Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Danspartners VNO-NCW
Danspartners VNO-NCW
22 maart 2012

VNO-NCW: Wientjes nodigt nieuwe danspartners uit

Bernard Wientjes wil niet alleen meer met de FNV uit dansen gaan. Door de opkomst van het duurzaam ondernemen zijn er ineens heel veel nieuwe meisjes in Den Haag verschenen. Ondernemersorganisatie VNO-NCW publiceerde een nieuw balboekje: ‘Onze gemeenschappelijke toekomst’.

In de goede oude dagen wilde een nieuwe werkgeversonderhandelaar bij CAO-onderhandelingen tijdens het voorgesprek nog wel eens een vervelende vraag stellen. Dan kregen de onderhandelaars van de vakbonden te horen: ‘Wie representeert u eigenlijk? Hoeveel leden hebt u in ons bedrijf?’ En als dat niet netjes werd uitgepraat, kon een vakbondsonderhandelaar wel eens een pittige ‘prikactie’ organiseren. Zo werd aangetoond dat er wel degelijk een achterban was.

De tijden zijn veranderd. Wie vandaag met Bernard Wientjes van VNO-NCW spreekt, hoort hem hardop zeggen dat hij zich zorgen maakt over de gang van zaken bij de FNV. De vakcentrale kan niet meer op de volle steun van de aangesloten bonden rekenen. Een nieuwe organisatie is er nog niet. Of die er echt zal komen is nog niet zeker. De plannen van onder andere MVO-topdenker Herman Wijffels zullen uitstekend zijn, maar wie gaat daarover beslissen? Dat zijn uiteindelijk de kaderleden in de bonden. En die zijn overwegend oud, hebben vaste collectieve arbeidscontracten en zijn vooral geïnteresseerd in het veilig stellen van hun eigen belangen.

Dat ligt zelfs zo hard, dat de vakcentrale FNV er in 2011 aan werd opgeofferd. Voorpagina’s vol vorig jaar over de pensioenproblematiek, maar geen woord over de meer dan 1 miljoen flexwerkers en ZZP-ers in Nederland, die helemaal geen pensioen meer opbouwen. Zo’n situatie kan op termijn voor grote maatschappelijke onrust en spanningen gaan zorgen. Want dat is de winst van een goed georganiseerd overleg tussen de sociale partners: als er afspraken worden gemaakt, dan is er ook arbeidsrust. Geen wilde stakingen, geen verliezen door verloren uren, geen vakbondsbestuurders die in de krant de goede naam van bedrijven door de modder halen, geen reputatieschade. Daarom dragen bedrijven graag bij aan het financieren van de vakbonden, door middel van een afdracht na het afsluiten van een CAO.

Wij lezen nu pagina 51 van de rapportage ‘Onze gemeenschappelijke toekomst’ van VNO-NCW en MKB Nederland, ‘een integrale visie op duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Het is een analyse van een oude relatie, die tussen de ‘sociale partners’, werkgevers- en werknemersorganisaties. Het zijn al een eeuw lang danspartners bij uitstek, die vooral na de Tweede Wereldoorlog zowel de Engelse wals als de tango samen uitstekend beheersen.

VNO-NCW schrijft: “In Nederland kennen we sinds 1950 de traditie om het sociaal-economische beleid zoveel mogelijk te ontwikkelen op basis van consultaties van overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties. In de jaren negentig werd gesproken over het ‘poldermodel’, dat zelfs in ander continenten belangstelling trok. Het ging daarbij vooral om onderwerpen in de sfeer van de factor arbeid.

Het belang en de effectiviteit van de klassieke overlegeconomie is in deze eeuw geleidelijk afgenomen door meerdere oorzaken, met name:
+ de mogelijkheden voor sturende centrale afspraken zijn in het gedecentraliseerde en geïndividualiseerde arbeidsbestel van de 21 e eeuw verminderd
+ de grote 20e eeuwse stelselvraagstukken in de sfeer van sociale zekerheid, arbeidsmarkt,medezeggenschap, arbeidsrecht etc. zijn grotendeels beslecht
+ de representativiteit van de vakbonden in de marktsector is afgenomen, terwijl tegelijk een deel van de leden geen voorkeur (meer) heeft voor het overlegmodel
+ er zijn nieuwe vraagstukken opgekomen in de sfeer van klimaat, duurzaamheid, energiebeleid.

"Met dat alles is de betekenis van de klassieke overlegeconomie verminderd. Maar daar staat tegenover dat er op vele (nieuwe) terreinen nieuwe overlegvormen en netwerken ontstaan, zoals op het terrein van duurzaamheid. VNO-NCW en MKB waren en zijn voorstander van gestructureerde overlegvormen op centraal niveau, gericht op consensusvorming over en draagvlak voor gewenst sociaal-economisch beleid. Juist het duurzaamheidsconcept vraagt, zoals al eerder betoogd, om een gezamenlijke aanpak.”

Zijn de voormannen van VNO-NCW op zoek naar nieuwe danspartners? Het antwoord is ja, want de analyse wordt besloten met deze opmerking: “In de loop van 2012 zal hopelijk meer zicht komen op de toekomstmogelijkheden van de overlegeconomie.”

