Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
salt
salt
07 februari 2014

In 2020 nog maar 6 gram zout per dag

Zit er in 2020 echt nog maar 6 gram zout in het eten? De complete Nederlandse voedingsindustrie belooft het. Wetenschappers rapporteren jaarlijks of de hoeveelheid zout ook echt mindert.

Je zou het zowat een geheim convenant noemen, stilletjes op 25 januari aan de Tweede Kamer gemeld door minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een afspraak tussen de hele Nederlandse voedingsindustrie om het complete voedingspakket gezonder te maken. Minder zout, minder suiker, en minder (verzadigde) vetten. Een convenant lopend tot het jaar 2020.

Was er een van de partijen zo gis om de doelstelling even  door te geven aan het platform Ambitie 2020 van MVO Nederland? Stilte alom. Tot de partijen die hun handtekening hebben gezet behoren alleen koepelorganisaties:

+ Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
+ Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI),
+ Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
+ Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca)

Daarom hier wat uitgangspunten en de PDF van het akkoord. Het heet officieel ‘Akkoord Verbetering Productsamenstelling’. En dit zijn de beloftes:

+ Het zoutgehalte in het productaanbod verminderen, zodat het voor de consument makkelijker wordt om maximaal 6 gram zout per dag te consumeren. De consument die eet volgens de richtlijnen goede voeding, kan uiterlijk in 2020 voldoen aan de consumptie van maximaal 6 gram per dag.

+ Het verzadigd vetgehalte in het productaanbod verminderen, zodat het voor de consument makkelijker wordt om maximaal 10 energie% verzadigde vetten per dag te consumeren. Dit te realiseren voor 2020.

+ Het voor consumenten makkelijker te maken minder energie te consumeren. Dit te realiseren voor 2020 door waar dat mogelijk is zowel energiedichtheid van producten te verlagen via reductie van suiker en/of (verzadigd) vet en/of portiegrootte te verkleinen, als groente en fruit te blijven promoten.

Als bijzondere opmerking wordt gemaakt: 'Producten voor kinderen krijgen een hoge prioriteit.'

Hoe moeten de wetenschappers de verbeteringen monitoren? Als belangrijk instrument wordt de levensmiddelendatabank (LEDA) genoemd. RIVM en Voedingscentrum hebben hier het beheer over.

Gegevens worden aangeleverd op niveau van individuele producten (merk). Deze worden vervolgens verwerkt tot gemiddelde gegevens per producttype. Via deze generieke getallen wordt de verandering in productsamenstelling in beeld gebracht door de gegevens van verschillende momenten met elkaar te vergelijken.

Uit de toelichting op het akkoord: “Het is ondoenlijk om jaarlijks alle producten te analyseren. Door cijfers van verschillende bronnen bij elkaar te brengen, ontstaat een zo goed mogelijk geheel. Bedrijven hebben de meeste informatie van productsamenstelling. Zij zijn dan ook een hele belangrijke bron van informatie voor de monitoring op productniveau. Bedrijven worden gevraagd om samenstellingsgegevens van producten aan te leveren.”

Wij hopen dat de Vlaamse arts en verouderingsdeskundige Kris Verburgh, auteur van  de bestseller ‘De Voedselzandloper’ in de wetenschappelijke raad wordt uitgenodigd. Alhoewel Verburgh uit alle wetenschappelijke topstudies haalde dat zout in vergelijking met suiker een overschat probleem is. Wat hij over de voedingsindustrie heeft te zeggen, staat in het volgende nummer van P+. Wie zich nu abonneert, is nog op tijd om het komende nummer te ontvangen.

Zie linkerkolom voor volledige tekst convenant ‘Verbetering Productsamenstelling’.

Abonneren op P+ People Planet Profit

Downloads

Meer info download je hier:

Akkoord Verbetering Productsamenstelling (179 kb)