Coronacrisis vergroot bewustzijn ecologische noodtoestand
De coronacrisis legt noodgedwongen alles plat: het (vlieg)verkeer, het sociale en het werkleven en daarmee ook een deel van de industriële productie. Wat een gigantische klap voor de wereldwijde economie betekent, blijkt een welverdiende adempauze voor het milieu. Afbeeldingen van smogvrije steden en kraakheldere kanalen verschijnen in de media. Welke ontwikkelingen veroorzaken deze positieve effecten? En kunnen we met groene maatregelen deze stijgende lijn voortzetten? Het werk van advocate Marjoleine de Boorder gaat gewoon door: ze was al gewend om de lastigste kwesties tijdens videoconferenties op te lossen.
Overbevolking en overbevissing, een tekort aan drinkwater, de uitputting van grondstoffen en minder vruchtbare grond: elk een crisis op zich. Maar de uitbraak van COVID-19 is een ander verhaal. Deze crisis is acuut, het raakt de mens direct en veroorzaakt een gedeeld gevoel van urgentie. De overheid komt in actie en zet groot geschut in om de gevolgen van deze pandemie in te dammen, in de vorm van keiharde maatregelen en fikse financiële steun. Als het lukt om deze investeringen duurzaam te besteden, kan het coronavirus – in ieder geval op de lange termijn – misschien nog iets positiefs betekenen. Huidige ontwikkelingen binnen het verkeer, de luchtvaart en de industrie kunnen substantieel bijdragen aan het verbeteren van het milieu als de maatregelen die nu worden genomen oog houden op de toekomst.
Waar de files in de spits op een normale doordeweekse dag kunnen oplopen tot zo’n achthonderd kilometer, staat er nu hooguit vier kilometer file door het hele land. Naar verwachting zal dit meer stikstofreductie opleveren dan de omstreden maatregel om de maximumsnelheid overdag te verlagen naar honderd km/u. Dit levert jaarlijks in totaal een reductie op van zo’n 0.5 à 1 megaton CO2, terwijl een maand lang met een kwart minder auto’s rijden driekwart megaton besparing oplevert. Om de Urgenda-doelen te behalen, moet de uitstoot dit jaar echter tussen de negen en elf megaton afnemen. Dan zou deze crisis dus nog een jaar moeten aanhouden en dat willen we ook niet.
Dat mensen massaal de auto laten staan, komt natuurlijk doordat het grootste deel van de bevolking inmiddels thuiswerkt. Zo ook Marjoleine de Boorder, oprichter van en partner bij De Boorder Familie- en Erfrecht Advocaten & Mediators. Het advocatenkantoor heeft Nederland laten kennismaken met het begrip ‘overlegscheiding’, waarbij een fiscalist, accountant en psycholoog aanschuiven aan tafel bij de scheidende partijen en hun advocaten. Dat deze sessies nu noodgedwongen via een video conference call moeten plaatsvinden, ervaart De Boorder niet als problematisch. “We verwachten dat deze situatie nog wel even duurt en we nog veel meer op deze manier zullen werken. Voor veel internationale cliënten biedt dit uitkomst, maar ook voor onze lokale klanten. We besparen namelijk iedereen tijd en energie door het reizen weg te nemen.” Een gedachtegang die hopelijk ook nadat de crisis onder controle is, blijft leven bij bedrijven.
Het is niet de eerste keer dat De Boorder voor haar werk moet videobellen. Ze heeft het geleerd in haar tijd als lid van de integriteitscommissie van een grote internationale NGO. “Dan heb je te maken met internationale issues, waarbij vaak één persoon zich onjuist bejegend voelt. Dat zijn stuk voor stuk gevoelige zaken. Een video conference call maakt het mogelijk om met iedereen, ongeacht de verschillende tijdzones, om de tafel te zitten. Om getuigen te horen en om betrokken te spreken over wat er precies is voorgevallen. Deze manier van werken, biedt in sommige gevallen dus veel voordelen.”
