Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
SER Wiebe Draijer
SER Wiebe Draijer
12 juli 2013

SER geeft tekst Energieakkoord niet vrij

Het concept ligt al een week op straat, maar de SER geeft de tekst van het Energieakkoord nog steeds niet vrij. Waarom doet SER-voorzitter Wiebe Draijer dat niet? Er moet nog maanden worden gepraat over de definitieve versie. Dat moet dus op basis van onderstaand persbericht?

Volgens hoogleraar Jan Rotmans zet de SER het Energieakkoord op een heel gekiende wijze in de markt. Zijn wij het niet mee eens. Als er een akkoord op hoofdlijnen is, moet dat openbaar zijn. Zeker als er een maatschappelijke consensus wordt verwacht. En zeker als het de komende weken aan ‘diverse betrokken partijen’ moet worden voorgelegd. Hoezo transparantie?

De SER spreekt met geen woord over de aanpak die Denemarken koos, een opeenstapeling van langlopende wettelijke maatregelen op basis van te behalen klimaatdoelstellingen. Wat een gemiste kans.

Hier het officiële persbericht van de SER:

“Nederland zet vandaag een belangrijke stap op weg naar een schone toekomst. Maatschappelijke partijen, milieuorganisaties, sociale partners en het kabinet hebben op hoofdlijnen overeenstemming bereikt om te komen tot een Energieakkoord voor duurzame groei.

Deze hoofdlijnen worden de komende weken verder uitgewerkt, doorgerekend en voorgelegd aan de diverse betrokken partijen. Een uiteindelijk akkoord moet afspraken bevatten over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Uitvoering van de afspraken moet resulteren in een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten.

De hoofdlijnen waarover nu overeenstemming is vormen een goede basis voor een economische impuls en leveren een belangrijke bijdrage aan een klimaatneutrale energievoorziening in 2050. Een akkoord kan in de komende jaren zorgen voor miljarden aan investeringen die leiden tot duizenden extra banen. Het bedrijfsleven versterkt haar concurrentiepositie en creëert mogelijkheden om te innoveren en te exporteren. Ook ontstaan nieuwe mogelijkheden voor ondernemerschap. Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties worden gestimuleerd woningen te isoleren en zelf hernieuwbare energie op te wekken. Hierdoor kan men de energierekening verlagen. Ook zorgt meer nadruk op kostenefficiëntie en het feit dat er meer tijd wordt genomen de doelstelling van 16% duurzame energie te behalen voor een forse lastenverlichting voor burgers en bedrijven ten opzichte van de afspraken in het regeerakkoord.
CO2 uitstoot fors terugdringen

Nederland streeft in internationaal verband naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Op Europees niveau wordt daarom voor de periode na 2020 een versneld CO2-reductiepad afgesproken, op weg naar een totale CO2-reductie van 80 tot 95% in 2050 ten opzichte van 1990. Een structurele versterking van het Europese Systeem van Emissiehandel (ETS) in 2020 is cruciaal om dit op een kosteneffectieve wijze te doen. Hiervoor zetten partijen zich in Brussel gezamenlijk in.


Energiebesparing en hernieuwbare energie

Partijen hebben een breed pakket van maatregelen voor energiebesparing voor ogen. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de Europese doelstelling van 1,5% energiebesparing per jaar. Uitvoering van deze maatregelen moet zorgen voor duizenden extra banen in met name de bouw. Er komt eind 2013 een revolverend fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit fonds maakt het voor groepen burgers mogelijk om rendabele besparingsmaatregelen te nemen. Ook kunnen zij financiering krijgen via hun energierekening. Daarnaast zal worden bekeken hoe een versnelling in energiebesparing in het bedrijfsleven kan worden gestimuleerd en ondersteund. Grote ondernemingen maken hiertoe bedrijfsspecifieke afspraken.
Verder zijn er afspraken gemaakt om de doelstelling van 16% duurzame energie op een kostenefficiëntere manier en op een later moment te bereiken. Dit moet zekerheid bieden aan investeerders, werkgelegenheid creëren en innovaties uitlokken die bijdragen aan versterking van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. De SDE+-regeling blijft het belangrijkste stimulerings-instrument dat helpt om de investeringen in grootschalige hernieuwbare opwekking te stimuleren. De kosten bij wind op zee worden verlaagd doordat bedrijven inzetten op innovatie. Het bedrijfsleven krijgt hiermee de kans een stevige concurrentiepositie op te bouwen in de wereldwijde markten. Er wordt geïnvesteerd in wind op land, binnen de kaders die met provincies zijn afgesproken en met meer mogelijkheden voor burgerparticipatie.

Burgers krijgen een aantrekkelijke prikkel om zelf lokaal hernieuwbare energie op te wekken in coöperatieve initiatieven, door middel van een belastingkorting. 

Ook zijn met banken en beleggers afspraken gemaakt om de financierbaarheid van grote projecten voor hernieuwbare energie te verbeteren. De afgesproken aanpak leidt tot 16% hernieuwbare energie in 2023, waarbij voldaan wordt aan het Europese doel van 14% in 2020.

Indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, sluiten energiebedrijven oude kolencentrales die in de jaren ’80 zijn gebouwd. Hiermee worden de facto de mogelijkheden om hernieuwbare energie op te wekken door bijstook van biomassa in kolencentrales beperkt.
Innovatie, export en banen

Partijen spreken de ambitie af dat Nederland in 2020 in de top 10 van de Clean Tech Ranking staat, een internationale ranglijst van landen met slimme duurzaamheidsoplossingen. Om deze positie te bereiken sluiten de partijen zo veel mogelijk aan bij de aanpak van de topsector energie en werken ze samen met andere topsectoren. Innovatie is van groot belang om internationaal concurrerend te blijven en om de kosten van schone technologie omlaag te brengen. De maatregelen en hoofdlijnen waarover nu overeenstemming is zorgen voor duizenden extra banen per jaar. Partijen maken verder afspraken over goede werkgelegenheid, in lijn met het Sociaal Akkoord, en over bij- en omscholing.
Vervolgtraject

Aan de onderhandelingen nemen buiten de sociale partners, het kabinet en de milieubeweging, vele maatschappelijke organisaties deel. De SER faciliteert het onderhandelingsproces. De komende weken werken de partijen gezamenlijk de hoofdlijnen uit en worden de maatregelen doorgerekend, en voorgelegd aan de verschillende betrokken partijen. De aandacht bij de doorrekening gaat vooral uit naar energie- en klimaateffecten, het effect op de economie en de lasten en koopkracht, en de werkgelegenheid. Op basis van de consultatie, doorrekening en uitwerking vindt eind augustus definitieve besluitvorming plaats.
Men is het er over eens dat de uitvoering van wat in een akkoord wordt vastgelegd de verantwoordelijkheid is van alle partijen. Ieder van de betrokken partijen heeft hieraan een eigen bijdrage. De rijksoverheid neemt het initiatief voor de uitwerking, implementatie en evaluatie van de in het akkoord genoemde beleidsmaatregelen.”

Tot zo ver het persbericht. Wat wij van dit akkoord vinden? Wij zijn dit jaar op speurtocht geweest naar Denemarken, waar wij leerden dat langdurig energiebeleid alleen opgebouwd kan worden door een opeenstapeling van wettelijke maatregelen, die houvast geven aan bedrijfsleven en grote investeerders als pensioenfondsen. Wij missen deze basisvoorwaarde voor een langdurig en consequent overheidsbeleid volledig in dit persbericht. Denemarken is bovendien wel wat ambitieuzer dan Nederland.

Website SER over Energieakkoord