SDG’s: Positief denken maar vijf jaar houdbaar
“Greenwashing dreigt over te gaan in SDG-washing. Bedrijven omarmen Sustainable Development Goals van de VN, zonder daar vervolgens echt werk van te maken. Dit kan binnen vijf jaar een einde maken aan het positief denken over maakbare duurzame ontwikkelingen.” Aldus waarschuwde hoogleraar Rob van Tulder van de Erasmus Universiteit deze week tijdens de Henk van Luijklezing op Nyenrode Business Universiteit.
Het was een heel goede aflevering in deze jaarlijkse lezingreeks, opgedragen aan de grondlegger van de bedrijfsethiek in Nederland. Georganiseerd door MVO Nederland, VNO-NCW en Nyenrode spraken naast Tulder ook Volkert Engelsman van Eosta en Linda Midgley van PwC. De titel van het programma luidde 'Werelddoelen bepalen de opdracht'. Volgens Maria van der Heijden van MVO Nederland "een kans om te innoveren. Waarom zou je het niet doen?"
Engelsman presenteerde zichzelf als een eigenzinnige ‘groenteboer’ die wel degelijk de SDG’s toepast en daarbij graag de grenzen opzoekt: “Wij maken reclame met de tekst: Bio is 14 cent per kilo gezonder”. Engelsman keerde zich ook tegen de vele verschillende keurmerken die aan boeren in ontwikkelingslanden worden opgelegd. Ze maken de bedrijfsvoering onnodig duur. Engelsman: “Ze zeggen tegen mij: hoe kan ik groen worden als ik rood sta?”
Midgley presenteerde onderzoek van PwC naar de SDG’s die internationaal in het bedrijfsleven het meest populair zijn. Het blijken weinig verrassend juist die Goals te zijn die heel dicht tegen de bestaande bedrijfsvoering aanschurken, zoals SDG 8: waardig werk en economische groei. Burgers tonen voorkeur voor totaal andere doelen, zoals SDG 1: einde aan de armoede.
Van Tulder, hoogleraar internationaal Business-Society Management, opende de lezingreeks met een analyse van de negatieve en positieve prikkels tot verduurzaming door de jaren heen. “Sinds 70 jaar al heerst er een negatieve plicht”, stelde Van Tulder. “Begonnen met de Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948 is de boodschap er vooral een van: Gij zult niet! Gij zult geen slavernij bedrijven! Gij zult geen kinderarbeid plegen! De Club van Rome kwam daarna ook met een negatieve boodschap. Het boek en de film van Al Gore kwamen ook uit dezelfde erfenis van negatieve prikkels. De Sustainable Development Goals (SDG’s) betekenden voor het eerst een omslag in positief denken. Het fundamentele verschil is nu dat er positieve keuzes mogelijk zijn.”
Volgens de spreker zijn het de milennials die duidelijk maakten het doemdenken beu te zijn: 'Apocalyps Fatique', een term van Per Ospen Stoknes. Van Tulder: "Het komt in essentie er op neer dat mensen eigenlijk niet na willen denken –niet na kunnen denken –over te abstracte thema’s. Maar wat veel belangrijker is: ze kunnen er geen handelingsperspectief aan ontlenen. Je krijgt het omstandereffect: als er maar genoeg mensen naar een drenkeling in de gracht kijken, springt niemand er meer in om te redden. We zien het probleem, maar durven niet in te grijpen. Of we denken dat anderen daar beter toe in staat zijn. Paradox is dat hoe meer mensen aanwezig zijn, hoe minder men geneigd is individuele actie te ondernemen. Ook is er de 'complexiteitsparadox': hoe ingewikkelder een probleem, hoe meer we geneigd zijn om niets te doen, te ontkennen. Anders gezegd: keuze stress. Oon zie je 'het-konijn-op-de-snelweg-effect': geconfronteerd met een levensbedreigende situatie, die moeilijk in te schatten is, doet het konijn niet wat een logisch denkend dier zou doen: bevriezen. Met rampzalige gevolgen."
De politiek econoom verwacht echter niet dat de omslag naar positief doelgericht denken het ook weer een halve eeuw gaat uithouden. “Positieve frames zijn effectiever, maar daarom niet makkelijker waar te maken. Het dilemma is dat we nu niet meer vragen naar het waarom, maar naar het hoe. Het omarmen van de doelen door bedrijven zonder ze onderdeel van de strategie te maken is lui denken: nu hoeven we verder niets meer te doen. We blijven gewoon doorgaan op de oude weg van het voorkomen van schade, in plaats van het oplossen van het probleem. Dan wordt het SDG-washing. Het oppervlakkig omarmen van de positieve agenda van de SDG's kan dan een excuus worden voor echte implementatie. Dat gaat nog 5 jaar werken. Daarna gaat luiheid tegen je keren.”
Van Tulder haalde Roel Nieuwenkamp aan, voorzitter van de OECD Guidelines en ambassadeur van Nederland in Argentinië. "Een race to the top stimuleren, mag niet betekenen dat de race the bottom uit het oog wordt verloren. Het wel omarmen van de SDGs, maar niet implementeren van de OECD guidelines... Volgens Nieuwenkamp is het glas echter half vol: de positieve veranderagenda van de SDGs, mits goed geimplementeerd en materiel gemaakt, kan enorm veel veranderingspotentieel vrijmaken. Dat moet wel in de komende vijf jaar gebeuren een aangetoond worden, anders verliezen de SDGs hun aantrekkingskracht. Dat is echter nog steeds mogelijk."
Er zijn de nodige Nederlandse concerns die wel degelijk serieus werk maken van de SDG's die zij hebben uitgekozen. Van Tulder: "Zij gebruiken de SDG-agenda om hun eigen strategie verder te ontwikkelen. Daar zit een innovatieve business case en groeistrategie achter. Philips richt zich daarbij bijvoorbeeld op de primaire gezondheidszorg; een nieuwe markt die nog niet bestaat voor de onderneming. De ambitie valt onder de combinatie SDG 3, 12, 13 en Philips werktsamen met Amref, FMO en anderen om deze te realiseren." Van Tulder reisde zelf naar Kenia om wetenschappelijk ondersteuning aan Philips bij dit doel te geven. Philips wil de levens van 3 miljard mensen in 2025 verbeteren.
Wat Van Tulder betreft is niet alleen de formule van de 3 P's (People Planet Profit wordt People Peace Prosperty Planet, aan elkaar verbonden door Partnering) na een kleine twintig jaar niet meer adequaat om de ontwikkeling van duurzaam ondernemen samen te vatte. Ook de Engelstalige term Corporate Social Responsibility (CSR) is met het oog op de maatschappelijke opdracht van de SDG's aan verandering toe. Van Tulder zou liever over Corporate Societal Responsibility spreken.
De presentatie van de Henk van Luijklezing werd verzorgd door hoogleraar André Nijhof van Nyenrode.