De auto is niet het enige vervoermiddel dat voorlopig geparkeerd blijft staan. De meeste luchtvaartmaatschappijen houden ook hun vliegtuigen aan de grond om kosten te besparen. KLM en zustermaatschappij Air France schrappen in de komende twee maanden tussen de zeventig en negentig procent van hun vluchten. En ook Ryanair, de grootste luchtvaartmaatschappij onder de prijsvechters in Europa, gaat voor april en mei uit van zo’n tachtig procent minder vliegbewegingen. Ze voeren enkel nog vluchten uit naar gebieden die niet als risico zijn bestempeld en vliegen om gestrande vakantiegangers uit het buitenland terug te halen.
Niet alleen de vakantiegangers, maar ook de zakelijke reizigers ervaren ongemak van de huidige situatie en zoeken naar alternatieven. Alhoewel verduurzamen voor veel bedrijven hoog op de agenda staat, wordt de oplossing zelden gezocht in het verminderen van het aantal vluchten. Terwijl hier wél kansen liggen. Bedrijven die normaal de hele wereld over vliegen voor de een of andere meeting, komen er nu achter dat videoconferencing vaak ook een oplossing biedt.
Maar, zoals Otto Scharmer vorige week in dit artikel in P+ al meedeelde, is het de vraag in hoeverre we bereid zijn van onze gewoonten af te stappen. “Wat als we deze verstoring gebruiken als een kans om alles los te laten wat niet essentieel is in ons leven, in ons werk en in onze institutionele routines? Hoe kunnen we ons een voorstelling maken van hoe we straks willen samenleven en werken?”, vraagt Scharmer zich af.
Volgens De Boorder is het gewoon een kwestie van doen: “In Nederland wonen en werken we dicht bij elkaar, dus is videoconferencing geen absolute must. Maar in andere landen is het een stuk gewoner. Vooral tijdens deze pandemie wordt duidelijk dat daar in Nederland nog een hoop winst valt te behalen. We kunnen duizenden bezwaren aandragen, maar we zien nu dat het ‘gewoon’ werkt. Soms moet je het maar gaan uittesten, om erachter te komen dat het werkt.”
Maar de meeste winst valt te behalen bij het reduceren van de productie binnen de zware industrie. Volgens het RIVM nam de industrie acht procent van de stikstofdepositie voor haar rekening in 2019. En komt in totaal een derde van de Nederlandse uitstoot hier vandaan. De beelden liegen er niet om. In China, waar meerdere fabrieken in korte tijd de productie moesten stilleggen, lieten radarbeelden zien hoe de luchtkwaliteit van donkerpaars naar lichtgroen veranderde. Oftewel: van slecht naar een stuk schoner. In de eerste twee maanden van dit jaar produceerde de Chinese industrie 13,5 procent minder dan vorig jaar. In combinatie met het verminderde (lucht)verkeer en de algehele bedrijvigheid is de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht van China sinds januari met 35 procent gedaald en de CO2-uitstoot sinds februari met een kwart. Hetzelfde fenomeen is nu waarneembaar in Noord-Italië, waar de hoeveelheid stikstofdioxide is gehalveerd in de afgelopen weken.
Minder stikstofuitstoot, minder CO2-uitstoot en een verbeterde luchtkwaliteit. Klinkt als muziek in de oren. Maar veel experts denken dat het om kortetermijneffecten gaat. Om te voorkomen dat we straks met een inhaaleffect de positieve gevolgen dubbel en dwars tenietdoen, is het nodig om de acute crisis te bestrijden met het oog op de ecologische crisis van de toekomst. De enorme bedragen die de overheid nu investeert in het bestrijden van het virus en het overeind houden van de economie, kunnen namelijk ook op een duurzame manier aangewend worden. Zo kan het redden van luchtvaartbedrijven hand in hand gaan met de verduurzaming ervan. En kan het opnieuw opstarten van delen van de industrie gepaard gaan met ambitieuzere reductiedoelen. In het ergste geval dient deze crisis als een soort experiment dat ons bewustzijn vergroot en ons, en het milieu, wat ademruimte biedt om de rest van het klimaatbeleid op orde te krijgen.
De Boorder Familie- en Erfrecht Advocaten & Mediators
tekst: Mandy Kraakman