Duurzaamheid vraagt om slimmere overheid
Om duurzaamheidsdoelen te bereiken is een slimmere overheid nodig. Chief Transformation Officers kunnen voor een versnelling zorgen, omdat ze begrijpen wat de rol is van ministeries in elke fase van transformatie. Tot die conclusie komen Niels van der Stappen van het beraad van duurzaam overleg van vrijwel alle politieke partijen in Nederland in gesprek met Lucas Simons van NewForesight, die het transformatieproces terugbracht tot vier fases, die steevast terugkeren in alle bedrijfstakken. De slimste overheid is de overheid die deze fases kent en daar naar handelt.
Dit advies aan de politiek komt naar voren in de P+ Special van deze week, ‘Wat de overheid wel en niet moet doen’. Oftewel: 'de slimste overheid'.
Niels van der Stappen is sinds 2010 voorzitter van de bundeling van alle milieu- en duurzaamheidsgroepen van politieke partijen: GroenLinks, PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en SGP. Dit DuurzaamheidsOverleg Politieke Partijen (kortweg: DoPP) is een bottom up-club, aldus Van der Stappen. De deelnemers aan het DoPP dachten mee over het energiebeleid van Nederland en richten zich nu vooral op fiscale vergroening en landbouwbeleid. Van der Stappen zelf is afkomstig uit het CDA. Actueel dit jaar wordt het opstellen van de verkiezingsprogramma’s. Het is een van de redenen waarop de chemicus Van der Stappen zich verdiept in het ‘Framework Markttransformatie’ dat Simons ontwikkelde en in samenwerking met hoogleraar André Nijhof van Nyenrode Business Universiteit verder heeft verdiept en verbreed. Simons past het ‘fasenmodel’ al sinds enkele jaren toe in de adviespraktijk van zijn bedrijf NewForesight, met klanten iver de hele wereld zoals de Wereldbank, de top van bedrijven en internationale ngo’s.
In het artikel worden alle valkuilen doorgenomen waarin overheden in elke van fase van transformatie kunnen vallen. In de regel beginnen duurzame ontwikkelingen pas na een crisis., als doorgaan op de oude voet geen optie meer is. Maar ook rampen worden aangekondigd, meent Van der Stappen in P+. Hij pleit dan ook voor vroegtijdig inschakelen van kennisinstituten die de overheid en politiek adviseren, zoals het ECN, TNO, Rathenau, WRR. Dat zou de eerste fase van transformatie kunnen bekorten, waarin de rol van de overheid er vooral een is van subsidiegever, om zo snel mogelijk zoveel mogelijke oplossingen te kunnen verkennen en te toetsen.
Simons pleit ervoor om voor deze periode niet meer dan twee of drie jaar de tijd te nemen. “Er is een eerste groep ondernemers die begint te bewegen en zegt: dit is echt een probleem, laten we wat gaan doen. Dat krijgt dan vaak de vorm van goede doelenachtige projecten en pilots. Wat prima is in deze fase. Overheden vallen heel makkelijk terug in hun natuurlijke rol, namelijk: subsidies verstrekken onder het motto ‘laat duizend bloemen bloeien’. Dit is een hele makkelijke fase voor de overheid want dit is wat overheidsorganen kunnen: subsidieschema’s opzetten waarin heel veel geld wordt weggegeven. Waarom makkelijk? Omdat het politiek heerlijk is. Kijk, we doen er wat aan. Kijk, we boeken resultaat, want een project levert altijd wel resultaat op. Kijk, hoe geweldig we het doen. Er komen foto’s waarop iedereen lacht, dus is er succes. Dat geldt voor bedrijven ook. In de ontwikkelingssamenwerking heeft dit twintig, dertig jaar geduurd. Omdat geld geven zo verslavend is.”
In de tweede ‘competitiefase’ beginnen bedrijven de concurreren op duurzaamheid. Om dit zichtbaar te maken ontstaan keurmerken, standaarden, indexen en marketing campagnes. De overheid heeft de ‘babyfase’ geëvalueerd en zet nu duurzaam inkoopbeleid op, om de koplopers te ondersteunen en voor hun duurzame producten en diensten te kiezen. In deze fase gaat het echter vaak fout, omdat het papieren inkoopbeleid door overheden in de praktijk niet wordt uitgevoerd. Van der Stappen suggereert in het gesprek om daarom nu al met fiscale vergroening te starten. “Het is de enige knop die we in een land hebben om stapsgewijs dingen te doen. Het toepassen van het instrument is ook niet moeilijk. De vraag is alleen: durf je het aan als politiek? Vroeg beginnen, met babystapjes. Doet een ander ook weer een stapje. Ik wil niet naar het beeld toe dat juist de overheid traag is.”
In de derde fase van ‘kritische massa’ komen bedrijven samen wanneer het maatschappelijke probleem te groot is om door individuele bedrijven op te lossen. Ook de overheid schuift aan bij deze platforms. Dit is het moment waarop de regering ‘de beste mensen’ moet inzetten, stellen Simons en Van der Stappen in P+. Simons: “Neem actief beleidsdrempels weg. Zorg voor opschaling. Maak bijvoorbeeld de introductie van elektrische auto’s mogelijk door het neerzetten van een uniforme infrastructuur. Ondersteun in deze fase de bedrijven die willen. Nu wordt de toekomst vormgegeven. Om daarna zo snel mogelijk te zeggen: we gaan nu zaken verplicht stellen door middel van wetten.”
Aan de orde komt de vraag of deze operatie om een grotere overheid vraagt. Simons vindt van niet: “In elk geval wel slimmer. De omvang afstemmen op het doel. De overheid moet ook niet de regisseur van de transformatie zijn. Daarvoor zijn er teveel belangen in het huidige systeem en is de politiek te wispelturig.”
Die hoofdrol is wel voor overheden weggelegd in het sluitstuk van de ontwikkeling. In deze vierde fase van institutionalisering komt er nieuwe wetgeving, die de duurzame ontwikkelingen en praktijken bekrachtigt.
Simons is kritisch op wat hij tot nu toe aan invulling van deze verantwoordelijkheid ziet. “Dit is de fase waarin de politiek echt zwakke knieën heeft. Want: 20 tot 30 procent van de markt is er dan klaar voor. De regering zal dan keuzes moeten maken die pijn doet bij de 70 tot 80 procent van de achterblijvers en bedrijven die niet duurzamer willen opereren. Anders gaan de freeriders profiteren. Zij zijn goedkoper en flexibeler.”
Van der Stappen reageert hierop met: “Dat moet, omdat dit deel van het bedrijfsleven heeft gefaald en de overheid heeft gefaald.”
Simons besluit met: “Daarom heet het ook een systeemfalen. En daarom zou ik heel graag willen dat verschillende ministeries een discussie aangaan over de vraag: snappen we dat we het ieder voor zich niet redden? Dat we niet beschuldigend naar elkaar moeten wijzen. En dat er dan bij overheden Chief Transformation Officers, of Chief Transformation Ambtenaren gaan komen die dit hele spel kennen? Daar liggen gigantische kansen. Pas dan kunnen wij Nederland profileren als duurzame voortrekker.”
Simons en Nijhof organiseren dit najaar voor de tweede keer een cursus Changing the Game. Deze gaat op 17 september van start op Nyenrode Business Universiteit in Breukelen. Zet die datum alvast in de agenda.
Op donderdag 17 en vrijdag 18 september
Op donderdag 15 en vrijdag 16 oktober
Afsluitende dag op vrijdag 6 november
Inschrijving Changing the Game 2020
Download de P+ Special over ‘De slimste overheid'.