Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
FMO Award
FMO Award
02 oktober 2014

Banken missen de boot in opkomende landen

Banken moeten hun schroom afwerpen en veel meer doen om innovatieve en duurzame initiatieven in ontwikkelingslanden te steunen.  Dat bleek op de bijeenkomst Exchange on the Future of Banking, georganiseerd door FMO.

Banken hebben veel te winnen bij het financieren van kleine bedrijven, want zij zijn de motor van de economie. En hun behoefte aan kapitaal loopt in de miljarden.

Kleine ondernemingen in Costa Rica hebben veelal een rammelende boekhouding en geen onderpand. Ze mengen privégeld met bedrijfskapitaal, drukken de winst en voeren extra onkosten op om maar geen belasting te hoeven betalen. Ze hebben kortom geen schijn van kans op een reguliere banklening. Jammer voor de bedrijven, maar ook voor de economie van Costa Rica. Van alle ondernemingen in het Midden-Amerikaanse land behoort immers 95 procent tot de categorie klein of middelgroot.

Is aan dat probleem wat  te doen?, vroeg Adolfo Haug van de bank BAC San José zich af. Hij gooide de traditionele criteria voor bedrijfskredietverlening overboord, en beoordeelt bedrijven nu aan de hand van hun sales history en de ontvangen betalingen. “Daarmee voorspellen we hun toekomstige inkomsten”, zegt Haug. “Met deze aanpak verstrekken we nu veel meer bedrijfskredieten dan voorheen. We hebben er nog geen moment spijt van gehad.”

Met dit initiatief won de Costa Ricaanse bank de SME-Finance Innovation Award tijdens de Exchange on the Future of Banking. Ontwikkelingsbank FMO was de afgelopen dagen gastheer van deze internationale bijeenkomst, waarvoor zo’n 400 bankiers uit de hele wereld naar Rotterdam waren gekomen.

Een eervolle vermelding bij de prijsuitreiking was er voor het Medical Credit Fund van het Nederlandse PharmAccess International, dat in vier Afrikaanse landen bemiddelde bij zo’n 500 leningen van lokale banken aan private initiatieven in de gezondheidszorg. Ook een sector die normaal gesproken nauwelijks voor leningen in aanmerking komt.

Dit soort initiatieven uitgezonderd doen banken over het algemeen veel te weinig hun best om innovatieve en duurzame initiatieven van ondernemers te ondersteunen. Een boodschap die verschillende sprekers de verzamelde bankiers nog maar eens uitdrukkelijk voorhielden. “De recente kritiek op banken is terecht”, aldus Lilianne Ploumen, minister  voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. ‘Kleine en middelgrote ondernemingen  hebben vooral in ontwikkelingslanden de grootste problemen om financiering te vinden.” Onterecht, volgens de minister, het mkb is immers de drijvende kracht achter economische ontwikkeling.

Ook Paul Gilding, na z’n carrière als directeur van Greenpeace International nu actief als wetenschapper, publicist (auteur van onder meer The Great Disruption)  en adviseur van bedrijven als DSM en Unilever, hamert op het belang van start-ups. “De meeste grote ondernemingen zijn niet in staat fundamenteel te veranderen. Daarom redden ze het niet en moeten plaatsmaken voor innovatieve bedrijven.” Neem Tesla, producent van elektrische voertuigen. Het bedrijf produceert in een jaar tijd evenveel auto’s als General Motors in een dag, maar Tesla’s beurswaarde is al de helft van die van GM.  Gilding: “Het is het verleden versus de toekomst. Aandeelhouders beseffen dat.”

Minister Ploumen moedigde de bankiers aan in het vervolg anders naar hun werk te kijken, en zich te focussen op de vraag hoe zij nieuwe ondernemingen kunnen ondersteunen. Ontwikkelingsbanken als FMO vervullen daarbij een belangrijke pioniersrol. Ook het onlangs gelanceerde Dutch Good Growth Fund wil de financieringsmogelijkheden voor kleinere ondernemingen in ontwikkelingslanden vergroten. Maar uiteindelijk zullen gewone banken de ommezwaai moeten maken. “De behoefte aan kapitaal bij het midden- en kleinbedrijf in ontwikkelingslanden is gigantisch. Daar zit de dynamiek, daar liggen de kansen. Zorg dat u die boot niet mist,” aldus de waarschuwing van Ploumen.

FMO organiseerde The Future of Banking

Een bericht van Hans van de Veen