dat leasebedrijven nu toestaan dat hun auto’s gedeeld worden via platforms neemt voor veel particuliere gebruikers een belangrijke barrière weg, zegt Münzel. “Het is niet je eigen auto. Als er iets gebeurt bij de verhuur, lost het leasebedrijf dat voor je op. En voor de bedrijven en platforms is het interessant omdat ze zo een veel grotere klantengroep krijgen.”
Er zijn meer ontwikkelingen die ervoor zorgen dat de dominante deelmodellen naar elkaar toegroeien. Bij particulier autodelen moet de huurder nu nog de sleutel bij de eigenaar ophalen. Veel mensen vinden dat niet prettig. Dat kan omzeild worden met technische oplossingen zoals keyboxes of smart locks, al gebruikelijk bij commerciële deelaanbieders. Ook zijn er al private lease bedrijven waar een groep individuen een auto kan leasen.
Steeds vaker ook zijn deelauto’s elektrisch. De markt leent zich daar uitstekend voor, benadrukt Münzel, omdat deelauto’s vooral voor korte tripjes worden gebruikt. “Voor bedrijven als Daimler en BMW bieden autodeelsystemen een uitgelezen mogelijkheid hun elektrische modellen in de praktijk te testen.”
Het Utrechtse onderzoeksproject, uitgevoerd door de vakgroep Innovation Studies van het Copernicus Institute of Sustainable Development, bestudeerde de markt voor autodelen in enkele West-Europese landen. De verschillende ervaringen kunnen een bron van inspiratie zijn. Zo kent Duitsland al langer het fenomeen van buurtcoöperaties in kleine steden en dorpen. Münzel (zelf Duits) daarover: “Dat zijn non-profit instellingen, met twee of vijf auto’s. De belangstelling daarvoor groeit nu ook in Nederland, vooral op plekken waar professionele aanbieders niet naar toe willen. Daar bloeien buurtinitiatieven op. In Duitsland zijn plattelandsgemeenten ook actief. Ze starten vaak met deelauto’s voor de eigen gemeenteambtenaren.”
Als er één ding duidelijk wordt uit het Utrechtse onderzoek is dat er groeipotentie zit in de autodeelmarkt. Al is het maar omdat autodelen steeds lucratiever wordt. Münzel: “In de begintijd was duurzaamheid de belangrijkste motivatie voor autodelers. Nu zie je aanbieders en platforms steeds meer het financiële argument benadrukken. En het gebruiksgemak: geen gedoe meer met je eigen auto, kosten en reparaties.”
Dat het onderzoeksproject Utrecht als basis kreeg is niet toevallig. Aan de UU is veel kennis aanwezig over de deeleconomie; Münzel’s promotor en projectleider Koen Frenken geldt als een autoriteit op dit gebied. Ook de stad loopt voorop. Zo telt Utrecht de meeste deelauto’s per hoofd van de bevolking. En het gemeentebestuur is actief, zegt Münzel. “Deelmobiliteit wordt in nieuwe buurten al echt ingepland. En gemeente en universiteit hebben op het gebied van fietsendelen gezamenlijk een living lab opgezet.”
De Utrechtse aanpak kan als model gelden voor andere bestuurders. “Zij kunnen ontwikkelaars stimuleren na te denken over deelmobiliteit. Voor hen ook interessant omdat al die parkeerplaatsen duur zijn. En gemeenten kunnen inspelen op initiatieven van buurtbewoners, die meer leefruimte op straat willen.”
Ook moeten overheden ervoor zorgen dat autodelen onderdeel gaat vormen van een geïntegreerd mobiliteitssysteem, om het voor potentiële gebruikers gemakkelijk te maken de eigen auto van de hand te doen. En bedrijven zouden veel meer kunnen samenwerken, door hun verschillende systemen aan elkaar te koppelen. Versnellen van autodelen is ook het doel van de Green Deal Autodelen, die Rode Loper-projecten ontwikkelde voor gemeenten en de Rijksoverheid. Münzel: “We hebben onlangs een workshop georganiseerd voor al die betrokken partijen. Daar bleek dat het delen van data voor velen nog een brug te ver is. Dat moet nog groeien.”
Het Utrechtse project ziet het als taak bij te dragen aan die verdere samenwerking en integratie van de autodeelmarkt. Zo organiseert de universiteit eind juni de 6de International Workshop on the Sharing Economy. De aftrap is een publieksavond over de deeleconomie op 27 juni in TivoliVredenburg, met academici, vertegenwoordigers van deelbedrijven (zoals Sara Green Bodersen, die platform Deemly opzette) en beleidsmakers.
Het onderzoek van Karla Münzel loopt nog tot augustus dit jaar, en maakt deel uit van het grotere onderzoeksprogramma Duurzame Businessmodellen, opgezet door NWO en het Groene Brein. P+ presenteert, verspreid over 2019, de resultaten van deze studies, die onder andere nieuwe gezichtspunten moeten opleveren over duurzaam leiderschap, de impact van duurzame businessmodellen, de wijze van opschaling en circulair inkopen.