Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Preventie Zorgverzekeraars
Preventie Zorgverzekeraars
08 juni 2022

Zorgverzekeraars laten preventie liggen

Zorgverzekeraars besteden steeds minder aandacht aan preventie. Toch lopen de kosten van de gezondheidszorg al sinds 2009 elk jaar weer met ruim 13 procent op. 

Dit blijkt uit onderzoek naar de jaarverslagen van de vier grote zorgverzekeraars, uitgevoerd door het Impact Centre Erasmus. In 2021 stonden de woorden ‘preventie/voorkomen’ gemiddeld minder vaak in de jaarverslagen van Achmea, CZ, Menzis en VGZ dan in 2020. Aantallen schommelden tussen de 40 en 50 keer. Er was sprake van een daling van 12,3 procent. Dit onderzoek is aanleiding voor een grote P+ Special: 'Hoe worden wij weer gezond?'


VGZ noemt ‘preventie’ het vaakst


Van de vier grote zorgverzekeraars had VGZ nog de meeste aandacht voor het voorkomen van gezondheidsklachten. Dit wordt duidelijk in de P+ Special ‘Hoe worden wij weer gezond?’.

Opmerkelijk is dat uit het onderzoek in de jaarverslagen van het Impact Centre Erasmus naar voren komt dat het woord ‘gezondheid’ wel steeds vaker in de jaarverslagen van de zorgverzekeraars staat: vorig jaar gemiddeld 68,5 keer in alle jaarverslagen, een stijging van 13,7 procent. 


“Zorgverzekeraars zijn schadeverzekeraars”


Volgens gezondheidsspecialist Mirjam de Kleijn kan de verminderde aandacht voor het voorkomen van klachten verklaard worden uit de oorsprong van zorgverzekeraars. In P+ zegt zij: “Het zijn schadeverzekeraars. Zorgverzekeraars komen pas in actie als er zorg nodig is. Ze hebben een zorgplicht. Maar het streven naar meer gezondheid staat niet in hun opdracht. Die missie moet dus eerst veranderen.”

CEO Marjo Vissers van VGZ bevestigt in deze P+ Special dat de polsstok van een zorgverzekeraar een maximale lengte heeft. Zij verwijst naar de overheid, GGD-en en ook scholen als het bijvoorbeeld gaat over het voorkomen van overgewicht. Obesitas kan leiden tot chronische aandoeningen als diabetes type 2, hart- en vaatziekten, kanker, rugpijn en psychische klachten als eenzaamheid. Meer dan de helft van de mannen in Nederland is te zwaar, en ook bijna de helft van de vrouwen. 


Snoepgoed bij de kassa


In de P+ Special is daarom ook aandacht voor de missies van grote supermarkten als Albert Heijn en Jumbo. Geconstateerd wordt dat er een kloof gaapt tussen de missie en de werkelijkheid in deze bedrijven. Waarom staat er snoepgoed bij de kassière? Waarom geeft de Jumbo geen appels, maar stroopwafels bij herhaalde controle van de zelfscan?

Vissers van VGZ zegt in P+: “Hoe ver wij mogen gaan is best stevig gedefinieerd. Als je het hebt over zorg gerelateerde preventie, dan praat je over mensen die al een gezondheidsrisico lopen. Ze zijn chronisch ziek, ze lopen risico’s op verdere klachten. Dat zijn preventiegebieden waar een zorgverzekeraar zich op kan begeven.”


VGZ pakt de polsstok hoger vast


Toch pakt VGZ de polsstok vaker iets hoger vast. Vissers geeft daar in de P+ Special tal van voorbeelden van. Zo betaalt VGZ in Dordrecht een jobcoach om mensen met psychische klanten aan werk te helpen. “Daar is de zorgverzekeraar eigenlijk niet voor. Dat valt niet onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Maar op het moment dat je weet dat die interventie impact heeft, dan is het relevant. Dan verleng je die polsstok een beetje. Want we weten dat we daarmee behandelkosten kunnen reduceren.”

Zorgverzekeraars worden ook niet financieel geprikkeld om zich speciaal te richten op de lastigste groep met gezondheidsklachten, de mensen met een zogenaamde ‘lage sociaaleconomische status’ (SES). Een ‘vereveningssysteem’ zorgt ervoor dat een zorgverzekeraar met veel klanten in deze groep een financiële vergoeding van de concurrenten krijgt. 


“Groep met lage sociaaleconomische status”


Toch zet Vissers zich persoonlijk in voor deze SES-groep: “We zijn een dialoogtafel gestart. Aan tafel zitten dokters, huisartsen en andere mensen die met deze groep te maken hebben. Daar ben ik bij gaan zitten, om te leren. Ik vind dat belangrijk: een gelijke kans op gezondheid creëren. Instanties, maar ook wij denken dan: we moeten iets doen op onze website. Of iets doen met appjes. Aan die tafel leerden we: nee, je mag er niet van uitgaan dat deze mensen op internet naar gezondheid gaan zoeken. Of dat ze een telefoon hebben. Deze mensen hebben hele andere dingen aan hun hoofd, dingen waar ze een dagtaak aan hebben. Ze hebben twee banen en zijn blij dat er aan het eind van de dag eten op tafel staat. En dan ga jij zeggen: dat eten moet gezonder, en dat kun je op die en die website zien. Je moet niet vanuit je eigen context denken, wanneer je geen idee hebt hoe deze mensen leven en denken.”

Vissers concludeert dat deze dialoogtafel een vervolg moet krijgen: “Hoe je de mensen met een lage sociaaleconomische status daadwerkelijk kan bereiken en daarmee impact op hun gezondheid kan maken, vind ik onderzoek waard.”