PBL: Belasting op restafval loont
Een belasting op restafval van huishoudens en bedrijven. Dat levert volgens het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) wat milieuwinst op, ook al is het niet genoeg om regeringsbeleid te realiseren.
Huishoudens en bedrijven belasten, of een belasting op het verbranden van afval. Dat zijn vormen van afvalbelasting die ‘relatief’ de meeste milieuwinst opleveren. Beide opties kunnen ook worden gecombineerd met een stortbelasting. Dat leidt tot een gelijkere spreiding van de lasten over de betrokkenen. Dit blijkt uit het rapport 'Opties voor een afvalstoffenbelasting' van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving).
Van geen van de onderzochte opties voor een afvalstoffenbelasting valt een groot vergroenend effect te verwachten. Een belasting op afval kan echter wel een bijdrage leveren aan het verder terugdringen van de hoeveelheid restafval die wordt gestort of verbrand.
In het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) is door Staatssecretaris Mansveld de ambitie uitgesproken om de transitie naar een circulaire economie te bevorderen en de hoeveelheid Nederlands afval die wordt gestort of verbrand de komende 10 jaar te halveren. Hiertoe is in VANG een keur aan maatregelen opgenomen, waaronder een afvalstoffenbelasting.
In het Herfstakkoord van 2013 werd eerder een afvalstoffenbelasting afgesproken, die vanaf 2015 structureel 100 miljoen euro per jaar moet opleveren en bovendien een vergroenend effect moet hebben. Op verzoek van het Ministerie van Financiën heeft het PBL diverse belastingopties hiervoor geanalyseerd. Maar geen van de mogelijkheden levert het beoogde bedrag op. Alleen een stortbelasting levert de schatkist te weinig op
De invoering van alleen een stortbelasting, zoals oorspronkelijk in het Herfstakkoord van 2013 is afgesproken, levert de schatkist zo goed als zeker geen 100 miljoen euro op. Zo’n opbrengst vergt namelijk een tarief van ongeveer 75 euro per ton en dat is meer dan drie keer zoveel als de huidige kosten van storten.
Dat is dusdanig hoog dat dan minder afval gestort zal worden. Dat leidt niet alleen tot meer recycling van bruikbare materialen uit afval, maar ook tot meer opslag van afval op eigen terrein. Daarnaast neemt het risico toe dat meer mengsels van brandbaar en niet-brandbaar afval naar de verbrandingsoven gaan, net als de export en illegale dumping van afval. Per saldo wordt dan nauwelijks milieuwinst geboekt.
Van de onderzochte maatregelen zijn een belasting op restafval van huishoudens en bedrijven of een belasting op het verbranden van afval relatief het groenst. Dit type belastingen zal gemeenten, bedrijven en huishoudens stimuleren om meer afval te scheiden waardoor meer materialen kunnen worden gerecycled. Een belasting op restafval of verbranden in combinatie met een stortbelasting leidt bovendien tot een gelijkere verdeling van de lasten. Bij het belasten van storten dragen de provincies en het Rijk namelijk ook een deel van de lasten, omdat saneringen bijvoorbeeld in opdracht van deze partijen worden uitgevoerd. Daarnaast vermindert de combinatie met een stortbelasting de kans op het mengen van brandbare met niet-brandbare residuen.
Om onbelaste export van Nederlands restafval te voorkomen, is bij een belasting op verbranden ook een belasting op de export van dit afval nodig. De mate waarin deze export zal optreden is afhankelijk van de verbrandingstarieven in omringende landen, transportkosten en de hoogte van de belasting op verbranden in Nederland. Een verbrandingsbelasting vermindert waarschijnlijk de import van afval. Dat verslechtert de economische positie van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) in Nederland die momenteel met hun overcapaciteit buitenlands afval verwerken en daarmee hernieuwbare energie produceren. Dit kan worden voorkomen door geïmporteerd afval uit te sluiten van de belasting. Daarbij dient wel bedacht te worden dat een kwart van het geïmporteerde afval na de verbranding als bodemas in Nederland achter blijft, waarvoor vervolgens afdichtingsmaatregelen moeten worden getroffen. Of geïmporteerd afval moet worden vrijgesteld van een verbrandingsbelasting is dan ook een van de vragen bij de uiteindelijke vormgeving van een afvalstoffenbelasting.
Het volledige rapport van het PBL is als PDF tge downloaden, zie linkerkolom onderaan.