Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
ambtenaar VS bestuurder
ambtenaar VS bestuurder
06 juni 2013

Ambtenaren negatiever over halen klimaatdoelen dan bestuurders

Opmerkelijk onderzoeksresultaat. Meer dan de helft van de Nederlandse gemeenteambtenaren denkt dat gestelde klimaatdoelen niet gehaald gaan worden. Van hun opdracht gevende bestuurders is slechts een kwart pessimistisch.

Zomaar een grafiek in een groot onderzoek waar ons oog op viel: de Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving 2013. Gemaakt door RoyalHaskoningDHV en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

De onderzoeksvraag luidde: Heeft uw gemeente klimaatdoelstellingen gesteld (bijvoorbeeld klimaatneutraal in jaar XXXX) en gaat uw gemeente deze ook halen? Twee verschillende functiegroepen kregen dezelfde vraag voorgelegd.

Bestuurders zoals wethouders bleken een stuk optimistischer te zijn. Slechts een kleine 25 procent ziet het niet zitten, dat hun gemeente werkelijk alle CO2-uitstoot in een bepaald jaar onder controle heeft. Bij de uitvoerende ambtenaren stijgt het percentage pessimisten tot bijna 60 procent, ruim het dubbele.

Gekker is nog dat er ook grote onenigheid is over een veel feitelijker vraag: ‘Onze gemeente heft klimaatdoelstellingen gesteld en gaat deze ook halen’. De uitslag zou gelijk moeten zijn, maar is het niet. Ook hier zijn bestuurders weer dubbel zo positief als de uitvoerende macht. Zo ongeveer 50 procent van de wethouders stelt klimaatdoelstellingen te hebben geformuleerd. Helemaal niet, reageert bijna 30 procent van de ambtenaren.

Dit alles moet in het grafiekje dus wel tot een laatste botsing leiden, bij het beantwoorden van de stelling: ‘Onze gemeente heeft geen klimaatdoelstellingen gesteld’. Nu weet meer dan 10 procent van de ambtenaren wat er op papier staat, ook al wordt dit dus niet echt realistisch geacht. De bestuurderen zijn minder goed geinformeerd, want meer dan 30 procent ontkent dat hun gemeente al schone doelen heeft die onder de hamer zijn gegaan.

De opstellers van het rapport zorgen voor een toelichting, waarin de splitsing der geesten wordt verklaard: “Na de eerste klimaatbeleidsplannen van gemeenten (2006) en de komst van de subsidie Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK subsidie) werden de eerste energievisies voor een gebied gevraagd. Hoofdzaak was om de energievraag en aanbod in beeld te brengen en advies te geven welke technieken op gebouwniveau en welke op collectief niveau technisch en financieel haalbaar waren. Dit leek veelbelovend om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen. Het is dan ook niet vreemd dat uit de Barometer blijkt dat bestuurders een optimistischere kijk hebben op het behalen van de klimaatdoelstellingen dan ambtenaren. In klimaatbeleidsplannen worden doelstellingen genoemd voor de gebouwde omgeving, maar inmiddels is duidelijk dat de uiteindelijke uitvoering en plankosten ervan liggen bij de gebiedsontwikkelaar, de woningcorporatie, de burger of ondernemer. “

De rapporteurs adviseren daarom: “Het is nu aan de ambtenaren om die burger en ondernemer aan te spreken om tot uitvoering over te gaan. Met de weinige financiële middelen die de gemeenten hebben, wordt ingezet op het faciliteren van burger en ondernemer. De top vijf van inzet om burgers te stimuleren is als volgt:

• Het bieden van informatie en voorlichting
• Het verstrekken van een duurzaamheidslening
• Het collectief inkopen van zonnepanelen
• Het verstrekken van subsidies bij energiezuinige
woningbouw
• Het oprichten van lokaal platform rond thema energie

De website van dit onderzoek Gemeentelijke Barometer Fysieke Leefomgeving. Op pagina 31 begint het hoofdstuk over duurzaamheid.