Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Vrouwen in Mali
Vrouwen in Mali
19 januari 2014

Nederlandse vrouwen in Mali succesvoller

De 380 Nederlandse blauwhelmen zijn niet de eerste landgenoten die in Mali helpen. Voorlopig is de samenwerking tussen Nederlandse en Malinese vrouwen een stuk succesvoller.

De Malinese vrouwen horen bij de Dogon, een bevolkingsgroep met een rijke traditie die leeft op de randen van de Sahel, waar de zandduinen oprukken en vruchtbare velden bedreigen. Hun Nederlandse vriendinnen verenigen zich in het Dogon Vrouwen Initiatief. Het is een initiatief van Jacqti de Leeuw en Sharona Ceha, die inmiddels in Mali tientallen vrouwengroepen hebben opgezet.

De Nederlandse militairen hebben tot nu toe nog weinig bijzonders te melden. Dat geldt niet voor het Dogon Vrouwen Initiatief.

Alleen al over het project om verwoestijning tegen te houden valt te melden: “21 Hectare duin is aangeplant, ter grootte van 42 voetbalvelden, en dat in slechts een paar maanden tijd.  6600 Jatrophaplanten en 3560 bomen zijn geplant. Al tien hectare oprukkend zand duin is aangeplant met Euphorbia en grassen.”

Al deze aanplant moet ervoor zorgen dat de natuurlijke begroeiing op deze Sahelgronden terug komt in de vorm van bomen en struiken. Landdegradatie wordt gekeerd, de sterke water- en winderosie vermindert en de vruchtbaarheid van de grond keert terug. De toename van bomen en struiken zal naast hout en vruchten ook CO2-reductie opleveren. Er zal meer oogst mogelijk worden en ook productie op gronden die nu niet meer gebruikt kunnen worden.

Het eerste interventiegebied waar het Dogon Vrouwen Initiatief zich op richt ligt in district Bandiagara: de zone tussen Orokamba en Koundou (ca 20 km) en dat over een lengte van Yendouma tot Nombori (ca 40 km), totaal 800 km2.

De Nederlandse vrouwen werken samen met een lokale partners: de NGO Association Dogon Initiative (ADI), die goedgekeurd is door de overheid. Door de bundeling kon een lokale directeur worden aangesteld, die samen met twee medewerkers alle vrouwengroepen ondersteunt en ook microkredieten verstrekt. Het team zorgt voor de logistiek van alle verschillende programma's (fornuizen, zeeptafels, zeep ingrediënten, naaimachines, enzovoorts). Samen zijn ze verantwoordelijk voor in totaal 32 groepen, zo’n 3500 vrouwen bij elkaar. 

Vanuit Nederland werden inmiddels ook al 3000 WakaWaka's naar de Dogon-vrouwen verscheept. Maurits Groen meldt daarover: "Onderzoek heeft aangetoond dat zij daardoor maar liefst 40 tot 50 procent meer besteedbaar inkomen hebben, doordat ze nu geen kerosine meer hoeven te kopen en daarnaast veel productiever zijn (en dus meer verdienen), doordat ze ook na 18 uur, wanneer het donker is geworden, nog een paar uur iets kunnen doen."

De Nederlandse organisatie heeft dan ook de nodige ondersteuning van sympathisanten, bij de start ook van het Hunger Project, dat gespecialiseerd is in het ‘redden van  dorpen’, door autonoom lokaal ondernemerschap op te zetten.

Een van de sympathisanten in ons land is Monic van Eerden, manager communicatie van afval- en energiebedrijf HVC Groep in Alkmaar. Wat haar zo enthousiast maakt? Van Eerden “De hele organisatie wordt gedaan door mensen uit het Mali zelf. In Afrika zijn vrouwen de spil in de keten van voedsel verbouwen, verwerken en verkopen. Als het goed gaat met de vrouwen, gaat het goed met het gezin, de familie en uiteindelijk de hele gemeenschap.”

Wat is dan precies nog de rol van  het Nederlandse Dogon Vrouwen Initiatief? Van Eerden “Wij ondersteunen de Dogon vrouwen om de kwaliteit van leven van hun gezinnen te verbeteren. We bieden ze de middelen om die ook uit te voeren. Dat gebeurt door het geven van fondsen aan goed georganiseerde vrouwengroepen, om microkredieten te verstrekken aan hun leden. De vrouwen gebruiken de microkredieten voor het opzetten van handel, om producten te maken, gewassen te verbouwen en te verkopen. Met hun inkomsten verhogen de vrouwen het gezinsinkomen aanzienlijk, waardoor de familie gezonder kan eten, medische zorg en onderwijs voor de kinderen kan betalen en kan sparen voor mindere tijden.”

De Dogon vrouwen krijgen ook ondersteuning bij het uitbouwen van hun ondernemerschap. Van Eerden: “De leiders van deze vrouwengroepen krijgen training en begeleiding om hun leiderschap te ontwikkelen. Ze worden zich bewust van de belangrijke rol die ze spelen bij het verbeteren van leefomstandigheden en voelen zich aangespoord om actief aan de slag te gaan. Het Dogon Vrouwen Initiatief stimuleert de vrouwengroepen om zich te ontwikkelen en nieuwe producten te maken voor de lokale markten, zoals zeep. Maar ook om nieuwe gewassen te verbouwen en groentetuinen aan te leggen. Het Dogon Vrouwen Initiatief wil zeker 10.000 Dogonvrouwen bereiken. Dat is ongeveer 10 procent van de vrouwen die in het Dogongebied leven. Samen zullen zij een behoorlijke impact hebben op de lokale economische en sociale ontwikkeling.”

Het zou mooi zijn als de Nederlandse militairen over een tijdje ook claims als deze kunnen neerleggen: “De vrouwen voelen zich gesterkt door hun samenwerking en door het partnerschap met het Dogon Vrouwen Initiatief. Ze zien steeds meer mogelijkheden om hun levensomstandigheden te verbeteren en werken samen om dorpsprojecten te realiseren. Via het platform van de vrouwengroepen is het ook mogelijk verbeteringen aan te bieden die het leven van de vrouwen verlichten. Denk aan houtbesparende fornuizen en muskietennetten. Of hun leven versterken, zoals alfabetisering of gezondheidsbewustzijn.”

Een mooi voorbeeld van deze zelforganisatie is de vrouwenkliniek in Koundou. Het Dogon Vrouwen Initiatief heeft deze samen met de vrouwengroep en de bevolking van zeven dorpen gebouwd. Inmiddels financieren de vrouwen zelf de organisatie en de gediplomeerde verloskundige.”

Dat het Nederlandse leger dit voor elkaar krijgt, is niet te verwachten. De blauwhelmen kregen geen opbouwende taak mee. De Nederlandse bijdrage bestaat uit twee onderdelen. Allereerst zullen negentig commando’s inlichtingen gaan verzamelen in het noorden van Mali. Ze zullen zich bezighouden met het opsporen en in kaart brengen van rebellenbewegingen. Zeventig analisten zullen die inlichtingen, verkregen door Nederlandse blauwhelmen, analyseren. Vier Apache-gevechtshelikopters zullen met zestig militairen meegaan ter bescherming van de grondtroepen. Ten tweede stuurt Nederland dertig instructeurs van de marechaussee en de politie, die de Malinese politie gaan trainen. Daarnaast gaat er 128 man ondersteunend personeel mee, plus enkele deskundigen die zich zullen bezighouden met onder meer rechtstaatontwikkeling en het behoud van cultureel erfgoed, zoals oude geschriften en architectuur. De Nederlanders zullen gelegerd zijn in de hoofdstad Bamako en de noordelijke stad Gao.

Het Nederlandse Dogon Vrouwen Initiatief zoekt ondertussen ook naar uitbreiding van het initiatief door Nederlandse vrouwen. Door het conflict zijn de inkomsten van de Dogon uit toerisme vrijwel volledig weggevallen. Ze moeten nu net als de vele eeuwen hiervoor volledig zelfvoorzienend zijn.

Steun het Dogon Vrouwen Initiatief