Zijn er al stiekeme afspraken met andere meisjes, waar ook leuk mee gedanst kan worden? Zelfs niet eens stiekem, want in dezelfde nota geven de werkgeverskoepels aan nu ook NGO’s interessant te vinden, maatschappelijke organisaties die zich onder andere inzetten voor natuur en milieu. We bladeren door naar de bijlages en komen onderweg op pagina 64 nog een interview tegen dat wijzelf eerder met Wientjes maakten voor P+ People Planet Profit. Het stuk is integraal in deze nota gepubliceerd, waarvoor onze dank.

In een bijlage worden nieuwe danspartners voorgesteld: “Maatschappelijke organisaties, zoals natuur- en milieuorganisaties en ontwikkelingsorganisaties (niet-gouvernementele organisaties, vaak NGO’s genoemd), spelen een cruciale rol om in de samenleving aandacht te vragen voor behoud van biodiversiteit en ecosystemen in de wereld. Het waren deze organisaties die als eersten de achteruitgang van ecosystemen en biodiversiteit aan de orde stelden, en deze organisaties blijven dat doen zolang daarvoor aanleiding is.”

“Deze organisaties zijn actief met publieke campagnes en met lobby naar overheid en bedrijfsleven en vervullen een onmiskenbare rol bij het vergroten van aandacht voor het onderwerp, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal.”

“Daarmee wekken zij bij consumenten belangstelling voor bewuste keuzes, bij bedrijven aandacht voor de impact van productieprocessen en de mogelijkheid zich daarin gunstig te onderscheiden door vermindering van hun ‘voetafdruk’, en bij electoraat draagvlak voor beleid dat nodig is. Ook hebben deze organisaties veel ervaring met en kennis van beheer (bijv. Natuurmonumenten), herstel (bijv. Wetlands International) en behoud in de lokale situatie (bijv. Vogelbescherming). Ook komen deze organisaties vaak met concrete voorstellen en oplossingen om de achteruitgang van de biodiversiteit te keren en te zorgen voor verbetering van de biodiversiteit. Dat doen ze zowel hier in Nederland als elders in de wereld. Hun aanpak betreft zowel lokale situaties als ketens.”

“NGO’s kennen een grote mate van diversiteit in werkvelden, opinies, rollen, methoden en strategieën. Op basis van voortschrijdend inzicht zijn deze voortdurend in discussie. Naast het betrekken en mobiliseren van mensen en het actief inzetten op overheidsbeleid zoeken NGO’s steeds vaker naar samenwerking met het bedrijfsleven om hun doelen te bereiken. Deze maatschappelijke organisaties willen graag in dialoog en via samenwerking de doelen waar zij voor staan realiseren. Tegelijkertijd realiseren zij zich dat dat niet altijd gemakkelijk is, want vaak zal het aankomen op een afweging van het algemene belang van het ecosysteem en biodiversiteit tegen het algemene belang van economie. Soms ook komt het aan op afweging van het algemeen belang van natuur tegen particuliere
belangen van een bedrijf of een sector.”

Of het echt een groot dansfeest wordt, dat weet VNO-NCW nog niet zeker. Want net als de vakbeweging hebben ook maatschappelijke organisaties hun eigen doelstellingen. Daarom wordt gehoopt op “een constructief klimaat waarin consensus kan groeien over hoofdlijnen van beleid dat ertoe zal bijdragen dat wederzijds acceptabele oplossingen zullen worden gevonden voor de complexe praktijksituaties waarin belangen (dreigen of lijken te) botsen.”

En over welke leuke nieuwe meisjes hebben we het dan? Op pagina 103 vinden wij het balboekje.

+ VNO-NCW en MKB NL hebben sinds 2005 zitting in de Programmaraad van MVO Nederland.
+ Het VNO-NCW/MKB NL-bureau voert vanaf 2007 het secretariaat van het Nederlands Netwerk van Global Compact
+ Het Dutch Employers Cooperation Program is in 2006 opgezet door het ministerie van Buitenlandse Zaken samen met VNO-NCW, MKB NL en LTO NL, gericht op ondersteuning van werkgeversorganisaties in de armste landen
+ Jaarlijks overleg met MVO Platform en vele onder deze koepel vallende NGO’s
+ Jaarlijks overleg met de Raad van Kerken
+ Op het ‘groene’ terrein o.a. met Stichting Natuur & Milieu, International Union for the Conservation of Nature (IUCN) en ondernemersorganisatie De Groene Zaak
+ Op juridisch terrein in relatie tot IMVO contacten met o.a. het World Legal Forum(WLF) en het Hague Institute for Internalisation of Law (HiiL) in Den Haag
+ Op het terrein van corruptiebestrijding met Transparency International
+ Op het terrein van internationale migratie met The Hague Process for refugees and migration (THP)
+ Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking met PARTOS (koepel van ruim 100 ngo’s in deze sfeer)
+ Op het terrein van zingeving en duurzaamheid met o.a. Stichting NatuurCollege, Centre for Human Intelligence en Bureau InnerSense

Op verduurzamingsterrein in brede zin is er contact en overleg met onder andere:
+ Initiatief Duurzame Handel
+ Nederlands Centrum voor Duurzame ontwikkeling (NCDO) en Worldconnectors
+ World Foresight Forum
+ World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) (netwerk van 250 internationale ondernemingen; per 1 december 2011 Peter Bakker voorzitter)

Het wordt vol op de dansvloer.

P+ biedt het volledige rapport als link en als PDF aan.

Downloads

Meer info download je hier:

VNO-NCW: Onze Gemeenschappelijke Toekomst (1308 kb)