Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Groene Breinbreker
Groene Breinbreker
22 januari 2016

Biocrematie meest milieuvriendelijke uitvaart

Een stoffelijk overschot oplossen in een warm bad met loog blijkt de meest milieuvriendelijke vorm van uitvaart te zijn. Alleen mag het –nog- niet in Nederland.

Het heet officieel resomeren, maar de Amerikanen spreken ook wel van hydrolyse of ‘biocrematie’. Uit recent onderzoek van TNO blijkt het de meeste milieuvriendelijke vorm van uitvaart te zijn.

Wanneer alle milieueffecten bij elkaar worden opgeteld, kost het traditionele begraven 65 euro ‘milieuvoetafdruk’, cremeren rond de 50 euro en komt een bio-crematie onder de 10 euro uit. Tot deze rekensom komt Elisabeth Keijzer (1986), MSc Researcher Climate, Air & Sustainbility van TNO, in opdracht van Yarden. Yarden is een uitvaartorganisatie met een miljoen leden, 41 uitvaartcentra, 22 crematoria en 7 begraafplaatsen. Er werken duizend mensen. Ook vanuit TNO zijn wetenschappers aan het Groene Brein verbonden, de organisatie die meer dan 80 hoogleraren met duurzame specialisaties verbind.

Groene Breinbreker: Hoe kan het dat de meest milieuvriendelijke manier van uitvaart in Nederland niet is toegestaan?

Onderzoekster Elisabeth Keijzer: “Het staat niet in de wet dat resomeren in Nederland is toegestaan, dus mag het niet. Het is nieuw. Er is een wijziging in de wet op de lijkbezorging nodig om deze nieuwe mogelijkheid toe te staan. Ons onderzoek is bedoeld om de Tweede Kamer van wetenschappelijke informatie te voorzien voor een eventueel debat hierover. Eerder onderzoek uit 2011 bevatte al een LCA (Life Cycle Assessment). Die nu is ge-updated met nieuwe en soms gecorrigeerde gegevens. In de Verenigde Staten is het resomeren al in een aantal staten toegestaan. Die praktijkervaringen hebben we meegenomen in ons laatste rapport.”

In een staatje in het onderzoek worden de milieueffecten van drie uitvaarttechnieken vergeleken: begraven, cremeren en biocremeren. Er is een flinke lijst van effecten die de drie verschillende technieken veroorzaken. Zo scoort cremeren het hoogste als het gaat om ‘klimaatverandering’, ‘fijnstofvorming’ en ‘uitputting fossiele grondstoffen’, terwijl begraven heel hoog scoort als het gaat om ‘stedelijk landgebruik’. Zo zijn er maar liefst 17 categorieën, waarbij biocrematie steeds als gunstigste uit de bus komt, op één effect na: ‘ioniserende straling’. Dat laatste heeft te maken met de productieprocessen van het  bijtende materiaal ‘kaliloog’, dat bij resomatie wordt gebruikt. Opvallend is dat cremeren het grootste milieueffect heeft in de meeste effectcategorieën,  maar niet in de gewogen totaalscore van alle milieueffecten tezamen.

Bij deze cijfers hoort een kanttekening. Keijzer: “We hebben alleen naar de milieueffecten van de techniek gekeken. Niet naar wat er allemaal nog meer bij een uitvaart komt kijken. Niet naar de koeling, niet naar de rouwkaart, niet naar de bloemen. Er zijn mensen die de as van een crematie zonder toestemming in de bossen van Staatsbosbeheer uitstrooien. Dat kan schadelijk zijn, want as bevat nutriënten. We weten ook dat de impact van alles er omheen heel groot is, groter zelfs dan de uitvaart zelfs. Denk eens aan alle auto’s in de stoet, het aantal mensen dat van ver komt om afscheid te nemen. Al die autoritten vervuilen significant. Als je een 100 procent duurzaam uitvaart wilt organiseren, zou je geen gasten moeten uitnodigen. Maar dat kan natuurlijk niet. In deze studie zijn zulke ethische aspecten niet meegenomen.”

Hoe werkt de techniek van resomeren? Keijzer: “Voor diegenen die afscheid nemen, lijkt het nog het meeste op cremeren. Ook dan gaat de kist in een installatie. Bij een resomatie gaat de kist echter niet mee, zoals bij een crematie wel het geval is. Daardoor kan dezelfde kist tot vijftig keer toe hergebruikt worden. Het stoffelijk overschot is slechts gehuld in een lijkhoes, die van zijde, wol, leer of van biokunststoffen kan zijn.”

Bij de praktijk in de Verenigde Staten, bij Resomation Ltd., wordt het lichaam in een roestvrijstalen bak geplaatst. Na het wegen van het lichaam wordt deze tank verwarmd tot 150 graden, wat een veel lagere temperatuur is dan bij cremeren en daarom minder energie kost. De druk wordt dan opgevoerd tot 4 à 5 bar, waarna loog (kaliloog oftewel kaliumhydroxide) wordt rondgepompt, een uur tot anderhalf uur ongeveer. Het loog lost alle zachte delen van het lichaam op, behalve het skelet. Het water kan na gebruik probleemloos geloosd worden op het riool.

Kaliloog kent nu al diverse toepassingen, onder andere in het huishouden. Soms zit het als bestanddeel in gootsteenontstopper, soms als ontharingsmiddel in cosmetica, soms om van vetten zeep te maken.

Keijzer: “Wat na resomatie overblijft zijn protheses als kunstheupen, goud uit tanden, botten in poedervorm. Bij resomatie kun je deze grondstoffen heel eenvoudig terugwinnen, bij een traditionele begrafenis verdwijnen ze in de grond. Bij het ruimen van graven wordt wel wat terug gevonden, maar zeker niet alles..”

Waarom wordt de wet niet snel aangepast, als er zulke duidelijke milieuvoordelen zijn? Komt dat omdat mensen het een eng idee vinden, een lichaam oplossen in vloeistof? Keijzer: “Een eeuw geleden vonden we cremeren nog veel enger. Je dierbare nabestaande in het vuur verbranden. Dat had associaties met de hel. Om daar overheen te stappen heeft heel veel tijd gekost. Pas sinds kort is cremeren even populair als begraven. Maar het is wel zo, als ik over een bad met loog vertel, zie je mensen ongemakkelijk reageren.”

Stel gratis uw eigen vraag!

Dit is aflevering 17 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week zal op de website van P+ een praktijkvraag worden gesteld aan een van de 80 wetenschappers die aan het netwerk Het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl